Aantekeningen: |
Twee dagen na de bidstond bepaalde de synode in een besloten zitting via een rapport, opgesteld door K. Schilder, haar positie om - in reactie op ingebrachte bezwaren - de besluiten van de Amsterdamse synode (1936) ten aanzien van de NSB (en CDU) te handhaven. Binnen de kerken leefden er bezwaren tegen Amsterdam-1936 bij de predikanten H.J. Heida (van de kerk te Vlaardingen) en A. Rolloos (van de kerk te Zwijndrecht); ook is bekend dat o.m. prof. dr. H.H. Kuyper zich niet kon vinden in de toen genomen besluiten - hij was pro-Duits. En de inzichten van de professoren V. Hepp en F.W. Grosheide liepen ook niet parallel met de uitspraak van de synode van Amsterdam. Hoe kwetsbaar was dit synodewerk - ook voor Schilder? Die kwetsbaarheid werd gelukkig beperkt doordat de zitting niet openbaar was. Een select gezelschap - met voor- en tegenstanders van de kwestie - had de reële plicht te zwijgen over de inhoud van de rapportages en de beraadslaging. De kerken kregen per brief de tekst van het besluit toegezonden en veel later pas de acta daarover.
Intussen is het opmerkelijk hoe binnen de stads- en kerkgemeenschap van Vlaardingen de tegenstellingen manifest werden: enerzijds een predikant die geen enkele vorm van verzet tegen de bezettende macht voorstond, ja, deze macht zelfs beschouwde als wettige overheid! Anderzijds was het juist Vlaardingen dat de basis was van de eerste spontane verzetsbeweging, die van de Geuzen. En die ook de eerste dodelijke slachtoffers telde van de Duitse terreur. |