Jan Eduard van Someren Brand
Geslacht: | Man | |
Vader: | Johan van Someren Brand | |
Moeder: | Engelina Maria de Boer | |
Geboren: | 3 Sept 1856 | Amsterdam |
Overleden: | 12 Nov 1904 | Amsterdam |
Beroep: | conservator aan het Stedelijk Museum te Amsterdam | |
Aantekeningen: | BRAND (Jan Eduard van Someren), journalist en letterkundige, geb. te Amsterdam 3 Sept. 1856 en overl. aldaar 12 Nov. 1904. Hij was het eenig kind uit het huwelijk van Johan van Someren Brand, kolonel-commandant bij de Amst. schutterij, en Engelina Maria de Boer, studeerde aan het Athenaeum zijner geboorteplaats in de rechten (ingeschr. 1875) en promoveerde 21 Febr. 1885 te Leiden op een diss., get.: Opmerkingen over de rechtsplegingen bij de schutterijen. Reeds als student was hij een zeer actief en belangstellend lid der schutterij, waarbij hij opklom tot den rang van kapitein. De eerste jaren na zijn promotie was hij als advocaat en procureur gevestigd te Amsterdam; later (sinds 1888) woonde hij in den Haag, waar hij onder Mr. Frederik baron van Hogendorp, bij wien destijds de hoofdredactie van dat blad berustte, redacteur was van het Dagblad van Zuid-Holland en 's Gravenhage, hoofdzakelijk belast met het buitenlandsch nieuws. 't Meest bekend is hij echter geworden door zijn Feuilletons in die courant uit de jaren 1888 en 89. In laatstgenoemd jaar werd hij medewerker aan de Java- Bode, waarin hij een vijftal jaren niet minder gewaardeerde stukken schreef. Reeds als student was hij met schrijven begonnen; bijdragen van zijne hand vindt men in den Amsterdamsche studenten-almanak van 1877-80, alsmede in het studentenmaandblad, de Vrije Arbeid (jaarg. 1881 en 82), meestal onder het pseudoniem (waarvan hij ook in latere opstellen en schetsen zich bleef bedienen) Eduard van Tsoe-Meiren. Ook in Eigen Haard (1889-93), het Alg. Ned. Familiebl. (1887), de Haagsche stemmen (1890 en 91), De Residentie-Bode (1894-99), Elsevier's Geillustr. Maandschrift (1891-1903), het Maandblad van het geneal.-herald. genootsch. De Nederl. Leeuw (1890-1900), de Militaire Gids, de Navorscher enz. verschenen pennevruchten van zijne hand. De laatste jaren wijdde hij zich aan een werk, dat onder zijn leiding bij Elsevier zou worden uitgegeven en getiteld werd: De groote cultures der wereld. Haar geschiedenis, teett en nuttige toepassing, doch dat pas na zijn dood verscheen (1906; rijk geïllustreerd). Mr. J. Ed. van Someren Brand was gehuwd: 1o. in 1895 met Maria Zoethout, die hem na twee jaar door den dood ontviel; 2o. in 1899 met een zuster van deze, Barendina Pieternella Z., die hem overleefde. Sinds 1895 was hij weer metterwoon in Amsterdam gevestigd, waar hij toen tot conservator van het stedelijk museum Suasso was benoemd. Zeer veel heeft hij met zijn fijnen kunst- en speurzin ook voor deze inrichting gedaan. Hij stond bekend als een vlijtig beoefenaar van oudheid-, geslachten wapenkunde. Zie: E.W. Moes in Levensber. Letterk. 1905, 160; aan het eind waarvan een volledige bibliografie. Zuidema Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek (NNBW) |
Gezin 1
Huwelijkspartner: | Maria Zoethout | geb. 25 MRT 1866 |
Huwelijk: | 19 Juli 1895 | Den Haag |
Gezin 2
Huwelijkspartner: | Barendina Petronella Zoethout | geb. 3 MEI 1872 |
Huwelijk: | 14 Juni 1899 | Den Haag |