Geertruida Agneta Muijsken
Geslacht: | Vrouw | |
Vader: | Antoine Charles Muijsken | |
Moeder: | Constantia Susanna Commelin | |
Geboren: | 13 Feb 1855 | Hillegom |
Overleden: | 5 Sept 1920 | Arnhem |
Aantekeningen: | (bekend onder de naam Kapteyn-Muysken; roepnamen: Gertrude, Truce, Truus), propagandiste voor een nieuwe moraal en actief lid van De Dageraad, is geboren te Hillegom op 13 februari 1855 en overleden te Arnhem op 5 september 1920. Zij was de dochter van Antoine Charles Muysken, notaris en burgemeester van Hillegom, en Constance Susanna Commelin. Op 21 december 1880 trad zij in het huwelijk met Albertus Philippus Kapteyn, ingenieur, met wie zij twee dochters en een zoon kreeg. Muysken had een bijna universele kennis van de geestelijke en sociale stromingen van haar tijd. Zij kende vele geestverwanten, denkers en strijders uit de internationale progressieve beweging persoonlijk en was een stimulans voor vele gelijkgestemde jongeren in haar omgeving. Zij groeide op in een kinderrijk gezin en bezocht de HBS voor meisjes te Haarlem. Reeds in haar meisjesjaren verdiepte zij zich in werken op literair, filosofisch en sociaal terrein. Haar grote stimulans en inspiratrice was Hélène Mercier, baanbreekster op maatschappelijk gebied, met wie zij steeds contact bleef houden. Na haar huwelijk in 1880 verhuisde zij naar Londen, waar haar echtgenoot zijn werk had. Hoewel het huishouden en de drie kinderen die zij in Londen kreeg een groot beslag op haar legden, zette zij haar studies energiek voort. Zij leerde in Londen, internationaal trefpunt, veel geestverwanten kennen, onder wie prominenten als Bernard Shaw en P. Kropotkin, mannen die zij zeer bewonderde en van wie zijzelf ook veel waardering ondervond. Zij debuteerde in juli 1894 als schrijfster met het artikel 'A plea for moral education' in het Engelse weekblad Shafts. Zij zag het als haar taak niet alleen haar eigen denkbeelden, maar ook die van haar geestverwanten uit te dragen. Haar grote voorkeur ging uit naar het werk van de vergeten Franse dichter en filosoof Jean Marie Guyau. Hij was haar lichtend voorbeeld. In 1898 verscheen in Londen haar vertaling van zijn Esquisse d'une morale sans obligation ni sanction (A sketch of morality independent of obligation or sanction) in een door haar bepleite goedkope uitgave, zodat dit standaardwerk van de onafhankelijke moraal in een grote oplage onder arbeiders verspreid kon worden. Ook gaf zij een tijd lang onderwijs aan kinderen volgens haar ethische ideeën. Haar eerste Nederlandstalige artikel publiceerde zij in 1899 ondertekend met de initialen G.K. in De Kroniek van P.L. Tak. Daarna volgden vele artikelen in De XXe Eeuw en De Nieuwe Gids. Na een ongeveer twintigjarig verblijf in Engeland woonden de Kapteyns een aantal jaren in Zürich waar zij het middelpunt werd van een gezelschap gelijkgestemde intellectuelen, artiesten en sociale hervormers. Vele Russische en Poolse studenten, gevluchte revolutionairen, beschouwden haar als hun geestelijke moeder. In Zürich gaf zij haar denkbeelden vorm in een aantal essays, die gebundeld werden in Affirmatie. Lijnen eener levensbeschouwing (Amsterdam 1907). In 1908 keerden de Kapteyns naar Nederland terug. Hun huis te Scheveningen werd een ontmoetingscentrum voor progressieve personen. H.P. Berlage kwam er, F. Domela Nieuwenhuis, B. de Ligt, Clara Wichmann en ook de jonge B. Reyndorp. Zij werd lid van enkele verenigingen, waarvan zij de doelstellingen meende te kunnen onderschrijven. In de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht bleek zij haar draai niet te kunnen vinden. Zij verliet deze vereniging omdat zij deze te beginselloos vond. Meer tot haar recht kwam zij in het Nationaal Comité voor Moederbescherming en Sexueele Hervorming, waarvan zij in 1914 lid van het dagelijks bestuur werd. Als overtuigd vrijdenkster werd zij ook lid van de Vrijdenkersvereeniging De Dageraad, al vond zij het uitgangspunt, een louter negatieve bestrijding van het godsgeloof, achterhaald. Zij wist het standpunt van De Dageraad tijdelijk te beïnvloeden. Veelzeggend is in dit verband dat zij in 1915 te Zwolle de congresrede 'Oorlog en geestesrichting' uitsprak en het jaar daarop in Rotterdam de congresrede 'Zedelijke opvoeding zonder geloofsdogma'. Tijdens de Eerste Wereldoorlog ontwikkelden haar denkbeelden zich in uitgesproken anarchistische richting. Zij probeerde de fakkel brandende te houden door geestverwante socialisten in kernen bijeen te brengen. De groep bij wie zij gehoor vond, heeft een aantal bijeenkomsten gehouden maar is niet verder gekomen dan een principiële gedachtenwisseling. Zo werd gedebatteerd over 'zedelijke opvoeding' waarover elk der deelnemers een concept van haar of zijn ideeën had opgesteld. Muyskens concept is later opgenomen in haar boek Oorlog en geestesrichting ('s-Gravenhage 1918). In Revolutie en weder-geboorte. Na gelaten handschrift (Blaricum 1921) gaf zij haar inzichten over de gebeurtenissen na de Eerste Wereldoorlog weer. In 1920, nog voor zij dit werk afgerond had, werd zij ernstig ziek. Zij stierf in een psychiatrische inrichting te Arnhem en werd te Westerveld gecremeerd. Revolutie en weder-geboorte verscheen na haar dood met een levensschets van B. Reyndorp: 'Een groote idealiste die van ons heenging' (119-152). ARCHIEF: Archief G.A. Kapteyn-Muysken in Internationaal Archief voor de Vrouwenbeweging (Amsterdam), bevat voornamelijk dagboeken en manuscripten. PUBLIKATIES: Behalve de genoemde G. Bernard Shaw. Een waardeering en inleiding ('s-Gravenhage 1910); diverse artikelen in De XXe Eeuw en De Nieuwe Gids, waaronder 'Hélène Mercier' in: De Nieuwe Gids, februari 1911, I, 204-221; 'Moederbescherming en sexueele hervorming' in: Moederschap, sexueele ethiek (Almelo 1914) 49-64; gedurende 1914-1918 vele artikelen over de oorlog, onder andere in De Nieuwe Gids; Levensrichting van dezen tijd (Amsterdam 1916); een korte brochure Waarschuwing aan de vrouwen van Nederland. De vlag verbrand (Den Haag 30.7.1918). LITERATUUR: C. Wichmann, 'O. Kapteyn-Muysken' in: De Nieuwe Amsterdammer, 11.9.1920; P.J. Meertens, 'Kapteyn-Muysken (Geertruida Agneta)' in: Mededelingenblad, nr. 18, december 1960, 7-11; P. Spigt, 'Geertruida Kapteyn-Muysken in: De Vrijdenker, 4.6.1955, herdrukt in: O. Noordenbos, P. Spigt, Atheisme en vrijdenken in Nederland (Nijmegen 1976) 204-215; P. Spigt, 'Geertruida Kapteyn-Muysken' in: Rekenschap, december 1974, 171-174. PORTRET: G.A. Muysken, Internationaal Archief voor de Vrouwenbeweging (Amsterdam) Auteur: P.J. Meertens, Annemarie Kloosterman Oorspronkelijk gepubliceerd in: BWSA 2 (1987), p. 95-97 Laatst gewijzigd: 21-08-2002 |
Gezin 1
Huwelijkspartner: | Albertus Philippus Kapteijn | geb. 31 MRT 1848 overl. 12 Jan 1927 |
Huwelijk: | 21 Dec 1880 | Haarlem |
Kinderen: | ||
Olga Kapteijn | geb. 19 OKT 1881 overl. 1962 | |
Marie Muijsken | geb. 16 Juni 1883 overl. 24 MRT 1972 | |
Albert Kapteijn | geb. 14 Sept 1886 overl. 1964 |