Aantekeningen: |
Ru Mulder (geboren: Rudolph Mulder) debuteerde in 1922 bij De Hagespelers van Eduard Verkade, ging met hem in 1924 naar het Vereenigd Tooneel en speelde een jaar later de mens in Cees de Doods maskerspel "Nataraja" onder regie van zijn leermeester Albert van Dalsum. Hij had inmiddels zijn debuut als voordrachtskunstenaar achter de rug bij de pas opgerichte VARA (1925) en bracht na engagementen bij Cor van der Lugt Melsert en Willem van der Veer ook voordrachten in het land. Met "Peer Gynt", "Hamlet", "Mariken van Nieumeghen", "Allerzielen", diverse "Falklandjes", "Van het westelijk front geen nieuws", "Das Hexenlied" en solotoneel "Brand in de Jonge Jan" trad hij met name op voor departementen van de Vereeniging tot Nut van het Algemeen, het Instituut voor Arbeidersontwikkeling en de Volksuniversiteit. Hij bleef meewerken aan radio-uitzendingen, regisseerde in juli 1939 de openluchtvoorstelling "Ontwaking" van Willem van Iependaal t.g.v. het 50-jarig bestaan van de Algemeene Nederlandsche Metaalwerkers Bond met in de hoofdrol Albert van Dalsum (20. 000 toeschouwers), maar staakte zijn activiteiten toen in de bezettingstijd de kultuurkamer in werking trad.
Na de bevrijding stond hij weer op de planken in "Vrij volk" en maakte hij deel uit van de zuiveringscommissie voor de radio. Van 1946 tot 1948 zat hij in de leiding van het Nederlands Volkstoneel, van 1948 tot 1955 regisseerde hij bij verschillende amateurtoneelgroepen in Het Gooi en van 1953 tot 1972 was hij werkzaam als bedrijfsadviseur. Hij woonde enkele jaren in Frankrijk, maar keerde later terug naar Nederland, waar hij op 91-jarige leeftijd overleed. |