Pieter Ribbius

Geslacht: Man
Vader: Gerrit David Ribbius
Moeder: Petronella Johanna Carolina Robidé van der Aa
Geboren: 18 Jan 1864 Zwolle
Overleden: 10 MEI 1949 Arnhem
Beroep: arts
Aantekeningen: In Memoriam
P. RIBBIUS
In de ouderdom van 85 jaar is op I I Mei te Arnhem overleden PIETER RIBIUS, van 1894 af vrouwenarts aldaar. De jongeren zullen de afgevaardigde van ,,Aernhem" niet meer gekend hebben, de oude- ren herinneren zich hem des te beter. Steeds was hij een actief en enthousiast lid, zowel van zijn afdeling als van de gehele Maatschappij. In die afdeling was hij verschillende malen voorzitter, het laatst in 1926, toen onder zijn leiding her tachtigjarig bestaan der afdeling feestelijk werd,herdacht. Het historische over- zicht van her medisch leven in Arnhem, dat hij daarbij in zijn herdenkingsrede gaf, had meet dan locale waarde en werd gelukkig voor de vernietiging in 1944 bespaard, doordat hij het publiceerde in het Tijdschrift voor Geneeskunde. Hij was ook vele jaren lid en voorzitter van de Afdelingsraad en steeds, wanneer andere functies hem dat niet beletten, afgevaardigde naar de Algemene Vergadering. Het was in de jaren 1915--193o zo, dat Arnhem en RIBBIUS bijna synoniemen waren. Reeds in 1924 benoemde de afdeling hem tot haar erelid wegens zijn vele grote verdiensten.
Groot waren ook die verdiensten ten opzichte van de landelijke behartiging der belangen van zijn heroepsgenoten. Reeds vroeg zag hij de noodzaak in van het handhaven van het aanzien van de geneeskundige stand, zowel naar huiten als naar binnen, met het oog op een goede uitoefening der geneeskunst, dus ook met het oog op de volksgezondheid. Het zou ondoenlijk zijn alle commissies en besturen te vermelden, waarin hij in de loop der jaren heeft zitting gehad. Genoeg zij, dat hij nooit lets als een sinecure opvatte, maar met grote animo zich aan dit alles wijdde, waarbij hij niet schroomde ore, wanneer dat nodig was, met een zekere scherpte zijn stand- punt te verdedigen. De humor, waarvan hij daarnaast blijk gaf, ontwapende echter meestal spoedig de tegenpartij. Hij werd gekozen tot lid van her Hoofdbestuur, was zelfs aangewezen als voorzitter, maar, voor de eerste vergadering had een van de conflicten, die zich toentertijd wel voordeden in verband met de in opkomst zijnde oppositionele specialisten, tot gevolg, dat hij en andere leden van het Hoofdbestuur hun man- daat neerlegden. Als voorzitter van de C.C., in welke kwaliteie hij voortreffelijk werk heeff gedaan, o.a. inzake de kwestie van het beroepsgeheim en in het algemeen inzake de medisehe ethiek, ham hij toch deel aan de vergaderingen van het Hoofdbestuur en kon het Hoofdbestuur profiteren van zijn helder inzicht en gedegen adviezen. En ten slotte her Ondersteuningsfonds. In 1914 werd hij al bestuurslid, in 1924 voorzitter. Hij bleef dat tot na de oorlog. In de bezetting heeft hij, ondanks zijn leeftijd, zo goed en zo kwaad als dat ging in her geheim de zaak trachten drijvende te houden en her is zeker ook aan hem te danken, wanneer na de be- zetting bet Ondersteuningsfonds reeds spoedig weer kon gaan draaien. Pas toen trok hij zich terug met een uitermate eervolle staat van dienst. In 1946 heeft hij hog alle feestelijkheden ter gelegenheid van bet honderd- jarig bestaan van zijn geliefde afdeling Arnhem medegemaakt en aan her officifile diner laten hlijken, dat hij ook op 82-jarige leeftijd hog in staat was een goede speech te houden. Op 14 3/[ei hebben wij hem naar zijn laatste rustplaats begeleid. De burge- meester van Arnhem heeft zijn vele andere kwaliteiten herdacht -- hij was o.a. meer dan twintig jaar lid van de gemeenteraad en was vele jaren voorzitter van de Schouwburgcommissie -- schrijver dezes sprak over zijn verdiensten t.o.v. onze Maatschappij en zijn vakgenoot BEKER bracht in herinnering datgene, war hij heeft gedaan voor de afdeling Arnhern en voor het kinderziekenhuis te Arnhem. De laatste memoreerde ook, hoe RIBBIUS een van de baanbrekers in zijn speeialisme is geweest en hoezeer hij, die de laatste jaren zich uit de praktijk had teruggetrokken, patienten en collegae aan zieh verplicht heeft door de wijze, waarop hij zijn specialisme heeft beoefend. Uit de hartelijke en gevoelvolle woorden, die door familieleden werden gesproken, bleek, dat deze ongetrouwde man niet alleen in zijn functies blijk heeft gegeven war te willen doen voor weduwen, wezen en kinderen, maar dat hij in zijn naaste omgeving voor allen een steun en toeverlaat is geweest.
Hij ruste in vrede.
L. F. C. VAN ERP TAALMAN KIP.