Martinus Willem Woerdeman

Geslacht: Man
Vader: Martinus Woerdeman
Moeder: Antje Huijsman
Geboren: 10 Apr 1892 Zaandijk
Overleden: 3 Aug 1990 Amsterdam
Beroep: arts, hoogleraar in de anatomie en de embryologie aan de Universiteit van Amsterdam
Aantekeningen: In memoriam
prof.dr.M.W.Woerdeman, anatoom-embryoloog (1892-1990).
Personalia 07-10-1990
J. Drukker
Op 3 augustus 1990 is professor Martinus Willem Woerdeman, emeritus hoogleraar in de Anatomie en Embryologie in de faculteit der Geneeskunde van Amsterdam in zijn woning, omringd door de zorgen van wie hem nastonden, overleden. Generaties studenten zullen zich hem herinneren als een begaafd en enthousiast docent die hun op een geheel eigen wijze de inzichten in zijn vak trachtte bij te brengen. Hij was een meester in het uitleggen van de moeilijke relaties, in ruimte en tijd, die de bouw van het menselijk organisme bepalen. Daarbij maakte hij gebruik van de meest elementaire audiovisuele middelen, een bord, een krijtje en zijn onnavolgbare betoogtrant. Woerdeman was zijn tijd vooruit waar het gaat om de intentie van zijn docentschap. Alleen die zaken werden door hem gepresenteerd, overigens in een zevenjarige cyclus, waarvan hij wist of voorzag dat deze relevant voor de geneeskunde zijn. Hij introduceerde in zijn college-onderwijs de inbreng van clinici om ook op deze wijze de betekenis van zijn vak voor de geneeskunde nader te adstrueren.
In 1925 werd Woerdeman benoemd tot (buitengewoon) hoogleraar in de histologie aan de Universiteit van Amsterdam, reeds één jaar later werd hij geroepen tot het ordinariaat in de Anatomie en Embryologie aan de Rijksuniversiteit te Groningen. In 1931 aanvaardde hij dit zelfde ambt aan de Universiteit van Amsterdam als opvolger van de grondlegger van de moderne Nederlandse anatomie, prof.Louis Bolk. Zijn opvattingen over het vak, als één en ondeelbaar vakgebied, in samenhang met moderne ontwikkelingen in Geneeskunde, Biologie en Maatschappij heeft hij behouden en uitgewerkt in de vele jaren van zijn hoogleraarschap, tot 1962 aan de Universiteit van Amsterdam, na zijn emeritering nog enige jaren aan de Vrije Universiteit. De visie van Woerdeman kan het best worden geïllustreerd met het feit dat hij reeds in de twintiger jaren werk initieerde dat thans gekarakteriseerd zou worden als ontwikkelingsbiologisch onderzoek met gebruik van cyto- en histochemische methoden. Het was baanbrekend in het ontwikkelend amfibie-embryo aan te tonen dat er een inhomogene distributie van glycogeen bestaat, die functionele betekenis heeft. Behalve de oermond-lip bij het amfibie is vooral ook het oogbekerlenssysteem onderzocht, welke onderzoeklijn tot op de dag van vandaag produktief is gebleken.
Woerdeman heeft een belangrijke rol gespeeld bij het invoeren van de experimentele embryologie. Het inzicht in de normale ontwikkeling als uiting van genetisch en epigenetisch bepaalde regelmechanismen kan worden verdiept door de studie van de door experimentele ingrepen gestoorde ontwikkeling. Daarnaast wordt dan de studie van de spontane ontwikkelingsstoornis, als experiment van de natuur, in een aantal teratologische studies ondernomen. De benodigde vaardigheid deed hij op tijdens één van de vele buitenlandse stages bij beroemde tijdgenoten. Het kenmerkt Woerdemans kwaliteiten dat hij, die zo'n voortreffelijke leermeester was, zich ook de beste leermeesters uitzocht. De experimenteel-embryologische technieken en denkwijzen maakte hij zich meester bij Spemann, zoals hij zijn belangstelling voor het menselijk bewegingsapparaat wist te verdiepen bij Braus. Woerdeman was er trots op dat onder zijn leerlingen er zovelen waren die geroepen werden tot het hoogleraarschap of het lectoraat. Als arts deed het hem goed dat onder dezen vele clinici waren, te beginnen bij zijn eerste promovendus Boerema.
In zijn belangstelling en werkzaamheden beperkte Woerdeman zich niet tot zijn vakgebied in engere zin. Zijn rol bij de oprichting van Excerpta Medica, de Acta Morphologica Neerlandoscandinavica (thans European Journal of Morphology) en de jaren waarin hij rector magnificus was, getuigen hiervan. Het rectoraat, de eerste maal direct na de tweede wereldoorlog bekleed, gaf hem gelegenheid zijn interesse in het (medisch) onderwijs gestalte te geven.
Woerdemans verdiensten zijn sinds zijn eerste bekroning door de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen voor een studie over gebitsontwikkeling in 1917, meermalen erkend. Hij was o.a. eredoctor van de universiteit van Oxford, lid van de Academies van Wetenschappen van België en Zweden, erelid van de Nederlandse Anatomen Vereniging, waarvan hij vele jaren, onderbroken in de periode 1940-1945, bestuurslid en voorzitter was, en droeg verscheidene buitenlandse en Nederlandse onderscheidingen. Zij die hem persoonlijk hebben gekend, zullen zich herinneren dat al dit eerbetoon niets heeft kunnen afdoen aan zijn meest in het oog lopende persoonlijke eigenschappen, vastberaden beminnelijkheid en ongeveinsde bescheidenheid. De Nederlandse anatomen en hun collegae mogen hopen dat de academische omstandigheden waarin een persoonlijkheid als Woerdeman in zijn vak heeft kunnen gedijen, dergelijke ontwikkelingen ook in de toekomst mogelijk maken. De menselijke anatomie en de geneeskunde zijn daarmede gediend, zoals Woerdeman hen gediend heeft.
ntgv.nl

Gezin 1

Huwelijkspartner: Geertruida Elisabeth Polderman geb. 20 Aug 1894 overl. 7 OKT 1958
Huwelijk: 2 Jan 1920 Sloten, N.-H.