Johanna Boer

Geslacht: Vrouw
Vader: Daniël Boer
Moeder: Wilhelmina de Jongh
Geboren: 15 Aug 1906 Vierpolders
Overleden: 10 Nov 1985 Assen
Beroep: dir. Stichting Opbouw Drenthe
Aantekeningen: Johanna Boer werd op 15 augustus 1906 geboren in Vierpolders (Z-H), als oudste dochter van Daniël Boer en Wilhelmina de Jongh. Haar moeder had rechten gestudeerd, haar vader was vrijzinnig hervormd predikant, en de eerste vijftien jaar van haar leven woonde Jo in dorpspastorieën in Vierpolders, Stolwijk en Grootebroek. In 1921 verhuisde het gezin naar Den Haag, waar Daniël Boer secretaris werd van de Bond van Predikanten. Jo doorliep er de MULO, maar in tegenstelling tot haar zes broers en zusters ging zij niet verder studeren; zij stond haar moeder bij in het huishouden.
Toen alle kinderen het huis uit waren volgde Jo de opleiding tot lerares Kinderverzorging en Opvoeding te Rotterdam. Ze behaalde het diploma in 1929 en vond werk in Assen, als reizend lerares, verbonden aan diverse huishoudscholen. Een jaar later werd zij gevraagd voor de functie van directrice van het buurthuis van Emmerschans. Dit was een project van Opbouw Drenthe, toen nog Centrale Vereeniging voor de Opbouw van Drenthe geheten en in 1926 opgericht om tegemoet te komen aan de problemen in het veengebied van Zuidoost- Drenthe: massale werkeloosheid, ontstellende woningtoestanden en een verpauperde bevolking, levend in krotten, zonder enig toekomstperspectief. De Centrale Vereeniging had zich ten doel gesteld de culturele, hygiënische en economische opbouw van Drenthe te bevorderen.
Jo verhuisde in 1930 naar Emmen en hier, tussen een verarmde bevolking, begon haar loopbaan bij Opbouw Drenthe. Tot dat moment had het opbouwwerk nog geen naam; het was in de eerste plaats praktisch van aard en Jo moest zelf invullen wat zij er onder verstond. In de daaropvolgende jaren veranderde Opbouw Drenthe onder leiding van mr. Jacob Cramer in een service-apparaat voor de hele provincie. Provinciale diensten kwamen in de plaats van het buurthuiswerk en stonden ter beschikking van het kerkelijk en particulier initiatief. In plaats van zelf werk te verrichten ging Opbouw Drenthe service verlenen, activeren, stimuleren en bemiddelen. In 1935 werd in Assen het centrale punt gevestigd en Cramer benoemde Jo Boer tot directrice van het Instituut voor jeugd- en ontwikkelingswerk. Daarnaast studeerde zij aan de Rijksuniversiteit van Groningen, waar zij in 1937 het diploma MO-Pedagogiek behaalde.
Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak en Opbouw Drenthe onder toezicht kwam van een N.S.B.- gedelegeerde, trad het bestuur af en doken de medewerkers onder. Jo Boer belandde als dienstmeisje in Limburg, waarna zij ' waarschijnlijk onder een valse naam ' waarnemend directrice werd van het Rotterdams Burger Weeshuis. Na een bombardement werden de kinderen geëvacueerd naar een weeshuis in Moordrecht, waar Jo de hongerwinter doorbracht. Toen ze in februari 1945 vernam dat de Duitsers de IJsselbrug zouden sluiten, vertrok ze op de fiets naar Drenthe, waar ze in Emmen en Valthermond onderdook, in afwachting van de bevrijding.
In de eerste chaotische maanden na mei 1945 nam Jo, op verzoek van het Militair Gezag in Drenthe, de organisatie van de verzorging van kinderen van geïnterneerde N.S.B.-ers op zich. Van april 1945 tot januari 1946 was zij, als 2e luitenant, belast met de jeugdzorg in Drenthe, met instandhouding van het werkverband met Opbouw Drenthe. Toen de situatie was genormaliseerd kon het gewone werk van Opbouw Drenthe worden voortgezet.
Onder Cramer, als adjunct-directrice, kreeg zij de gelegenheid om de basis van haar sociaal-cultureel werk op wetenschappelijke grondslag te structureren en methodisch te onderbouwen. In 1949 vertrok zij met een studiebeurs van de Verenigde Naties naar de Verenigde Staten, met als studieonderwerp "Community Organization in rural areas" (gemeenschapsorganisatie in plattelandsgebieden). Hieruit putte zij de theoretische achtergronden voor haar boek Maatschappelijk Opbouwwerk; verkenning op het gebied van community organization, dat in 1960 verscheen en tot de standaardlectuur op sociaal-cultureel terrein behoort.
Na de benoeming van Cramer tot Commissaris der Koningin in Drenthe volgde Jo Boer hem in 1951 op als directrice van de Stichting Opbouw Drenthe. Zij zette een duidelijk stempel op het opbouwwerk. De theorie en praktijk van de community organization voor het maatschappelijk werk introduceerde zij in Nederland. Haar theoretische fundering van het opbouwwerk heeft grote invloed gehad op het gebied van de maatschappelijke ontwikkelingen en veel navolging gekregen, zowel in binnen- als buitenland. Die invloed heeft zij gekregen door oriëntaties en studies, door actieve deelname aan nationale en internationale congressen, het schrijven van boeken en van vele artikelen in vakbladen, en door het uitdragen van ervaring en kennis op Sociale Academies. Tevens maakte ze deel uit van talrijke landelijke commissies en besturen van instellingen op het gebied van maatschappelijk werk en was ze betrokken bij de vormgeving van provinciale instellingen op sociaal-cultureel gebied in de ruimste zin des woords. De grote maatschappelijke veranderingen in de vijftiger en zestiger jaren leidden niet alleen tot meer overheidsbemoeienis en een complexere regelgeving, maar ook tot allerlei gespecialiseerde instellingen en functies. Jo Boer vervulde hierbij niet zelden een stimulerende en adviserende taak.
Haar gezondheidstoestand was voor haar aanleiding om in 1969 met vervroegd pensioen te gaan, al behield zij de supervisie over een aantal taken. Zij zat echter geenszins stil. In 1975 verscheen haar boek Dorp in Drenthe; een studie over veranderingen in mens en samenleving in de gemeente Zweeloo gedurende de periode 1930-1970. In 1978 werd ze benoemd tot voorzitter van de Nederlandse Federatie voor Bejaardenbeleid.
Voor haar verdiensten werd ze op 30 april 1956 benoemd tot officier in de Orde van Oranje Nassau en op 12 september 1969 bevorderd tot ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw.
In 1985, op 79-jarige leeftijd, overleed Jo Boer. Onder grote belangstelling werd ze begraven op de begraafplaats De Boskamp te Assen.
Drentsarchief