Petrus Josephus De Cock

Geslacht: Man
Vader: Josephus Ludovicus De Cock
Moeder: Amelia Jansegers
Geboren: 23 Jan 1877 Herdersem
Overleden: 31 MEI 1944 Roosendaal
Beroep: hoogleraar
Aantekeningen: Werd na zijn promotie tot doctor in de Germaanse filologie benoemd tot hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Leuven (1904). De Cock stichtte en leidde in 1905 het letterkundig tijdschrift De Groene Linde, verzorgde literaire kronieken in Hooger Leven, was in 1910 medestichter van het tijdschrift Onze Kongo en schreef humoristische schetsen en reisindrukken.
In Leuven behoorde De Cock tot de kleine groep professoren die het vertrouwen van de Vlaamse studenten genoten. Bij het episcopaat en bij de academische overheid stond hij evenwel slecht aangeschreven. Toen in 1907 de Vlaamse Vacantieleergangen van start moesten gaan, was hij lid van het organisatiecomité en kandidaat voor de colleges Duits. Maar deze werden uiteindelijk aan iemand anders toegewezen. Officieel werden voor deze wijziging gezondheidsredenen ingeroepen. Vermoedelijk echter was De Cocks medewerking aan het Leuvense dagblad De Vlaamsche Wacht de oorzaak van zijn uitsluiting. Dat had naar aanleiding van de strijd voor het wetsvoorstel-Edward Coremans ten voordele van de vernederlandsing van het vrij middelbaar onderwijs krachtig naar het episcopaat uitgehaald. Eveneens in 1907 beantwoordde De Cock een Franse brief van het Leuvense stadsbestuur in het Nederlands, iets waarover dat stadsbestuur zich onmiddellijk bij de rector beklaagde. Tijdens het academiejaar 1907-1908 had De Cock openlijk de actie van de Vlaamse studenten gesteund, wat aanleiding gaf tot "een ernstige en laatste vermaning" vanwege het episcopaat en ook de reden was waarom hij voortaan door de bisschoppen definitief van de lijst der lesgevers op de Vacantieleergangen werd geweerd.
In 1911 waren er opnieuw moeilijkheden. In mei had De Cock na een reis in Nederland zijn indrukken over de Nederlandse pers neergeschreven in het tijdschrift Vlaamsche Arbeid. De niet-katholieke De Nieuwe Rotterdamsche Courant werd geprezen, terwijl katholieke kranten als De Maasbode, De Tijd of Het Centrum minderwaardig bevonden werden. De Maasbode protesteerde bij aartsbisschop Désiré Mercier, die na overleg met de rector en de bisschop van Gent aan de krant meldde dat men de professor zou vragen zijn verontschuldigingen aan te bieden en meteen de verdiensten van de katholieke pers in Nederland te onderstrepen.
Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog week De Cock naar Nederland uit. Hij nam aanvankelijk een anti-Duitse houding aan, maar begin augustus 1915 verscheen van hem een artikel in de activistische Gazet van Brussel, op 31 augustus overgenomen in De Vlaamsche Stem, waarin voor administratieve scheiding gepleit werd. Achtenvijftig hoogleraren ondertekenden op 7 september een brief aan de rector waarin ze zich van de uitlatingen van De Cock distantieerden. Emiel Vliebergh, Manille Ide, Leopold Frateur, Pieter-Jozef Sencie en anderen laakten de houding van De Cock, doch ze weigerden te tekenen omdat de brief geïnterpreteerd kon worden als een verzoek om De Cock af te stellen. Ook Frans van Cauwelaert, Gustaaf Verriest (1880-1951) en Maria Belpaire distantieerden zich van zijn anti-Belgische houding. In 1916 ondertekende De Cock het manifest van de Hoogeschoolbond voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit. In De Nieuwe Rotterdamsche Courant van 8 oktober 1916 trok hij zijn handtekening in, maar dit nummer werd in België door de Duitsers verboden.
Na de oorlog drong een aantal collega's opnieuw aan op zijn verwijdering uit het professorenkorps. De Cock protesteerde bij kardinaal Bisleti, prefect van de Congregatie voor Seminaries en Universiteiten. Via de nuntiatuur vroeg Bisleti om uitleg aan Mercier, die hem een uitgebreide nota ter hand stelde, gedateerd 22 april 1919, waarin de antipatriottische antecedenten van De Cock uiteengezet werden. Maar op dat ogenblik had deze reeds uit eigen beweging ontslag genomen. Hij werd bestuurder van de Zusters van Liefde te Helkijn en nadien leraar aan het katholiek lyceum in Roosendaal.
nevb.be