Carel Steven Adama van Scheltema
Geslacht: | Man | |
Vader: | Henricus Adama van Scheltema | |
Moeder: | Madelaine Petronelle Perrenoud | |
Geboren: | 25 Jan 1815 | Den Haag |
Overleden: | 12 Aug 1897 | Arnhem |
Aantekeningen: | Hij verschafte Valk op 15 januari 1895 enige gegevens en voegde eraan toe "Ik ben, wat wijn en vleesch aangaat, volkomen tevreden, dat zij niet noodig zijn voor de gezondheid. Of beiden, namelijk gewone tafelwijn en weinig vleesch, in onze kunstmatige levenswijs schadelijker zijn dan veel anders, is mij duister. Mij is genoeg, dat ik de vrijheid heb ze te laten zonder tegen een eenig voorschrift der gezondheidsleer te handelen. Nu zie ik, dat de werkman, omdat beide duur, voor hem niet bereikbaar zijn, iets groots en in het niet-volop-hebben een gemis ziet, en dit doet het mij een plicht der liefde achten, mij op zijn standpunt te stellen, en mij persoonlijk te ontzeggen, wat de meergegoede zonder eenige schade nalaten kan. Door dien zin heb ik in 1844 gedistilleerd en bier, in 1861 wijn en tabak opgegeven en de grootste matigheid in vleeschgebruik bertracht, totdat ik voor nu bijna 2 1/2 jaar ook vleesch en visch heb nagelaten. Het belang der werkende standen, onder hen tevredenheid te bevorderen, was mijn hoofdzaak. Het kost mij daarom geene moeite nog een stap verder te gaan en ook liefde voor de dieren in de weegschaal te leggen en veel waarheid in Breijer's betoog te erkennen. Vegetarische Bode, deel I, p. 6-9 ADAMA VAN SCHELTEMA, CAREL STEVEN, * 's-Gravenhage 25 jan. 1815, t Arnhem 12 aug. 1897. Zn. van Henricus Adama van Scheltema, kassier, later boekhouder Landsdrukkerij, en Madelaine Petronella Perrenoud. Stud. theol. Leiden 1832. Herv. pred. Borssele 1839, Colijnsplaat 1844, Hoorn 1845, Amsterdam 1849-1881 (emer.). A. van S. huwde 1. op 1 aug. 1839 te Leiden met Hendrika Jacoba Stokhuyzen (1816-1872 verdronken); 2. op 12 juni 1873 te Amsterdam met Françoise Madeion van Eek (1832-1883). A. en Hendrika Stokhuyzen hadden veertien kinderen (twee stierven als baby). Een van de zoons, de antiquair Frederik Adama van Scheltema, was de vader van Carel Steven Adama van Scheltema, bekend geworden als socialistisch dichter. Veelzijdig praktisch theoloog als hij was, een ethisch-irenicus in de praktijk, trok A. van S. tegen alles wat de beleving van het Evangelie in de gemeente in de weg stond met volle overgave ten strijde. Dat was voor hem in de eerste plaats de drank. Reeds in Zeeland heeft A. van S. zich geërgerd aan het misbruik van sterke drank, vooral jenever. In 1844 werd hij afschaffer. Hij werd lid, later bestuurslid, van de Ned. Vereniging tot afschaffing van sterke drank. In 1861 ging A. van S. in navolging van de Engelse J.B. Wightman uit Shrewsbury, bekend om haar werk voor de Total Abstinence Society, een stap verder en werd geheelonthouder en wees voortaan het gebruik van alle alcoholische dranken af. Hij werd in deze beslissing door weinigen begrepen. Naar voorbeeld van de Total Abstinence Society, kwam het te Amsterdam in de kerkelijke wijk van A. van S., in de Jordaan, tot de oprichting van een Chr. Wijkverbond, dat onder patronage kwam te staan van een Chr. Wijkvereniging. De opzet was om de rijken te interesseren in een donateurschap ten bate van de armen in de gemeente. In 1864 kon het wijkgebouw Koning Willemshuis in de Egelantiersstraat worden geopend. In dit gebouw kwam een brede scala van wijkactiviteiten tot ontwikkeling, waarbij sociale verheffing en de verspreiding van het Evangelie hand in hand gingen. De chr.geheelonthouding nam er een belangrijke plaats in, maar men ondernam b.v. ook de aanleg van een waterleidingnet in een deel van de Jordaan. Hoewel er in het bestuur, waarvan A. van S. voorzitter was, kritisch werd gedacht over rijkdom en maatschappijstructuur, bleef men behoudend, bang voor ongelovig haasten. De Geest van Christus moest het doen. In de Amsterdamse kerkeraad ijverde A. van S. in de jaren '50 tegen de slavernij in Suriname en trachtte hij de belangstelling voor het wijkwerk in de gemeente te stimuleren. A. van S. schreef tegen A. Kuyper in de kwestie van de Utrechtse kerkvisitatie, dit terwijl hij met hem als orthodox christen sympathiseerde. De brede volkskerk, door Kuyper afgewezen, was voor A. van S. echter met zijn geloven en werken verbonden. A. van S. heeft veel stichtelijk proza en poëzie geschreven en vertaald uit het Engels, Duits en Frans. Zijn belangrijkste inspiratiebron was Engeland; naar dit land maakte hij verscheidene reizen. Hij vertaalde werken van o.a. Longfellow, Bunyan, Beecher Stowe, Spurgeon en Booth. A. van S. was een warm voorstander van een opbouwende volksliteratuur en een ijverig promotor van de volkszang. Veel van de door hem gedichte liederen zijn uitgegeven bij Neerbosch' Weesinrichting te Nijmegen. Een aantal werd opgenomen in de Vervolgbundel op de Evang. Gezangen, twintig in de Zangbundel der Hersteld Evang. Luth. gemeenten en één lied in de herv. bundel van 1938 (gezang 5). A. van S. bewerkte ook liederen van o.a. Malan, Sankey en Phillips. A. van S. was 45 jaar bestuurslid van het Ned. Godsdienstig Tractaatgenootschap en heeft als secretaris vele Bijbelsche Almanakken volgeschreven. Hij was mede-oprichter van de Ned. Zondagsschool Vereniging in 1865, bekleedde het voorzitterschap van die vereniging en was mede-redacteur van het maandblad ervan, De christelijke familiekring. In 1881 was A. van S. mede-oprichter van de Nat. Christen Geheel-Onthouders Vereniging, waarvan hij tot zijn dood voorzitter, resp. ere-voorzitter was. Voor deze vereniging redigeerde hij eerst het maandblad De stem der liefde, na 1891 het weekblad De Wereldstrijd. Samen met J.J.Ph. Valeton sr. en jkvw. M.W. de Ranitz, kan A. van S. beschouwd worden als grondlegger der chr. geheelonthouding in Nederland. Na isolement en veel onbegrip kwam de geheelonthouding in de jaren 1890 tot bloei en op zijn oude dag vond A. van S. erkenning van velen. Van 1879 tot zijn dood toe was A. van S. een chronisch eczeem-lijder. Sinds zijn emeritaat, om gezondheidsredenen aangevraagd, woonde hij in Ede, na 1883 in Arnhem. Gcschr.: Lessen van levenswijsheid, eene geordende dichterlijke bloemlezing uit Salomo's Spreuken, 's-Hert. 1848. - De Spiegel der Waarheid. Fabelen, Florian naverteld, Amst. 1851. - De Evangelieberichten aangaande des Heeren lijden, sterven en opstanding naar tijdsorde tot een overzigt gerangschikt, Amst. 1851. - Hulde aan Willem Egeling, stichter der Nederl. Vereeniging lot afschaffing van sterken drank, Haarlem 1858. - Wat goeds ik in den vreemde zag. Schetsen uit de reisportefeuille, 2 dln., Amst. 1864-1865. - William Henry Ebsworth. Een teederlievend en voorbeeldig werkman als martelaar van de heiligste beginselen, door geweld gedood. Een verhaal rijk aan wenken voor hen, die de maatschappij en den werkman liefhebben, Amst. 1867. - Wenken over de plaats en beteekenis, welke aan de symboliek op het gebied der openbaring toekomt. Ook als wapen tegen den invloed van ongeloof en wereldwijsheid, Amst. 1867. - Openbare Brief aan A. Kuyper. Naar aanleiding zijner brochure: ,,Kerkvisitatie te Utrecht in 1868", Amst. 1868. - Voor huis en school, 2 dln., Amst. 1870-1872. - C.H. Spurgeon, Nijm. 1892. Hij werkte mee aan Maandschrift voor de beschaafde stand ter bevordering van bijbelkennis en christelijk leven, VCS, SWV, Bouwsteenen enz. Voorts gaf hij van een zeer groot aantal geschriften uit het Engels, Frans of Duits vertalingen en bewerkingen. Behalve dichtbundels met eigen werk gaf hij ook bundels van vertaalde liederen en gedichten van zeer verschillende herkomst; zie: Frederiks, Van den Branden, Biogr. woordenboek. Hss.: Brieven (Archief Koning Willemshuis, G.A. Amsterdam). Lit.: E. Barger, CS. A. van S. (...). In: Bijbelsche Almanak jg. 1898. - E. Gcrdes, Christelijke philantropie in Nederland, Nijm. 1880, 243-262. - Vos, Groen van Prinsterer, I, 306-308. - J.H. Gunning Wz., CS. A. van S. In: Bouwsteenen, n.s.III (1897), 426-434. - D.G.W. Muller Massis, In memoriam. CS. A. van S. In: Ons Tijdschrift, maandblad uit en voor het leven, II (1897), 396-403. - W. van Roekei, CS. A. van S. In: De goede raadgever, almanak van de Ned. Vereeniging tot afschaffing van sterken drank, jg. 1898, 29-30. - Christelijk vrouwenboek, o.r.v. A.H. van Hoogstraten-Schoch en G.H.J. v.d. Molen, 's-Grav. (1925), 333 vlg. - Bronsveld, Vervolgbundel Evang. Gezangen, reg. in v. - Evenhuis, Amsterdam, V, reg. in v. - Groen, Briefwisseling, IV, reg. in v. - J.A. Zeilstra, Zending in de achterbuurt van de hoofdstad, C.S. A. van S. en het Koning Willemshuis (...)'*,1985 (doctoraalscriptie nieuwe geschiedenis R.U. Utrecht). NNBW, VI. J.A. Zeilstra Biografisch lexicon voor de geschiedenis van het Nederlands protestantisme |
Gezin 1
Huwelijkspartner: | Hendrikje Stokhuijzen | geb. 16 MRT 1816 overl. 15 MEI 1872 |
Huwelijk: | 1 Aug 1839 | Leiden |
Kinderen: | ||
Johanna Petronella Adama van Scheltema | geb. 19 MRT 1853 overl. 17 Feb 1872 | |
Pieter Albartus Adama van Scheltema | geb. 29 MRT 1850 overl. 25 Juli 1915 | |
Abraham Dirk Adama van Scheltema | geb. 13 MEI 1842 overl. 31 Aug 1903 | |
Magdalena Hermina Adama van Scheltema | geb. 1 MRT 1848 overl. 4 Feb 1947 | |
Henricus Adama van Scheltema | geb. 8 Juni 1840 overl. 10 Aug 1924 | |
Jan Hendrik Carel Adama van Scheltema | geb. 31 Dec 1844 overl. 1896 | |
Frederik Adama van Scheltema | geb. 28 Jan 1846 overl. 6 Dec 1899 | |
Johannes Adama van Scheltema | geb. 28 Jan 1852 overl. 16 Apr 1852 | |
Johannes Antonie Adama van Scheltema | geb. 15 Juni 1854 overl. 20 Nov 1854 | |
Johannes Antonie Adama van Scheltema | geb. 15 Aug 1855 overl. 2 Jan 1876 | |
Maria Adama van Scheltema | geb. 15 Aug 1855 overl. 15 Aug 1877 | |
Hendrika Jacoba Adama van Scheltema | geb. 7 Nov 1856 overl. 8 OKT 1876 | |
Albartus Pieter Adama van Scheltema | geb. 28 Dec 1857 overl. 13 Feb 1890 | |
Johannes Adama van Scheltema | geb. 7 Dec 1861 overl. 23 OKT 1903 |
Gezin 2
Huwelijkspartner: | Francoise Madelon van Eck | geb. 16 Jan 1832 overl. 26 Dec 1883 |
Huwelijk: | 12 Juni 1873 | Amsterdam |