Dirk Postma
Geslacht: | Man | |
Vader: | Jelle Postma | |
Moeder: | Tjeskje de Jong | |
Geboren: | 16 Jan 1896 | Franeker |
Beroep: | winkelier | |
Aantekeningen: | Franeker. Hulpbrievenbesteller/ winkelier. Anti-militaristisch propagandist (1921). Dienstweigeraar. Secretaris afdeling I.A.M.V. Secretaris afdeling C.P.N. (1928). Vrije Socialist. Schrijft in De Arbeider. Veroordeeld wegens weigering. Ondertekent Dienstweigeringsmanifest Mobiliseren 1927. Lijst links-extremistische personen (1939). Boekje Lod. van Mierop: van Franeker 16 oktober gearresteerd en overgebracht naar de Vlasakkers bij Amersfoort. Hij weigert uit anarchistische beginsel, of zoals hij zegt: omdat hij Mens wil zijn. Zie manifest van hem en Bottema (opgenomen in 'De Arbeider' van 14 Oktober) Vgl. brief van P.v.d. Ploeg. Overgebracht naar Huis van Bewaring, Arnhem 8 december 1916 voor krijgsraad; eis 5 mnd met aftrek voorarrest. Uitspraak een paar dagen later: 4 mnd met aftrek vanaf 18 oktober. Ging niet in hoger beroep. Bleef zitten in Huis van Bewaring te Arnhem. Einde 1e straftijd dus: 15 februari 1917 Opnieuw in voorarrest : Vlasakkers RevLijst; in hoger beroep 6 mnd en ontzegging Giesen p. 142: Dirk Postma in 't no. van 12 mei 1917 vanuit het Huis van Bewaring te Arnhem als hij pas 2 jaar tegen zich heeft hooren eischen: "En zoo kwam ik dus Vrijdag 20 April wederom in m'n celletje terug en m'n cadeautje etc. etc. Jos Giesen p. 138 (maar welke Postma ?): Postma die 14 augustus 1917 vrijkwam na 10 maanden gevangenis, verklaarde de eerste maal, voor den krijgsraad te Arnhem, dat zijn socialisme hem verbood de wapens te dragen; hijbeschouwt het militarisme een africhten tot menschenmoord, waaraan hij niet wil medewerken en waartegen hij het zijn plicht acht op te komen door dienstweigering. Hij verklaarde eveneens, de tweede maal voor den krijgsraad, geen haat te koesteren tegen de menschheid en meende haar niet te dienen door het geweer op den schouder te nemen; zijn socialisme verbiedt hem integendeel dit te doen. Postma (maar welke ??) in De Arbeider over zijn reis : Ik kan u melden, dat ik een beste reis heb gehad. Bijna allen militairen als mede-reizigers. Een burger kwam in Leeuwarden bij ons en deze bespeurde al spoedig, dat er iets ongewoons aan de hand was en begon met mij te spreken, waardoor ik gelegenheid kreeg ook aan al de andere medereizigers, allen militairen, mijn gevoelens te openbaren. Ik ontving van bijna allen sympathiebetuiging. Allen drukten mij de hand en wenschten mij volharding toe! Jos Giesen p. 142: Dirk Postma in 't nummer van 12 mei 1917 (van De Arbeider wrschlk) vanuit het Huis van bewaring te Arnhem als hij pas 2 jaar tegen zich heeft hooren eischen: En zoo kwam ik dus Vrijdag 20 april wederom in m'n celletje terug met m'n cadeautje (plus m'n vaderlandsliefde) in m'n gedachten zingende: We gaan nog niet naar huis, Nog lang niet - nog lang niet, We gaan nog niet naar huis, De heeren zijn niet pluis. En onwillekeurig schoot ik nu en dan in een lach, omdat men niet schijnt te beseffen, dat naar de storm toeneemt, ook de golven zullen klotsen. Toen ik echter zaterdagmorgen 21 april naar beneden werd geroepen om m'n uitspraak te hooren, meldde de secretaris mij, dat de krijgsraad de uitslag had bepaald tot 1 jaar militaire gevangenisstraf zonder ontzegging; ik ben daarvan in hooger beroep gegaan. Een klein onderhoud met den secretaris bracht hem tot het uitlaten van de volgende woorden: "Jullie bent nog gelukkig geweest, want in de volgende maand slaat het op". (Woordelijk uitgesproken). Het kwam me dus voor, dat men van de rechtzaal een marktterrein gaat maken, als had men met levensmiddelen te doen, waarvan men zegt: in de volgende week zijn ze duurder. Ik kon dan ook mijn lachen niet bedwingen en dacht onwillekeurig aan het liedje van den Jood: Hier is Japie met z'n kar, Heden nog "vijf cents bazar", 'n Stuver 'n kop en schutteltje, Morgen is 't een dubbeltje." krijgsraad Arnhem 8-12-1916, uitspraak 2 feb 1917, no. 389 Dirk Postma, geb te Franeker op 16-1-1896, milicien-soldaat 2l R.I. Dienende bij 1 depot 10 te Amersfoort heeft op 18 oktober 1916 bij kamp Valasakkers geweigerd een militaire jas aan te trekken vader is Jelle Postma, moeder is Tjeskje de Jong lichting 1916, laatst gewoond hebbende te Franeker vier maanden militaire gevangenisstraf, ing. Op 9-2-1917, in mindering vanaf 18-10-1916 |
Gezin 1
Huwelijkspartner: | Fokeltje van der Ploeg | geb. 11 Jan 1897 |
Huwelijk: | 16 MEI 1918 | Franeker |