Poulos Jan Adrianus van Helden
Geslacht: | Man | |
Vader: | Cornelis van Helden | |
Moeder: | Jantje van Ooijen | |
Geboren: | 23 Juli 1911 | Asperen |
Overleden: | 24 Feb 1937 | Morata de Tajuna, Castiliƫ, Spanje |
Beroep: | timmerman, ziekenverzorger | |
Aantekeningen: | Poul groeide op in Asperen, een keurig dorp, vergeleken met andere, in die tijd tenminste. Met een Nederlands Hervormde Kerk en een Gereformeerde. Gezelschappen van deze laatste kerk zijn door buitenstaanders wel "van de zwarte kousen kerk" genoemd. Lidmaten of niet, allen waren in stijl van de leer. Fanatiek naar de letter van het Woord. Afgescheidenen, die op zondagen voortaan thuis hun eigen diensten leidden (zij waren het oneens met enkele theologische zienswijzen, een in hun ogen onaanvaardbare uitleg van Gods woord). In veel gezinnen hoorde je de tonen van een harmonium rondzeuren, waarbij op zondag psalmen en gezangen werden gezongen. Uitgezonderd kwartetten waren kaartspelletjes er een taboe. Dansen was een vloek, voetballen godslasterlijke tijdsverspilling. Op zwemmen op zondagen rustte een vloek des Heere. In zo'n orthodoxe, met conventies beladen omgeving groeide Poul op. Zijn vader was aanvankelijk minder standvastig in de leer maar op enig moment draaide hij als een blad aan de boom om. Hij wendde zich tot de Gereformeerde kerk. Hij was een bescheiden, zeer serviel man, met een goed verstand en een goed koopman. Thuis voerde hij een autoritair regiem. Deze tegenstrijdigheid ontging de zoon niet. Pau, zoals hij genoemd werd, beschikte over een helder verstand. Net als zijn vader was hij in zichzelf gekeerd en enigszins koppig. Om zich heen ontwaarde hij al snel de verschillen tussen rijk en arm. Hij zag hoe mensen zich uitsloofden om een bestaantje te vinden. Velen met een witte geit aan de pin in de wegberm of tegen de dijk; de geit was de koe van de armen. Zwemmen in de Linge op zomerse dagen was zijn lust en zijn leven. Zijn vader verbood dit maar zijn moeder stond dit oogluikend toe. Zijn moeder was een zeer lieve en zachtmoedige vrouw die uit calvinistische hoofde de man respecteerde, maar toch de stille onderstroom wist te zijn en die onopvallend haar man gunstig wist te beinvloeden. Bij Poul zou de sfeer thuis en in het dorp een stempel drukken op het verdere verloop van zijn leven. Langs indirecte weg werd hij aangemoedigd om aar de ambachtsschool in Gorinchem te gaan om er een vak te leren. Dit was in het dorp ongebruikelijk daar een jongeman meestal een boerenknecht werd. Daar in Gorcum werd de kiem gelegd voor zijn latere belangstelling voor het communisme. Hij vindt wek in Eindhoven, Philipsdorp en verdient er goed. Hij gaat naar de de drooggelegde Wieringermeer voor de bouw van dorpen in de nieuwe inpoldering. Honkvast is hij niet. Ook Poul ontkomt niet aan de gevolgen van de crisisjaren. Hij is dan gehuisvest in Den Helder. Hier kwam hij in aanraking met het communisme en vatte vanuit deze situatie het plan op om in Spanje te gaan helpen. Toen hij met het weekend met verlof was, gaf hij aan zijn oudste zus Johanna Adriana Maria een brief met de opdracht deze drie weken later aan zijn moeder te geven. Toen het drie weken later was, was Poul al overleden in Spanje en was zijn moeder inmiddels ook overleden: zij heeft dus nooit geweten van het lot van haar zoon Poulos J.A. van Helden meldde zich aan als vrijwilliger bij de Internationale Brigade in Spanje. De Spaanse Burgeroorlog heeft destijds de publieke opininie in Nederland verdeeld. In 1937 verbood de Nederlandse Regering deelname aan de Spaanse Burgeroorlog. Maar die Nederlandse vrijwilligers waren solidair en wilden het fascisme in Spanje een halt toeroepen. Poul deed tijdens de Spaanse Burgeroorlog dienst als ziekenverzorger. Een fatale Duitse kogel trof hem tijdens een poging een gewonde uit de frontlinie weg te halen. Poul van Helden vond de dood op 25-jarige leeftijd bij Morata de Tajuna in Castiliƫ (Spanje) Marc Ballijns |