Hendrik de Bie

Geslacht: Man
Vader: Hendrik de Bie
Moeder: Regnera Louise Geertruid Constantia van Mierop
Geboren: 12 Sept 1879 Rotterdam
Overleden: 15 Nov 1955 Rotterdam
Beroep: advocaat & procureur, kinderrechter
Aantekeningen: IN MEMORIAM
MR. HENDRIK DE BIE
door JHR. MR. G. W. VAN VIERSSEN TRIP
IN de advertentie waarbij de familie De Bie mededeelde, dat
Mr. Hendrik de Bie overleden was, staat vermeld, dat hij
kinderrechter was geweest. Dit stond daar overeenkomstig de
wens van de overledene. Hij is nog meer geweest dan kinderrechter,
hij is zoveel geweest, dat het moeilijk is alle betrekkingen
die hij heeft vervuld op te sommen zonder een over te slaan,
maar toch is op de vraag wat De Bie is geweest het juiste antwoord:
kinderrechter.
Hendrik de Bie is geboren en getogen te Rotterdam. Op 12 september
1879 zag hij er het levenslicht, hij ging er school en liep
het Erasmiaans Gymnasium af. Daarna studeerde hij te Utrecht,
waar hij 30 september 1904 promoveerde tot doctor in de rechtswetenschap
op een proefschrift over tuchtrecht.
De Bie heeft in zijn opleiding veel te danken gehad aan professor
Simons, hoogleraar in het strafrecht te Utrecht.
In de maatschappij zijn de mensen gebonden door het recht.
Nu leert de student in de rechtswetenschap aan de akademie wel
het recht maar van de maatschappij waarin dat recht leeft krijgt
hij weinig te zien. Daardoor is de studie wat dor. Het is droogzwemmen.
Die dorheid geldt niet voor Simons. Onder zijn voordracht
gingen de artikelen van het wetboek leven zodat de student
begreep, wat het strafrecht betekent voor de mensen op wie het
wordt toegepast. Simons gaf muziek.
Simons is de promotor van De Bie geweest. Hij heeft dezen
student nog meer meegegeven dan kennis. De dissertatie is na
ruim een halve eeuw nog altijd een prettig boek om in te lezen.
Allerlei tuchtcolleges marcheren voorbij: die voor de advokaten
en procureurs, voor de deurwaarders, voor de notarissen; de Raad
van Tucht voor de Scheepvaart en - onder tromgeroffel - de
Schuttersraad.
De kinderwetten zijn vastgesteld in 1901. De invoering moest
wachten o.a. op het bouwen van de tuchtscholen. Op 1 december
1905 zijn de kinderwetten in werking getreden, een belangrijke
gebeurtenis die 1 december 1955 in de Ridderzaal te 's-Gravenhage
173
plechtig is herdacht. De dissertatie van De Bie kwam dus uit
tussen de aanneming en de invoering der kinderwetten. Uit de
bespreking der kinderwetten in verband met het tuchtrecht blijkt,
dat de student De Bie vol aandacht was voor het kinderrecht.
Hij wijst er op in zijn boek dat de kinderwetten theoretisch een
vermenging tot stand brengen van rechtstraf en tuchtstraf.
In het tijdperk waarin De Bie student was ontstonden en groeiden
de vacantiekampen. Hij is in zijn studententijd een der eerste
secretarissen geweest van de Nederlands Christelijke Studenten
Vereniging en heeft als student meegewerkt aan het leiden van
een jongenskamp. Zo ontwikkelde hij het organiserend talent dat
hem voor zijn latere taak zo uitermate geschikt maakte.
Na de promotie vestigde de jonge doctor zich als advokaat te
Zwolle. Hij is er lid geweest van de gemeenteraad en heeft zitting
gehad in de Provinciale Staten van Overijsel. Als De Bie een
politieke loopbaan had verkozen dan zou hij het allicht ver hebben
gebracht. Hij sprak uitstekend: duidelijke taal, zakelijk zonder
veel tierelantijnen. Zijn ambitie ging echter niet uit naar de politiek
maar naar de kinderbescherming.
De Bie is in 1914 rechter geworden te Winschoten; in 1917
volgde zijn benoeming tot rechter te Rotterdam. Zo was hij dan
in zijn vaderstad teruggekeerd en daar is hij gebleven.
Er was in 1917 nog geen alleensprekende kinderrechter. Niettemin
had De Bie, zodra hij rechter was te Rotterdam, onder de
collega's het gezag van een kinderrechter. Geen der rechters was
zo als hij op de hoogte van hetgeen er omging in de wereld van
de kinderbescherming. Toen de wetgever voor de behandeling van
de kinderzaken die tot de competentie der rechtbank behoren een
enkelvoudige kamer instelde, sprak het van zelf dat De Bie kinderrechter
werd te Rotterdam, een betrekking, die hij met hart en
ziel heeft vervuld. Hij is tien jaar kinderrechter geweest. Toen
hij in 1932 tot vice-president werd benoemd liet hij de taak van
kinderrechter aan een opvolger over en werd hij kamerpresident.
De Bie was van alle markten thuis. De burgerlijke processen en
de strafzaken behandelde hij met dezelfde kunde en belangstelling.
De Bie had de voor het vervullen van het rechtersambt zeer
wenselijke eigenschap dat het beslissen hem geen moeite kostte.
Had hij een zaak bestudeerd en overwogen dan kwam hij zonder
met zich zelf na te kaarten tot een uitkomst. Hij was een aan-
174
gename collega met wie de medeleden van de kamer rustig konden
overleggen.
De Bie was een man uit één stuk. Tegenstrijdigheden in zijn
karakter vertoonde hij niet. Vast was zijn levenstred. Hij was
geheelonthouder, hij rookte niet, zijn geloof was rechtzinnig, hij
ontzegde zich de genoegens die in de kerkelijke kring waartoe hij
behoorde plegen te worden gemeden.
Bij de behandeling der strafzaken in de zitting toonde hij zich
een kundig president, maar daar bleken zijn wilskracht en voortvarendheid
ook haar keerzijde te hebben. De collega's in de strafkamer
misten in hem wel eens het geduld en de vriendelijkheid,
die nodig zijn om een beklaagde geheel op zijn gemak te stellen.
Dit gemis past in de hele persoonlijkheid van De Bie.
Het bezwaar waar hier op gewezen wordt liet zich niet gelden
in de beslissing. Een harde rechter was hij allerminst. Als regent
van de straf gevangenis kwam hij, indien het te pas kwam, krachtig
op voor de belangen der gevangenen, waarbij hij dikwijls een
helper bleek met gezag.
* De betekenis van De Bie voor de kinderrechtspraak in Nederland
blijft waarlijk niet bepaald tot het werk dat hij verzette als
alleensprekende rechter voor kinderzaken in de tien jaren dat hij
officieel kinderrechter was.
In 1927 verscheen de eerste druk van het handboek in twee
delen getiteld „Kinderrecht". Het boek van De Bie is het enige
handboek over het kinderrecht van Nederland. Het is een voortreffelijk
leerboek en wie in de praktijk te maken heeft met de
kinderbescherming raadpleegt „De Bie".
Latere drukken zijn bijgewerkt door Mr. M. B. van de Werk,
kinderrechter te Utrecht.
De Bie heeft meer geschreven dan de dissertatie en het handboek.
In de Bibliotheek voor Bijbelsche Opvoedkunde is in 1931 een
boekje van zijn hand uitgekomen onder de titel „Ouders en Kinderen"
en in 1934 een boekje getiteld: „De Christen in de moderne
beschouwing van verloving en huwelijk".
De rede, die De Bie 8 november 1947 heeft uitgesproken in de
Ridderzaal te 's-Gravenhage, is gedrukt in het Tijdschrift voor
Strafrecht onder de titel „Een kwarteeuw kinderrechtspraak".
Voor een vergadering der Nederlandsche Vereeniging voor
175
Armenzorg en Weldadigheid schreef hij in 1939 een prae-advies
over het onderwerp: „De sociale nooden der opgroeiende jeugd".
Ook over kerkrecht heeft hij geschreven en in een werkje van
40 bladzijden heeft hij een boeiend levensbericht gegeven over een
maatschappelijk werker van formaat, n.l. Mr. A. de Graaf, door
de schrijver in de titel van het geschrift genoemd: „waardig zoon
van het Réveil".
In mei 1955 is de erepenning van de faculteit der rechtsgeleerdheid
van de Utrechtse universiteit uitgereikt aan De Bie. Professor
Hij mans van den Bergh heeft bij die gelegenheid in zijn toespraak
een hele lijst van werkzaamheden van De Bie opgelezen buiten
diens werk aan de rechtbank.
Terecht wijst professor Hijmans van den Bergh allereerst op de
stichting Hoenderloo. De Bie is een kwarteeuw voorzitter geweest
van het bestuur der Stichting Hoenderloo. Hij werkte geregeld
met de directeur aan de uitbouw en inrichting van dit particuliere
opvoedingsgesticht. Wat daar is tot stand gebracht is voor een
belangrijk deel te danken aan het organiserend talent van De
Bie.
Uit de lijst van professor Hijmans van den Bergh nemen we
nog over: voorzitter van de Bond voor Kinderbescherming, lidvoorzitter
der „Commission consultative des questions sociales"
van de Volkenbond, lid-voorzitter van het „Algemeen College
van Toezicht, Bijstand en Advies voor het Rijks-tucht- en opvoedingswezen".
Verder het voorzitterschap der Commissie voor
oudeliedenzorg te Rotterdam en - eveneens te Rotterdam - het
voorzitterschap van het Oudevrouwenhuis en dat van het Heilige
Geesthuis.
De lijst vermeldt niet dat De Bie gedurende vele jaren - enige
jaren als president - deel heeft uitgemaakt van het College van
Regenten van de Strafgevangenis te Rotterdam.
Volledig is deze opsomming niet, evenmin als hierboven de opsomming
der geschriften.
In 1944 is De Bie gepensioneerd. De bezetters hadden de leeftijd
waarop rechters moesten aftreden vervroegd. Toen in 1945 de
regering van de Koningin was hersteld is deze maatregel meteen
ongedaan gemaakt. De regering heeft toen De Bie benoemd tot
president van de Rotterdamse rechtbank. Tot algemene voldoening,
ook tot voldoening van de bali. Voor de advokaten was
176
deze vlotte werker een gewenste president. In september 1949,
toen hij 70 jaar werd is zijn rechterlijke loopbaan geëindigd.
De regering heeft herhaaldelijk getoond, hoezeer zij het ontzaglijke
werk waardeerde, dat De Bie verrichtte ten dienste der
maatschappij. In 1926 is hij ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan
der stichting Hoenderloo benoemd tot officier in de orde
van Oranje Nassau. Later volgde de benoeming tot ridder in de
Nederlandse Leeuw en in 1955 is hij bij wijze van promotie benoemd
tot commandeur in de Orde van Oranje Nassau.
Al dat werk heeft De Bie kunnen verzetten omdat hij in de
flank gedekt was. Als hij van het werk thuis kwam in zijn woning
in de Prinses Julianalaan, vond hij daar een gelukkig gezin. Het
was een protestants kerkelijk gezin. Op 7 juni 1905 is hij te
Slochteren getrouwd met Christine Adriana Lucretia Catharina
Thomassen a Thuessink van der Hoop van Slochteren. Zij heeft
hem zeven kinderen geschonken, twee jongens en vijf meisjes.
Van deze zeven zijn een zoon en een dochter niet meer in leven.
De De Bie's waren een aardig en gastvrij paar mensen, innig
gelukkig samen. Mevrouw De Bie had uit Slochteren de Groninger
humor meegekregen als huwelijksgeschenk. Zij kon smakelijk vertellen
van haar landgenoten met wier gedachtenwereld zij vertrouwd
was en wier taal zij zo goed verstond.
De Bie was een man met een warm gemoed, met hartelijke
belangstelling voor de persoonlijke omstandigheden van zijn vrienden
en dat waren er vele. Waar hij helpen kon was hij te vinden
en daar ontwikkelde hij dezelfde activiteit als bij zijn werk.
Het heengaan van dit echtpaar wordt door velen gevoeld als
een verarming van het leven.
Christien is 5 april 1955 te Rotterdam overleden, een paar
maanden voordat de gouden bruiloft zou zijn gevierd. Hij is te
Rotterdam overleden op 15 november 1955, een paar weken voordat
in de Ridderzaal te 's-Gravenhage werd herdacht, dat vijftig
jaar geleden de kinderwetten in werking traden.
We hebben hem bij die plechtigheid smartelijk gemist. Hij had
verdiend op 1 december 1955 in de Ridderzaal de ereplaats in te
nemen, hij, Mr. H. de Bie, de kinderrechter.
177

Gezin 1

Huwelijkspartner: Christine Thomassen à Thuessink van der Hoop van Slochteren geb. 5 Juli 1878 overl. 5 Apr 1955
Huwelijk: 7 Juni 1905 Slochteren
Kinderen:
  Abraham Joan de Bie Male geb. 1 Apr 1912 overl. 19 Apr 1945