Eliza Laurillard

Geslacht: Man
Vader: Isaäc Laurillard
Moeder: Maria Sommerveld
Geboren: 25 MRT 1830 Rotterdam
Overleden: 10 Juli 1908 Santpoort
Beroep: predikant
Aantekeningen: LAURILLARD (Eliza), populair predikant en letterkundige, achtereenvolgens werkzaam bij de Ned. Herv. gemeenten te Zandpoort (1854-57), Leiden (1857-62) en Amsterdam (1862-1904). Hij was geb. 26 Maart 1830 te Rotterdam, uit het huwelijk van Isaäc L., koopman ald., en Maria Sommerveld, en overleed 10 Juli 1908 te Zandpoort. Na het gewoon lager en meer uitgebr. lager onderwijs in zijn geboortestad te hebben afgeloopen, bekwaamde hij zich door privaatlessen voor het toenmalig staatsexamen en studeerde vervolgens te Leiden in de theologie (1848-53), waarin hij 13 Juni van laatstgenoemd jaar promoveerde op een diss.: Disputatio de locis evangelii Johannis, in quibus ipse auctor verba Jesu interpretatus est.
Behalve in bovengenoemde gemeenten zag L. zich vroeger en later ook beroepen te Alkmaar, Kampen, Nijmegen en Rotterdam, voor welke beroepen hij echter bedankte. Ruim 50 jaren is hij als predikant werkzaam geweest, waarvan 42 te Amsterdam. In 1904 werd hij emeritus.
Sedert 10 Dec. 1863 was hij gehuwd met Anna Roos, die hem met vier kinderen (alle gehuwd) overleefde. Heeft Laurillard een halve eeuw met eer het predikambt bediend, al die jaren is hij tevens in wijden kring met woord en pen nuttig werkzaam geweest. Hij bezat hiervoor bijzondere gaven, was beminnelijk in den omgang, sprak en schreef gemakkelijk, was welwillend, blijmoedig, menschlievend van aard. Zoowel aan het hof, als hij in de kapel van het Loo den kansel beklom, als op taal- en letterkundige congressen en in de huis- of ziekenkamer van den eenvoudigen burger waren zijn humor, zijn vernuft, zijn scherts, zijn anecdoten zeer gewaardeerd. ‘Overal was hij een sympathieke persoonlijkheid. Zijn boekjes: Geen dag zonder God; Peper en zout; Ernstig en los werden in hutten en paleizen gelezen; zijn berijmde vertellingen, zijn snedige gezegden, zijn kernachtige lessen van levenswijsheid overal met graagte aangehoord.’ Eenvoudig in zijn optreden, was hij een gemoedelijk spreker, van wien veel opbouwende kracht uitging. Verdraagzaam in 't godsdienstige en staatkundige, hield hij zich liefst buiten de bestaande partijen; moest hij kiezen, dan bleef hij conciliant. Philanthropisch werk trok hem in 't bijzonder aan. Zoo was hij jaren lang lid van 't hoofdbestuur van het Genootschap tot zedelijke verbetering der gevangenen, commissaris van ‘Ned. Mettray’, sedert 1872 voorzitter van 't Bestuur dier inrichting (als opvolger van W.H. Suringar; III, kol. 1216); verder secretaris van de Amsterdamsche afdeeling van het ‘Roode Kruis’. 30 jaren redigeerde hij het Jaarboekje van ‘Ned. Mettray,’ Onesimus (1879-1908). Sinds 1888 was hij eerelid en buitenlandsch correspondent van de ‘Howard-association’ te Londen. Dat hij ook op taal- en letterkundig gebied werkzaam was, hiervan kan o.a. zijn lidmaatschap van de Commissie van Bijstand voor de uitgave van het Woordenboek der Ned. Taal en van de Amsterdamsche afdeeling der Hollandsche Maatschappij van fraaie kunsten en wetenschappen getuigen. Als bekwaam Hebraïcus werd L. in 1855 met Roorda, Juynboll, Kuenen, Veth e.a. door de Ned. Synode gekozen om mee te werken aan een nieuwe vertaling van het Oude Testament, welke taak echter onvoltooid gebleven is en in 1864 werd neergelegd.
Laurillard bezat een voorliefde voor orde en regelmaat: in zijn woning, zijn zaken, zijn papieren had alles zijn vaste plaats, en maat, en tijd; alles was gerangschikt en genummerd, zoodat er nooit iets zoek was. Voorts woekerde hij met zijn tijd, bezat een goede gezondheid, een sterk geheugen, een helder oordeel, een levendige fantasie, een gelijkmatig humeur.
De letterkundige nalatenschap van Laurillard is buitengewoon rijk. Met voorbijgang van zijn in druk verschenen preeken, toespraken, traktaatjes (uitgeg. vanwege het Ned. Godsdienstig Traktaatgenootschap) e.a. geschriften, noemen wij hier het volgende: Peper en zout (1867; 2de dr. 1869); Geen dag zonder God (1869; 4de dr. 1903); Rust een weinig (1869; 2de dr. 1872); De scherpste doornen om het edelste hoofd (1870; 3de dr. 1878); Met Jezus in de natuur (1872); De zeven hoofdzonden (1873; 2de. dr. 1874); Bijbel en volkstaal (1874; door de Holl. Maatsch. v. Fraaie kunsten en wetenschappen met goud bekroond; 2de dr. 1901); Ernstig en los (1874; 3de dr. 1888); Handwijzers op den levensweg (1879); Vlechtwerk uit verscheiden kleuren (1880; 2de dr. 1884); Sprokkelhout (1887); Schotsche ruiten (1887); Uit het Morgenland. Bloemlezing uit de geschriften van het Oude en het Nieuwe Verbond (1888); Huisraad en Speelgoed (1889); Op uw stoel door uw land (1891); Een rozenruiker (1892); Graan en groen (1894); De marsch der menschheid (1897; 2de dr. 1898); Onder de Palmen (1898); Koren en klaprozen (1900); Levensgeluk (id.); Laatbloeiers (1905); Herfstsiringen (1906) en Heidebloei (1908). Verder schreef hij o.a. nog: Primulae veris (1853); Uit de papierentasch (1865; 2de. dr. 1872); De doodstraf (1864); De afschaffing van de doodstraf (1870); Een tocht naar Sedan (1871); Uit de Cel (1876); Bloemen en knoppen (1878); Uit 's levens ernst en kluchten (1883) en Stekelkruid (1886). Ook vertalingen, als Frits Reuter's Hanne Nüte (1859). Eindelijk tal van bijdragen in het door hem geredigeerde tijdschrft Bato, in De Navorscher, in het langen tijd onder zijn redactie staande Jaarboekje voor Nederl. Mettray, en in nog vele andere periodieken. Gezocht waren ook zijn Scheurkalenders (1878-1908) en zijn Motto- Album voor verjaardagen (4de dr. 1883). Met Taco H. de Beer schreef hij Woordenschat. Verklaring van woorden en uitdrukkingen (1899).
Zijn portret bestaat in steendruk door W.C. Chimaer van Oudendorp.
Zie: P.H. Ritter in Levensber. Letterk. 1909, 292; Eigen Haard 1908, 461 en 474, en Op de Hoogte 1908, 499.
Zuidema
Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek (NNBW), deel 4

Gezin 1

Huwelijkspartner: Anna Gerardina Wilhelmina Roos geb. 11 MRT 1840 overl. 22 Jan 1916
Huwelijk: 10 Dec 1863 Amsterdam
Kinderen:
  Sophia Clara Laurillard Male geb. 1861 overl. 11 OKT 1927
  Isaac Cornelis Francois Laurillard Male geb. 7 Feb 1865 overl. 12 Apr 1937
  Antonie Laurillard Male geb. 28 Juli 1868 overl. 30 Jan 1917
  Maria Elisabeth Catharina Laurillard Male geb. 16 Feb 1871