Pieter Jacob Elout van Soeterwoude
Geslacht: | Man | |
Vader: | Cornelis Theodorus Elout | |
Moeder: | Henrietta Josina van Eijbergen | |
Geboren: | 11 Aug 1805 | Den Haag |
Overleden: | 4 OKT 1893 | Den Haag |
Aantekeningen: | ELOUT VAN SOETERWOUDE (Jhr. Pieter Jacob), geb. te 's Gravenhage 11 Aug. 1805 en aldaar overl. 4 Oct. 1893, zoon van C.T. Elout (kol. 805), met Groen van Prinsterer gemeenlijk in één adem genoemd, behoorde tot de coryphaeën der anti-revolutionnaire partij. Ondanks de beperkte geldmiddelen zijns vaders, genoot hij eene voortreffelijke opvoeding, eerst op de school van het Haagsche Departement van het Nut, daarna op de latijnsche school aldaar onder Kappeyne van de Coppello, waarna hij degelijk voorbereid, 30 Juli 1822 te Leiden als student in de letteren en rechten werd ingeschreven. Hij volgde daar behalve de lessen van Bake, Hofman Peerlkamp en van der Palm, de rechtsgeleerde voorlezingen van Tydeman, Kemper en van Assen, in wiens gunst hij zich bijzonder verheugen mocht en die, in zijne op het Rijksarchief bewaarde brieven aan Groen gewoon was hem het slimme Pietje Elout te noemen, terwijl hij ook een tijdlang behoorde tot de toehoorders van Bilderdijks bekende en geruchtmakende voorlezingen over de vaderlandsche geschiedenis. 4 Febr. 1828 promoveerde hij daar met grooten lof op eene Disputatio ad Marci Tullii Ciceronis Orat. pro L. Corn. Balbo en werd reeds een jaar daarna tot commies van Staat aangesteld, toen hij, op het punt om volgens zijn wensch als attaché onder Falck te Londen zijne diplomatieke loopbaan te beginnen, door het uitbreken van den belgischen opstand genoodzaakt werd om den Prins van Oranje naar het leger te volgen, om bij diens staf, voor de correspondentie tusschen het hoofdkwartier en de verschillende departementen te zorgen. Tegen het einde van den veldtocht zag Elout voor goed van de diplomatieke loopbaan af. Hij werd toen (16 Sept. 1838) tot rechter in de arrondissementsrechtbank te 's Gravenhage benoemd en, zes jaren later reeds (14 April 1847), tot raadsheer in het toenmalige Provinciaal Gerechtshof van Zuid-Holland, voor welk ambt, zegt men, koning Willem I hem reeds in 1838 bestemd had, doch waarvoor de minister van Justitie van Maanen, gebelgd, omdat Elout zijne dienstmaatregelen tegen de Afgescheidenen bij den Prins van Oranje had tegengewerkt, hem niet had willen voordragen. 16 Juni 1853 werd hij door het kiesdistrict-Gorinchem naar de Tweede Kamer gezonden, maar nam 7 Aug. 1862 ontslag, omdat het hem moeilijk viel, bij zijne rechterlijke betrekking, lid der Kamer te zijn; hij verwisselde 5 Febr. 1864 zijn zetel in het Hof voor een plaats in den Raad van State, weinige maanden nadat hij vice-president van eerstgenoemd college was geworden. In den Raad van State hield Elout zitting tot 10 Jan. 1874, toen hij, voornemens om zich uit het openbaar leven terug te trekken, zijn ontslag verzocht, maar keerde vier jaar later na de aanneming der schoolwet Kappeyne (18 Juli 1878) in dat leven terug, toen hij eerst als voorzitter der commissie, die het daartegen gerichte volkspetionnement voorbereidde, optrad en vervolgens bij de aanbieding daarvan aan den koning te Apeldoorn (13 Aug.) het woord voerde. Van 16 Sept. 1879 tot 20 Febr. 1880 had Elout daarop weder zitting in de Tweede Kamer voor Leiden, en van 11 Jan. 1886 tot 28 Dec. 1887 in de Eerste Kamer voor Utrecht. Elout van Soeterwoude zegt een zijner biografen was een man van veelomvattende kennis, rijk aan ervaring, eenvoudig van hart en nederig van geest, zich kenmerkend door zeer fijne beschaving en bij uitstek hoffelijke vormen. Hij kon met behoud van den goeden toon groote scherpheid leggen in zijn woord, maar was bij voorkeur ook voor den tegenstander waardeerend en zacht. Hooge eischen stellende aan zich zelf, was hij mild in lof ook voor het gebrekkig pogen van anderen. De vele voortreffelijke hoedanigheden, aan dezen man geschonken, werden en geheiligd door een oprecht en innig geloof, dagelijks gekweekt in eene ure van afzondering en gebed, in vruchtbare en goede werken, zich uitende op even ernstige als liefelijke wijze. Het Koninkrijk Gods was hem niet iets bijkomstigs, maar het middelpunt van zijn geheele leven en het voorwerp zijner hoogste belangstelling. Treffend teekent hem ook in dit opzicht Ds. Kögel in de Christoterpe van het jaar 1884. Elout huwde te Changins bij Nyon (Zwitserland) 14 Oct. 1835 Elisabeth Henriëtte, gravin de St. George, geb. op Chardonay (Morges, Zwitserland) 19 Maart 1811, overl. Haag 20 Maart 1837); daarna te Amsterdam (25 April 1845) jonkvrouwe Wilhelmina Louisa van Loon, geb. Amst. 16 Mei 1823, overl. Wildbad 9 Sept. 1894. Van hem verscheen: Aanleekening van een staatsman, betrekkelijk de opdragt der souvereiniteit in 1813, medegedeeld in een schrijven aan Groen van Prinsterer (1850); Bijdragen tot de kennis van het koloniaal Beheer (1819-36), getrokken uit de papieren van wijlen den Minister van Staat Elout (1851); Bijdragen tot de geschiedenis van het koloniaal Beheer (1816-30) getrokken enz. (1861); Bijdragen tot de geschiedenis der onderhandelingen met Engeland betreffende de overzeesche bezittingen, 1820-24, getrokken uit de nagelaten papieren van wijlen den Minister van Staat Elout (1863); Bijdragen betrekkelijk koloniale en andere aangelegenheden in den Raad van State behandeld, getrokken uit de nagelaten papieren van den Minister van Staat Elout (1874); Open brief aan den minister van Binnenlandsche Zaken (1878); Enkele Herinneringen uit Mr. Groen van Prinsterer's laatste dagen (1885, niet in den handel). Zie: Da Costa, Dichtwerk III, 30; Kuyper, Gesch. van het Christelyk onderwijs 80, 115, 178, 230, 231; Om strijd en zegen. Gedenkboek van het Chr. onderwijs 315; Feringa, Gedenkboek van het Volkspetitionnement 10, 27, 118 en 149; D.P.D. Fabius, Elout van Soeterwoude (Gravenh. 1894); W. Jonker, Jhr. Mr. P.J. Elout van Soeterwoude (Rotterd. 1906); Eigen Haard 1893, 793. Zijne briefwisseling met Groen over de jaren 1830-1875 berust op het Rijksarchief. de Savornin Lohman Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1 (1911) |
Gezin 1
Huwelijkspartner: | Elizabeth Henriëtta de Saint George | geb. 1811 overl. 20 MRT 1837 |
Huwelijk: | 14 OKT 1835 | Changins, Zwitserland |
Gezin 2
Huwelijkspartner: | Louise Wilhelmina van Loon | geb. 16 MEI 1823 overl. 9 Sept 1894 |
Huwelijk: | 25 Apr 1845 | Amsterdam |
Kinderen: | ||
Willem Cornelis Alexander Elout | geb. 1849 overl. 12 MEI 1903 |