Algemeen
Personen
Organisaties
Periodieken
Begrippen

Gerardus Johannes Vinke

Geslacht: Man
Vader: Henderikus Engbartus Vinke
Moeder: Petronella Sondorp
Geboren: 6 Sept 1820 Jutphaas
Overleden: 16 Feb 1881 Amsterdam
Beroep: predikant
Aantekeningen: V I N K E , G E R A R D U S JOHANNES, * Jutfaas 6 sept. 1820. t Amsterdam 16 febr. 1881. Zn. van Henricus Egbertus Vinke, hoogl., en Petronella Sondorp. Stud. theol. Utrecht 1838: dr. theol. 1846. Herv. pred. Hoevelaken 1844, Beesd 1847, Sneek 1851, Amsterdam 1854-1880 (emer.). Hij was gehuwd met Anna Elisabeth Abbring.
V. ontving zijn theol. vorming van H . Bouman en vooral van zijn vader, onder wie hij promoveerde op een proefschrift dat historisch-apologetisch de zeven kruiswoorden behandelde. De verdediging van de echtheid der woorden was gericht tegen de bedenkingen vooral van D. F. Strausz.
V. noemde zich evangelisch-protestant. Hij verklaarde in zijn leerrede Ons standpunt (1870), dat het wel noodzakelijk was, dat een kerk als de Hervormde Kerk haar zichtbare vorm en grenzen had en ook een belijdenis, maar de onzichtbare kerk „die eeuwig is", stond daar verre boven. Het streven van de evang. protestant moest z.i. zijn, de eenheid der christenheid in Christus te zoeken.
Als pred. te Amsterdam behoorde hij tot de adressanten, die in 1854 aan de synode verklaarden, dat zij bezwaar hadden tegen het nieuwe concept-reglement, dat sprak van het „in geest en hoofdzaak" handhaven van de leer der kerk, daar het geen waarborg tegen de onbeperkte leervrijheid bood.
Met Groen van Prinsterer was hij een voorstander van het chr. nationaal onderwijs. In zijn rede van mei 1862, gehouden voor de 2e algemene vergadering van het C.N.S.O., veroordeelde V. de ethisch-irenische theologie, daar zij „verraad pleegde aan het eeuwig blijvende Woord van G o d " en „gemeene zaak maakte met hen, die den grond onzer Protestantsche Kerk ondermijnden". De hoogl. J. H . Gunning, zelf ook lid van de vereniging, verzocht daarop aan het hoofdbestuur, openlijk te verklaren, dat V.s beschouwing niet die van het hoofdbestuur was. Hoewel Groen de uitspraak van V . betreurde, ging het hoofdbestuur niet op Gunnings verzoek in, maar trachtte beiden tot elkaar te brengen. Tot een verzoening kwam het echter niet.
Hoewel hij geen aanhanger der Groninger theologie was, reageerde V. fel, toen bij de voorbereiding der vijfde algemene vergadering van de Evang. Alliantie te Amsterdam (1867) door sommigen P. Hofstede de Groot voor medewerking niet acceptabel werd geacht vanwege zijn theologie. Deze gang van zaken was voor V. reden om te bedanken als lid van de voorbereidende commissie.
Hij liet soms uitkomen, dat hij een reorganisatie der Herv. Kerk wenste, waarbij de belijdenis gehandhaafd werd.
V. was lid van het hoofdbestuur van het Ned. Bijbelgenootschap en medebestuurder van het Amsterdamse departement van het Gronings instituut voor doofstommen.
Van zijn hand verschenen leerredenen en artikelen, o.m. in JWT. het Maandschrift voor Christenen en SWV.
G e s c h r.: Dissertatio iheologica de Christi. e cruce pendentis, vocibus. Traj. ad Rhen. 1846 (diss.). — Zeslal leerredenen. Sneek 1853. — Het volharden in de leer der Apostelen, naar Handel. II : 42a. Amst. 1861. — De
Vereeniging voor Christelijk Nationaal Schoolonderwijs in naam van kerk en vaderland aanprijzenswaard. Redevoering na de 2e alg. vergadering op 13 Mei 1862, te Amsterdam des avonds in de Zuiderkerk. 's-Grav. 1862. — De
openbaring van Johannes. met aanmerkingen. Utr. 1864. — Twaalf leerredenen, ter gedachtenis aan vervulde 25 jarige evangeliebediening. Amst. 1869. — De éénheid der christelijke kerk. Amst. 1872. De inhoud en zekerheid der evangelieprediking. In: H.E. Vinke. De empirie van Jezus' apostelen en verdere tijdgenootenl. . . ). Amst. 1864.
In JWT: Is het reeds voor een uitgemaakte zaak te houden, dat de Zaligmaker. Joan. VI 51-59. niet van zijn' dood heeft gesproken?. VII (1849). 304-370: Beantwoording der vraag: Is het reeds voor een uitgemaakte
zaak te achten, dat de woorden: awna en aap£. door de schrijvers des S'.T. nimmer pro miscue zijn gebruikt?. VIII (1850). 459-523. — Twee woorden van Jezus. ..Wie niet met mij is. die is legen mij" en ..Wie niet tegen u is. die is voor u". In: SWV. V (1868). 991-1014.
L i t . : Gunning. Leven en werken. III. 7 55-756. - Groen, Briefwisseling. III. — Volger. Om de vrijheid. — NNBW. X.
F. L. VAN T HOOFT
Biografisch lexicon voor de geschiedenis van het Nederlands protestantisme, Deel 1

Gezin 1

Huwelijkspartner: Anna Elisabeth Abbring geb. 1818 overl. 5 Nov 1883
Huwelijk: 16 Apr 1844 Alkmaar