Édouard Piaget
| Geslacht: | Man | |
| Vader: | ||
| Moeder: | ||
| Geboren: | 3 Nov 1817 | Les Bayards |
| Overleden: | 10 Sept 1910 | Couvet |
| Aantekeningen: | In 1846 werd tot leraar in het Frans en algemene geschiedenis aan het Erasmiaans Gymnasium en later aan de HBS benoemd dr. E. Piaget, een merkwaardig ontwikkeld en veelzijdig man. Behalve bezitter van een grondige kennis van de Franse taal en de geschiedenis, was hij een rechtsgeleerde, die te Leiden promoveerde tot doctor in het Romeins recht. Voorts verdiepte hij zich uit liefhebberij in de botanie en de entomologie. Speciaal de vliegen en de parasieten hadden zijn interesse; van die belangstelling voor de parasieten gaf hij blijk door de publicatie van een dertiental artikelen, alsmede van een belangrijke monografie met atlas over - schrik niet - de pediculinen (een luizenfamilie!). Onlangs werd dit werk in een Engelse catalogus voor niet minder dan £ 55 aangeboden, wel een bewijs dat het boek zijn waarde heeft behouden en meer dan dat. Mr. W. C. Mees vertelt in zijn boek 'Man van de Daad' onderhoudend over de vriendschap tussen mr. Marten Mees en dr. Piaget, twee mensen met een zo verschillende positie en belangensfeer. Piaget overleed op 10 september 1910 in de leeftijd van 93 jaar, blind en doof, in zijn geboorteplaats Les Bayards, kanton Neuchatel. Marten Mees schreef toen een waarderend artikel over zijn oude vriend en leermeester in de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 13 september 1910. Een uitvoerige levensbeschrijving met twee portretten is te vinden in het Tijdschrift voor Entomologie, deel 54 (1910) van de hand van dr. H. J. Veth, leraar aan de HBS te Rotterdam. DE NATUURHISTORISCHE CLUB EN DE BEOEFENING DER NATUURLIJKE HISTORIE TE ROTTERDAM IN DE 19DE EEUW d o o r J. G. B. NIEUWENHUIS |
|