Leendert Schouten

Geslacht: Man
Vader: Huibert Schouten
Moeder: Johanna van Efferen
Geboren: 1 Jan 1828 Dordrecht
Overleden: 14 Juni 1905 Utrecht
Beroep: predikant
Aantekeningen: SCHOUTEN (Leendert) Hzn., geb. te Dordrecht 1 Jan. 1828, overl. 14 Juni 1905, zoon van den reeder en groothandelaar Huibert S., bezocht het gymnasium te Gorcum, liet zich 26 Sept. 1849 inschrijven als student aan de hoogeschool te Utrecht. Hij was predikant te Koudekerke (1854-57), Vianen (1857-62), Veenendaal (1862-63), Apeldoorn (1863-67), Harderwijk (1867-73), Rotterdam (1873-79) en Utrecht (1879 tot zijn emeritaat 1 Jan. 1895. Hij is vooral bekend door zijn tabernakelmuseum. Reeds op zijn 17de jaar liet hij een model van de ark des verbonds maken met de steenen tafelen, waarop de rabbijn van zijn geboortestad de wet had geschreven. Als student deed hij samenstellen een model van den tabernakel met koperen brandofferaltaar, waschvat en hoogepriester, huurde daarvoor een kamer en ontving daar de bezoekers. Langzamerhand vulde hij dit aan met andere deelen en merkwaardigheden, dat uitgroeide tot een prachtig museum in zijn voorname woning te Utrecht. Meest om de 14 dagen ontving hij daar belangstellenden. Na zijn dood heeft de Centrale Bond voor inwendige zending en Christelijke philantropische inrichtingen dit museum van de familie overgenomen en op waardige wijze gehuisvest in het pand Stadhouderskade 137 te Amsterdam. Van hem verscheen: Afscheidsrede naar 2 Cor. 6:1, gehouden te Koudekerke, 13 Dec. 1857 (Dordr. 1858); Bijdrage over een der kankersoorten, waaraan onze herv. kerk, met name op de Veluwe lijdt (Harderwijk 1873); De bloedbruiloft te Parijs. Leerrede over Openb. 18:24a. Uitgesproken op 25 Aug. 1872, bij gelegenheid van den 300sten verjaardag van de Parijsche bloedbruiloft (Harderw. 1872); De apostolische Zegenbede. Afscheidsprediking naar 2 Cor. 13:13 (Harderw. 1873); De onnaspeurlijke rijkdom van Christus. Intreepredikatie naar Efez. 3:8c (Rotterd. 1873); De grootheid des Heeren J. Christus. Leerrede over Luc. 1:32a. Uitgesproken 14 Jan. 1877 te Rotterdam (Rott. 1877); Een gewichtige vraag en hare ware beantwoording. Leerrede over Matth, 16:15. Uitgespr. 28 Jan. 1877 (Rott. 1877); De Heere Jezus Christus gezet tot een opstanding veler in Israël. Twee leerredenen over Luc. 2:34 (Rott. 1878); Zaccheus. Leerrede over Luc. 19:1-10 (Harderw. 1879); Leerrede over Jesaja 5:1-7, gehouden te Utrecht 28 Nov. 1880, den 67sten gedenkdag van Utrechts verlossing van de Franschen 28 Nov. 1813 (Utr. 1880); Hebben de gezangen recht van bestaan in onze kerk? Een woord aan Dr. A. Kuyper (Utr. 1885); Open brief aan een vriend naar aanleiding van het Vijftal opmerkingen over de dusgenaamde Gezangenkwestie voorkomende in het weekblad De Heraut van 8 Febr. 1885 (Utr. 1885); Moeten wij breken met het synodaal kerkverband? Een woord tot de gemeente (Utr. 1887); De tabernakel, Gods heiligdom bij Israël (Utr. 1888); Het nieuwe lied der gezaligden. Leerrede over Openb. 5:9, 10, uitgesproken 27 Oct. 1889 (Utr. 1889).
Wumkes
Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek (NNBW), deel 10

Gezin 1

Huwelijkspartner: Elisabeth Jacomina Couvée geb. 25 Juni 1840 overl. 4 Juni 1917
Huwelijk: 8 OKT 1863 Leiden
Kinderen:
  Samuel Leonardus Schouten Male geb. 21 Aug 1874 overl. 17 OKT 1968