Johanna Engelberta Kuiper
Geslacht: | Vrouw | |
Vader: | Abraham Kornelis Kuiper | |
Moeder: | Henrietta Sophia Muller | |
Geboren: | 10 MRT 1896 | Warga, Idaarderadeel |
Overleden: | 2 MRT 1956 | Semarang |
Religie: | Doopsgezind | |
Beroep: | schrijfster | |
Aantekeningen: | KUIPER, JOHANNA ENGELBERTA, Warga 10 mrt. 1896, t Semarang 2 mit. 1956. D. van Abram Kornelis Kuiper, doopsgez. pred., en Henriëtta Sophia Muller. Stud. theol. Amsterdam 1917; stud. School voor Maatschappelijk Werk Amsterdam 1920-1923. Woninginspectrice bij de Staatsmijnen 1923-1924. Nadien vertaalster en literator. Zij huwde op 6 nov. 1935 in Amsterdam met Klaas Abe Schipper (z.a.), herv. pred. Etersheim en Schardam. Broers van haar waren o.a. F. Kuiper, doopsgez. pred. en pacifist, en T. Kuiper, oprichter en directeur van het Instituut voor Psychotechniek te Utrecht. Haar overgrootvader S. Muller was een van de stuwende krachten van de Verenigde Doopsgez. Gemeente in Amsterdam. Zijn zoon, K.s grootvader F. Muller, was de bekende boekantiquaar en bibliograaf. K. moest haar levensweg zoeken als enige dochter temidden van vier zeer begaafde broers, een vader die als begenadigd predikant ook buiten doopsgez. kringen van de Amsterdamse Singelkerk werd bewierookt, en een afstandelijke, intellectuele moeder. K.s emoties, angsten en hartstochten werden in dat milieu vooral met bezorgdheid gadegeslagen. K. bewoog zich tijdens haar theol. studie in joodse en socialistische studentenkringen en vestigde er, wellicht als een van de eersten in chr. Nederland, in 1919 in het NCSV-blad Eltheto de aandacht op, hoe jonge joodse intellectuelen zich laafden aan de zionistische droom en zich lieten inspireren door de geschriften van M . Buber. Na haar kandidaatsexamen koos zij voor een praktischer opleiding aan de School voor Maatschappelijk Werk, waar haar belangstelling werd gewekt voor arbeidersvragen en vrouwenemancipatie. In die tijd sloot zij zich aan bij de SDAP. Afgestudeerd als woninginspectrice werkte K. als zodanig enige tijd bij de te Staatsmijnen. Na ongehuwd moeder te zijn geworden in 1924, zocht zij haar kracht in het schrijverschap, aangemoedigd door Ph. Kohnstamm, huisvriend van de Kuipers. Aanvankelijk ontwierp zij levensportretten van bijbelse en kerkhistorische figuren, maar gaandeweg ontpopte zij zich meer als vertaalster van socialistische auteurs en als vaste vertaalster van de boeken van de methodistische zendeling E. Stanley Jones. Daarnaast schreef zij een veertigtal kinderboeken, met name romans voor oudere meisjes. Vanaf 1925 tot aan zijn dood in 1936 was zij een vaste partner van F. Wibaut, Amsterdams wethouder en boegbeeld van het socialisme in de jaren '30. Zijn invloed opende een deur naar de wereld van socialistische weekbladen en uitgevers. In 1934 werd zij opnieuw moeder en koos ervoor, net als bij haar eerste kind, voorlopig ongehuwd te blijven. Een jaar later huwde zij met K . A . Schipper en trok als predikantsvrouw naar het Noord-Hollandse Etersheim. Daar raakte zij beïnvloed door herv. predikanten uit de Zaanstreek, die in het opkomend communisme een Messiaans teken zagen en een heilzaam 'tegengif voor het oprukkend nationaal-socialisme. K. publiceerde in die jaren in bladen van godsdienstig-educatief karakter, zoals in Stroom en Opbouw. In de oorlogsjaren werd de pastorie in Etersheim een doorgangsplek voor joodse onderduikers, onder wie ook kinderen. Toen in 1943 de pastorie voor de tweede maal door de Gestapo werd overvallen, werd Schipper gearresteerd. K. ontsnapte met de kinderen en is al zwervend de oorlog doorgekomen. Inmiddels was zij op verzoek van uitgeverij Ploegsma begonnen aan het schrijven van een kinderbijbel. Deze moest een minder orthodox karakter krijgen dan de kinderbijbels van W.G. van de Hulst en Anne de Vries, maar wel bijbelser van snit zijn dan Wat ons uit het Oude Boek verteld wordt (1936) van de vrijz. schrijfster L . Spelberg-Stokmans. Daarbij hoopten K., haar theol. adviseur L.H. Ruitenberg en haar uitgever op de medewerking van het Ned. Bijbelgenootschap en (delen van) de Ned. Herv. Kerk. In de meest bizarre oorlogssituaties heeft zij aan deze uitgave gewerkt (zoals zij het noemde, "gekinderbijbeld"), met de bijbelvertaling van H.Th. Obbink en A . M . Brouwer en Ph. Kohnstamms Bijbel en jeugd als enige steun. A l schrijvend bleek zij meer een pen voor oudere jeugd te ontwikkelen dan voor kleine kinderen. Haar idee om bij Ex. te beginnen en de Gen.-verhalen in de ballingschapperiode te vertellen, werd door de uitgever en Ruitenberg afgewezen, beducht als zij waren voor 'afzet'-problemen. Wel steunden zij haar opzet archeologische en bijbelkritische elemen- ten in de verhalen toe te laten. Ronduit een doorbraak betekende het opnemen van levensschetsen van de profeten, iets wat bij andere kinder-bijbels tot dan toe bijna geheel had ontbroken. Het Ned. Bijbelgenootschap durfde een uitgave echter niet aan en mede daarom zegde Ruitenberg in 1945 zijn medewerking op. Weldra werd evenwel in P. ten Have een nieuwe adviseur aangetrokken. Aanvankelijk lid van de landelijke Herv. Jeugdraad, werd deze in 1947 algemeen gedelegeerde van de herv. Raad voor de Catechese, waardoor een band met de de Ned. Herv. Kerk was gelegd. K. had zich inmiddels in het N.T. verdiept en kwam met een (niet bewaard gebleven) gedurfde versie van Jezus' geboorteverhaal, dat door de uitgever echter resoluut werd afgewezen. Vanwege de naoorlogse papierschaarste duurde het tot 1948 eer de Bijbel voor de jeugd uitkwam, met in 1951 een goedkopere volksuitgave, die op de na-oorlogse Ned. jeugd een grote uitstraling heeft gehad. K. stierf onverwacht tijdens een bezoek aan Indonesië. Postuum verschenen De kinderbijbel. Oude en Nieuwe Testament (1959) en de Kinderbijbel van Johanna Kuiper, de laatste beleefde eveneens verscheidene drukken. K.s literaire erfenis biedt een bewogen persoonlijke strijd op zoek naar een balans tussen prot. orthodoxie en radicaal socialisme, tussen kerkelijke conventies en vrije seksualiteit, tussen burgerlijkheid en ongebondener opvattingen. G e s c h r. : Van Gods geslacht. Karakters uit den Bijbel, Amst. 1925. - Thomas van Aquino, de heilige, Amst. 1927. - Jeanne d'Arc, Amst. 1927 (Getuigen van Christus, 11). - De nieuwe tijd in Oud-Heerbach, Baarn 1934 (Libellen-serie, 51- 52). - Met anderen, Kerstklanken, Amst. 1936 (Zilveren wiekslagen). - De herdertjes lagen bij nachte. Kinderkerstspel, Utr. 1939 (Lekenspelen van de VCJC, 48). - Negen vuurmakers voor het kampvuur, Utr. 1946 [verhalen]. - Bijbel voor de jeugd, Amst. 1948; 5 dr., 1963. - Tot aan het einde der aarde, Amst. 1950. - Het bootje van de regenboog, Amst. 1954. - De kinderbijbel. Oude en Nieuwe Testament, Amst. 1959. - De kinderbijbel van Johanna Kuiper, Amst. 1971. Zij vertaalde van E . Stanley Jones: Christus langs den Indischen heirweg, Amst. 1927; 7 dr., 1930; Christus en de tafelronde, Amst. 1928; 5 dr., 1933; Op lederen weg Christus; l - 3 dr., Amst. 1930; Christus op den berg, Amst.1932; Christus en het menschelijk lijden, Amst. 1933; 2 dr., 1934; Christus' antwoord op het communisme. Amst. 1935; 3e dr., 1948; Triomfeerend leven, Amst. 1937; 5 d i \ , 1949; Aan ons de beslissing, Amst. 1938; Opnieuw langs den Indischen heirweg, Amst. 1940; Christus langs de Amerikaanse heirweg, Amst. 1947; Mahatma Gandhi: een vertolking, Amst. 1948; Is het Koninkrijk Gods werkelijkheid?, Amst. 1948; 2* dr., 1963; Overvloedig leven. Bijbels dagboek, Amst. 1955. Voorts: D.F. Wilson, De ziel van het kind in haar godsdienstige ontplooiing, Amst. 1931. - McEwan Lawson, Heeft het christendom afgedaan?, Amst. 1933. - C F . Andrews, Wat ik aan Christus te danken heb, Utr. 1933. - L . D . Weatherhead, Discipelschap, Baarn 1934; 3 dr., 1936 (Libellen-serie, 20-21). - W . H . Lax, Dominee Lax van Poplar: 25 jaren predikantsleven in de slums van London, Utr. 1935. - Dez., Een heilige van Poplar, Baarn 1940. - E.S. Woods, Christus en ons dagelijksch leven, Amst. [ca. 1940]. - R . L . Heilbroner, De filosofen van het dagelijks brood, Amst. 1955; 3 dr., Amst. 1990. Bovendien vertaalde zij tientallen werken van auteurs als Somerset Maugham, Agnes Smedley, Upton Sinclair en Vicky Baum. Bijdragen in: Trouwen en bouwen, o.r.v. K . F . Proost, Barendrecht 1950. - De pinksterkroon. Een bundel pinksterverhalen. Assen 1952. In Eltheto: Zionisme, LXXIV (1920), 58-61; Zionisme en de studentenwereld, LXXIV (1920), 92-95. Voorts diverse artikelen in Stroom, weekblad voor religieus humanisme, Opbouw, weekblad voor humanistisch christendom en De Hervormde Kerk. K. schreef in de periode 1925-1956 ook een veertigtal kinderboeken, m.n. voor oudere meisjes, waarvan vele verscheidene drukken beleefden. H s s.: Brieven [NLMD en J.J.F. van Melle, Oudorp (N.H.)]. L i t.: T. Verheul, De profs. Vijf fameuze Nederlandse wetenschappers, Bloemendaal 1988, 27. - J.J.F. van Melle, "Johanna E . Kuiper 1896-1956, ...'tot een gezicht je aankijkt'..." [doctoraalscriptie UvA 1995]. J.J.F. V A N M E L L E Biografisch lexicon voor de geschiedenis van het Nederlands protestantisme |
Gezin 1
Huwelijkspartner: | Klaas Abe Schipper | geb. 31 Juli 1906 overl. 10 Feb 1949 |
Huwelijk: | 6 Nov 1935 | Amsterdam |