Frederik Johan Krop
Geslacht: | Man | |
Vader: | Frederik Johan Krop | |
Moeder: | Catharina Elisabeth Westenberg | |
Geboren: | 19 Nov 1875 | Amsterdam |
Overleden: | 4 Dec 1945 | Davos |
Beroep: | predikant | |
Aantekeningen: | K R O P , F R E D E R I K J O H A N , * Amsterdam 19 nov. 1875, t Davos (Zw.) 4 dec. 1945. Zn . van Frederik Johan K r o p , bouwkundige, en Catharina Elizabeth Westenberg. Stud. theol. Prot. theol. faculteit Parijs 1893; dr. theol. h.c. 1917. Waals hulppred. 's-Hertogenbosch 1897-1899. Waals pred. 's-Hertogenbosch 1899-1902. Herv. pred. Franeker 1902, Zwolle 1904, Rotterdam 1912-1940 (emer.). H i j huw-de 13 dec. 1897 te Parijs met Antoinette Jeanne Seignobos (1875-1951). N a zijn emeritering vestigde K . zich te 's-Gravenhage. Zijn zoon Marcel André Krop (1913-1973) was o.m. herv. studentenpredikant te Groningen. In zijn jeugd heeft K . zich moeten ontworstelen aan de vrees voor de ,,ongelovige" wetenschap die zijn piëtistische, t.a.v. de bijbelbeschouwing fundamentalistische vader ertoe had gebracht hem op het instituut te Glay en later te St. Quentin te laten studeren waar hij de geest van het onderwijs nog kon vertrouwen. Daar de familie Waals was, zou de a.s. predikant aan een Franse faculteit worden opgeleid; tegen de wil van zijn vader koos K . voor Parijs. Hier verbond het symbolo- fideïsme van E . Ménégoz en A . Sabatier ,,piété du coeur" met wetenschappelijke vrijheid. K . voelde zich in dit milieu geheel thuis. R . Allier riep in hem de belangstelling voor de sociale kwestie wakker. In zijn thesis handhaafde hij het eschatologische karakter van het Evangelie tegenover de ritschliaanse school. Als Waals pred. behoorde K . niet tot de rechtzinnigen. H i j ging naar de Nederduits hervormden over, omdat het arbeidsterrein van de Waalse gemeenten hem toch te eng was. Nog bij zijn intrede in de herv. gemeente van Franeker gold K . als gematigd vrijzinnig. Hier naderde hij in zijn theol. ontwikkeling het standpunt van de evangelischen en als zodanig werd hij te Zwolle beroepen. Maar zijn christusbeschouwing werd in hun midden niet geaccepteerd. Enige tijd propageerde K . nog de beweging van de z.g. jongere evangelischen. Omstreeks 1906 sloot hij zich aan bij de Conf. Vereniging; een partijman is hij nooit geworden. In Rotterdam werd hij als confessioneel beroepen. Spoedig begon K . in de Rotterdamse herv. gemeente aan te dringen op consequente parochievorming, maar hij vertolkte in deze jaren nog het standpunt van een minderheid. Dit nam niet weg, dat hij in zijn eigen wijk Q in het noorden van de stad alle middelen benutte om een zelfstandig wijkwerk op te bouwen; middelpunt werd het wijkgebouw Geloof en vrijheid" in de le Pijnackerstraat. K . zette zich hier zoals reeds in Zwolle met al zijn organisatorische gaven in voor evangelisatie en kerkelijk-sociale arbeid. De interkerkelijke chr. mannenvereniging , , G i j zijt allen broeders", die in 1920 (met haar orgaan Geloof en vrijheid) door K . in Rotterdam werd opgericht, zag het vooral als haar taak ,,de heerlijke waarheden van het Heilig Evangelie" uit te dragen , , i n het openbare leven, vooral op maatschappelijk gebied". Behalve op het behandelen van allerlei theol. en maatschappelij- ke kwesties legde de vereniging zich toe op de bestrijding van anarchisme, antimilitarisme en communisme d.m.v. debatavonden, straatprediking en lectuurverspreiding. Enige jaren was J . H . Scheps als evangelist in dienst van de vereniging. Gedreven door zijn liefde tot de Franse cultuur en taal leidde K . voorts Franse cursussen en avonden. Reeds in Parijs waren K . de ogen opengegaan voor het gevaar dat van R o m e " dreigde. H i j zag de R . - K . Kerk als de valse, haar ultramontanistisch s y s t e e m " als een bedreiging van de vrijheid. De bestudering van de geschiedenis der hugenoten versterkte hem in die overtuiging. H i j werd een ijverig l i d , c.q. bestuurslid van diverse antirooms getinte verenigingen. Bij vele gelegenheden polemiseerde hij in woord en geschrift met de r.-k. geestelijkheid. Omgekeerd werd K . het mikpunt van allerlei antiprotestantse actie. In politiek opzicht hekelde hij het samengaan van de prot.-chr. partijen met de roomsen. Sympathiseerde hij aldus met de Herv. Geref. Staatspartij, in deze partij miste hij echter een progressief, sociaal engagement. Toen tegen de verscherping van de antikerkelijke en antigodsdienstige maatregelen in de Sovjet-Unie (1929) in West-Europa van kerkelijke zijde allerlei protesten luid werden, meng- de ook K . zijn stem in dit koor. H i j werd secretaris van de Entente fraternelle pour la défense contre le Bolchévisme sur le terrain moral et religieux. In Nederland ontplooide hij een driftige activiteit om in de pers, in de radio, op massale bijeenkomsten en in vele brochures de bolsjewistische vervolging aan te tonen en op te roepen tot protest. G. Z. A. B. " stond haar erevoorzitter hierin geheel terzijde. De hiermee gepaard gaande hulpverlening aan de noodlijdende en vervolgde christenen in Rusland liep via de z.g. Baltische Ruslandarbeid o.l.v. de luth. pred. O . Schabert in Riga (na diens dood in 1936, E . Steinwand in Dorpat). Op 23 mei 1935 werd het Landelijk werkcomité , , D r. O. Schabert" in het leven geroepen met K . als voorzitter en J . E . Lasterie als secretaris. In 1937 werd Geloof en vrijheid het officieel orgaan van dit comité. K . wilde behalve de directe steun aan de slachtoffers van meet af principieel ook voorlichting over en bestrijding van het Russische bolsjewisme. Hij meende aldus te handelen in de geest van Schabert zelf en bestreed de opvattingen hieromtrent van het z.g. ,,Schabert-comité", voortgekomen uit de Centraal Bond voor inwendige zending om zich nl. tot hulpverlening te beperken (ontbonden 20 mrt. 1937). In 1939 breidde men het propagandamateriaal uit met een reizende tentoonstelling; onder het motto Godsdienst, gezin, gezag" vond K . in vele plaatsen uit de verschillende kerkgenootschappen predikanten en anderen bereid als aanbevelend of organiserend comité op te treden. K . , die reeds tijdens de eerste wereldoorlog attendeerde op de gevaren van het z.g. chr. nationalisme in Duitsland, waarschuwde van meet af ook tegen het nationaal-socialisme. Om de medewerkers van de Baltische Rusland- arbeid in Duitsland niet te compromitteren onthield hij zich na 1933 evenwel van kritiek op het Hitlerbewind, al was dit volgens hem even verderfelijk als het bolsjewisme. Reeds kort na de Duitse inval wilde de bezetter K.s antibolsjewistische actie voor eigen propagandadoeleinden gebruiken, maar dit lukte niet. Eind 1942 moest het Landelijk werkcomité zijn werk beëindigen; de laatste jaren had men zich, wat de hulpverlening betreft, geconcentreerd op Finland, daar door de oorlogsomstandigheden de verbindingen naar Rusland waren verbroken. K . en zijn zoons namen na mei '40 spoedig deel aan het verzet. Bij een overval op een bijeenkomst van een illegale groep in het gebouw G e l o o f en vrijheid" (18 okt. 1942) vielen drie doden en werd F. J. Krop jr. ernstig gewond; zijn vader, uit Den Haag gelokt naar het ziekenhuis, waarheen zijn zoon was overgebracht, werd daar gearresteerd. In totaal heeft K . 10 maanden in gevangenis en concentratiekamp doorgebracht. N a de oorlog was hij zeer verzwakt. Met al zijn theol. en literaire eruditie is K. toch vooral bekend geworden om zijn felle strijd tegen Rome en tegen het bolsjewisme. A. L. Constandse herinnert zich hem als de debater, die de strijd in het hol van de leeuw zocht, ,,met elegantie, met humor ook". Na een bezoek aan een van zijn zoons, die in Davos werd verpleegd, is hij op het spoorwegperron van Davos overleden. G e s c h r . : La pensee de Jésus sur le Royaume de Dieu d'après les Evangiles synoptiques avec un appendice sur la question du ,,Fils de I'hom me". Paris 1897. - Waarom bestrijden wij Rome? Leeuw. [1904] (uitg. door de Evang. Vereeniging Zutphen). - Ter opheldering. Een woord aan de Zwolsche gemeente, naar aanleiding van de beweging der .Jongere evangelischen", Zwolle [ca. 1905). - In dagen van strijd. Kampen 1909; 2e dr., 1917. - Waarom het gaat in de vraag Modern of Orthodox (...), Utr. 1912; 4e dr., 1914. - De Heere onze gerechtigheid. Acht predikatiën, Rott. 1912; 2e d r , [1916]. - MetH.M. Koningin Wilhelmina voor het standbeeld van admiraal De Coligny, Rott. 1913; 4e dr., 1914. - Geen andere naam. Acht predikatiën, Rott. 1914; 3e dr., Kampen 1920. - In oorlogstijd. Tien predikatiën, Rott. 1914. - Naar Frankrijk en het Fransche front, Rott. 1916. - Wat protestant Frankrijk ons te zeggen heeft. Met een inleiding over Groen van Prinsterer en de Duitschepolitiek, Rott. 1918. - Hugenootsche en calvinistische stemmen. Kampen [1918]. - Het dreigend gevaar van een zeker antimilitarisme, Rott. 1918. - Met C E. Hooykaas, F. Dykema e.a.. Ons bezoek aan de verwoeste kerken van Frankrijk, Rott. [1920]. - De onwaarachtigheid der Roomsche actie. Hoe het optreden van pater dr. Jac. van Ginneken S.J. te Rotterdam tot een moreel fiasco werd, Rott. 1920; 2e dr., [1923]. - Ook des tegenwoordigen levens, [Rott. 1922]. - A l'occasion du cinquantenaire de la faculté de théologie de Paris (...), Rott. 1927. - Een en ander over het communisme, [Rott. 1931]; 5e dr.,(1935). - Laat ons deze belijdenis vasthouden. Een twaalftal jeugdpreeken, Rott. 1932 [hierin D a n s e n " , 220-242, met de daarover gevoerde correspondentie 243-262]. - Mijn reis naar de Russische grens; of, wat ik zag van het werk van Dr. O. Schabert e.a., [Rott. 1932]. - Met J.R. Callenbach, Enkele opmerkingen naar aanleiding van de jodenvervolgingen in Duitschland. Antisemietisme, Rott. 1933 (uitg. Geloof en Vrijheid). - Met A . B . N . Davids, T . J . Hagen e.a.. Godsdienst, gezin, gezag, Rott. 1933 [toespraken]. - Verzuchtingen van een predikant der ..Groote Kerk", (Rott. 1939). - Op de tentoonstelling, (Rott. 1940). - Gevangenis en concentratiekamp, 4 nrs. (z.p. en j.) (Nieuwe brochurereeks Geloof en Vrijheid, nr. 3-6). - Het Landelijk werkcomité Dr. O. Schabert in de bezettingsjaren, (z.p. en j.) (Nieuwe brochurereeks Geloof en Vrijheid, nr. 2). K. vertaalde diverse boeken van R. Allier, o.a.: Stemmen uit de loopgraven. Met een inleidend woord van F. J. K. , (z.p.) [1916]. Inleidend woord in: O. Schabert, Martelaren van onzen tijd, 2e dr., 's-Grav. 1934. - J . Kern, Mijn lijdensweg in Sovjet-Rusland, Rott. [1935]. In vele tijdschriften en week- en dagbladen publiceerde K. bijdragen, b.v.: Welke beteekenis heeft de dood van Jezus Christus (...)? In: GV, XXXVIII (1904), 425-466. - Nog eens: Welke beteekenis heeft de dood van Jezus Christus (...)? In: TS, X X I V (1906), 153-175. - De presbyteriaansehe kerkorde in Frankrijk. In: TZ, X V (1912), 251-279, 329-348; XVII (1914), 1-28. - De ontwikkeling van de politieke denkbeelden der Fransche protestanten na de herroeping van het Edikt van Nantes. In: 57, XI (1922), 37-77. - Voorts in Marnix, De Grenswachter, De Rotterdamsche kerkbode e.a. Als hoofdredacteur leverde hij maandelijks artikelen in Geloof en Vrijheid. Orgaan van de Chr. Mannenvereeniging "Gij zijt allen broeders'' Rotterdam, 1920-1942; hierin o.a.: Herinneringen en ontmoetingen van een emeritus, 12 afl., XIX (1940), nr. 9 - X X (1941), nr. 12. In de brochurereeks Geloof en vrijheid zijn zeer vele artikelen ook afzonderlijk uitg. Zie voorts: Goudzwaard, Bibliografie. In: ..Als ziende den Onzienlijke", 102-109, en de Alfabetische catalogus van het Internationaal Instituut voor sociale geschiedenis, Amsterdam. L i t . : ..Als ziende den onzienlijke". In memoriam F.J.K. 1875-1945, Rott. 1946 (met portret; bijdragen van M. A. Krop, F. Goudzwaard, J . H . Schepse.a.). - Touw, Verzet, I, 284, 558. - T h . Delleman (e.a.). Opdat wij niet vergeten. Kampen 1949, 284. - J . L . Snethlage, Herinneringen en perspectieven, Arnhem 1949, reg. in v. - A . L . Constandse, Een karavaan van ongewone mensen. In: ..Daar gaat een dominee voorbij" (...), o.r.v. J . J . Buskes en Nico Rost, Amst. 1965, 37 vlg. - Van Roon, Prot. Nederland, reg. in v. - (J.H. Scheps], Scheps inventariseert, 2 dln., Apeldoorn (1973), reg. in v. - L . de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, VI/2, 's-Grav. 1975, hoofdst. 3: Eerste falsificatie- en verzetsgroepen". - Eduard Stein wand zum Gedächtnis. Uitg. door Karl Cramer en Manfred Seitz, (Hannover z.j.), 29. A. de Groot |
Gezin 1
Huwelijkspartner: | Antoinette Jeanne Seignobos | geb. 16 Apr 1875 overl. 1951 |
Huwelijk: | 13 Dec 1897 | Parijs, Frankrijk |
Kinderen: | ||
Marcel André Krop | ||
Frédéric Jean Krop | geb. 20 MEI 1916 overl. 11 Apr 1977 |