Sophia Maria Westendorp
Geslacht: | Vrouw | |
Vader: | Willem Westendorp | |
Moeder: | Hannetta Campagne | |
Geboren: | 17 Dec 1916 | Zaltbommel |
Overleden: | 3 Feb 2004 | Amsterdam |
Beroep: | illustratrice | |
Aantekeningen: | Sophia Maria (Fiep) Westendorp groeide op in een onderwijzersgezin. Ze had een drie jaar oudere broer, Joop, en een drie jaar jonger zusje, Aja. In de vijfde klas van de lagere school had Fiep haar eigen vader als onderwijzer. Hij was een autoritaire, driftige man die zijn kinderen streng opvoedde, wat tot de nodige aanvaringen leidde. Fiep wist al vroeg dat ze illustratrice wilde worden. Achtereenvolgens doorliep Fiep Westendorp de HBS (afgerond in 1933), de Koninklijke School voor Kunst, Techniek en Ambacht in Den Bosch (1938) en de Academie voor Beeldende Kunst in Rotterdam (1940). In 1937 kreeg ze haar eerste officiële opdracht: het illustreren van de VVV-gids van Zaltbommel. In 1939 maakte ze een wandschildering voor de raadszaal van het gemeentehuis in Lekkerkerk. Na haar afstuderen kreeg Fiep Westendorp (inmiddels 23 jaar oud) een eigen atelier in de academie. Kort daarna maakte het bombardement van Rotterdam daar een eind aan. Ze keerde terug naar het ouderlijk huis in Zaltbommel, waar ze assistente werd van poppenspeelster Sia van Boort. Een paar maanden later verhuisde Fiep Westendorp naar Den Haag, waar ze aan de Laan Copes van Cattenburch een kamer huurde van Jan van Rheenen. Voor hem maakte ze illustraties bij het weekblad Cinema & Theater. Toen ze doorkreeg dat Van Rheenen met de NSB sympathiseerde, verhuisde ze naar de Amalia van Solmsstraat, een huis dat ze deelde met onder anderen Clara Eggink en Jan Campert. Westendorp maakte toen illustraties voor de ANWB en het net opgerichte Financieele Dagblad. Toen haar verblijf daar in 1943 onveilig werd, ging ze weer terug naar haar ouders in Zaltbommel. Carrière In de jaren 1940 had Fiep Westendorp enkele verhoudingen met mannen die haar ook ten huwelijk vroegen, maar ze wilde niet de vrouw van worden. Direct na de bevrijding verhuisde ze naar Amsterdam, waar ze door bemiddeling van de dichter Adriaan Roland Holst een kamer kreeg aan de De Lairessestraat. Via hem en de schrijver Simon Carmiggelt kwam ze terecht bij Vrij Nederland; ook maakte ze in 1945-1946 illustraties voor Ruim Baan en Mandril. In diezelfde periode werd ze benaderd door uitgevers als De Bezige Bij, Meulenhoff, Holland en Contact om boeken te illustreren, waaronder De rode schoentjes van Hans Christiaan Andersen, Het boek Le Grand van Heinrich Heine, Jane Eyre van Charlotte Brontë en Rijmpjes en versjes uit de nieuwe doos van Han G. Hoekstra. Ook maakte ze haar eerste reclametekeningen voor uitgeverij Van Campen. Op 20 april 1946 verscheen de eerste tekening van Fiep Westendorp in Het Parool (bij het nieuwsbericht Drama in Chicago). Twee jaar later kwam ze als vast medewerkster bij deze krant en op 12 mei 1949 maakte ze haar eerste tekening voor de vrouwenpagina. Bij Het Parool leerde ze Annie M.G. Schmidt kennen. Haar eerste tekening voor Schmidts Jip en Janneke maakte ze op 13 september 1952. Zo begon ook haar werk voor de kinderpagina van Het Parool. In 1957 startte ze hier met Mies Bouhuys de kinderverhalenserie Pim en Pom. Kenmerkend voor Westendorps zwart-wit tekeningen zijn zwierige vormen, puntneusjes en wijd uit elkaar staande ogen. In de jaren 1950 en 1960 waren Fiep Westendorp en Annie M.G. Schmidt erg actief. Samen werkten ze aan kinderreclameboekjes zoals Drie stouterdjes voor Persil (1958), Sloddervrouwtje en Sloddermannetje voor Tomado (1961), Ibbeltje voor Venz (1961), Spiegel rondreis voor de KLM (1964) en Floddertje voor Nutricia (1968). Ook maakten ze kinderverhalen voor tijdschriften en kranten, zoals Ibbeltje voor Televizier, Pluk van de Petteflet en Otje voor de Margriet en Tante Patent voor het Haarlems Dagblad, Utrechts Nieuwsblad en Leids Dagblad. Naast illustraties vervaardigde Fiep in de jaren 1960 ook verschillende schilderingen, waaronder een muurschildering voor de kinderkamer van het cruiseschip Nieuw Amsterdam van de Holland-Amerika Lijn. Westendorp was in die jaren een geliefd illustratrice. In 1969 was zij de eerste Nederlandse illustratrice die tekeningen mocht maken voor Unicef: Kinderen en bloemen voor een wenskaart en De kunstenaar voor de Unicef-kalender van 1970. In die jaren begon Fiep Westendorp ook meer in kleur te werken. Ze maakte toen voor Bobo kleurentekeningen van Jip en Janneke en Pim en Pom. Vanaf 1992 worden diverse (bestaande) afbeeldingen van Jip en Janneke afgebeeldd op verschillende producten. Vanaf 1980, het jaar waarin haar succesvolle boek Otje verscheen, woonde Schmidt twee dagen per week in het huis van Westendorp, aan de Willemsparkweg in Amsterdam. De jaren 1990 waren Westendorps succesjaren: in 1990 illustreerde ze het Kinderboekenweekgeschenk Jorrie en Snorrie en in 1991 werden haar illustraties opnieuw gebruikt voor producten van de HEMA, Ravensburg, Jumbo en Art Unlimited. Het jaar daarop werd ze in haar geboortestad Zalbommel onderscheiden met een erepenning en kregen Jip en Janneke een beeld aan de Waalkade. Het hoogtepunt van haar carrière was op 7 september 1997, toen de CPNB haar de Oeuvre Prijs uitreikte. Datzelfde jaar maakte ze (81 jaar oud) haar laatste werk: illustraties voor de bundel Misschien wel echt gebeurd, een hommage aan Annie M.G. Schmidt. Na een lichte beroerte datzelfde jaar kon ze niet meer tekenen. In 2000 vroeg Fiep Westendorp aan kunsthistorica Gioia Smid of ze haar werk in kaart wilde brengen. Ze had Smid in 1983 leren kennen bij de voorbereidingen van een tentoonstelling over Annie M.G. Schmidt. Smid legde een archief Westendorp aan en maakte een tentoonstelling van haar werk voor de Rotterdamse Kunsthal (2003-2004). Bij de tentoonstelling verscheen de biografie Getekend: Fiep Westendorp en een gelijknamige AVRO-documentaire. In 2003 verscheen ook het jubileumboek Vijftig jaar Jip en Janneke en was er in het Maarten van Rossummuseum in Zaltbommel een expositie over Jip en Janneke. Eind 2003 kreeg Fiep Westendorp een luchtweginfectie en hartinfarct, waarvan zij niet meer herstelde. Op 3 februari 2004 overleed zij. Ze werd begraven op de Gemeentelijke Begraafplaats in Laren. De dag na haar overlijden werd bekend dat ze op 26 januari 2004 bij Koninklijk Besluit was benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Reputatie De Fiep Westendorp Foundation (FWF) erfde de rechten op haar werk en na haar dood droeg de stichting de zorg voor haar nalatenschap. Zo schonk de FWF haar tekentafel en werk aan het Maarten van Rossummuseum. In 2004 organiseerde de FWF een expositie van Westendorps tekeningen in Tokio. Twee jaar later publiceerde Smid een nieuwe biografie: Voor de vrouw maar voor haar niet alléén Fiep Westendorp in de krant. Van 16 november 2006 tot 11 maart 2007 was in het Persmuseum te Amsterdam de tentoonstelling Fiep in de Krant te zien. In Zaltbommel werd in 2009 een laan naar haar vernoemd. Fiep Westendorp was met hart en ziel illustratrice. Ze heeft meer dan zesduizend tekeningen gemaakt en meer dan tweehonderd boeken geïllustreerd. Met tomeloze energie, liefde en grote precisie creëerde ze een eigen wereld die altijd ten dienste stond van het verhaal dat ze illustreerde. Zo lette ze er altijd op dat ze niet het hoogtepunt van het verhaal afbeeldde: de pointe was voor de auteur. Welbewust koos Fiep Westendorp voor een leven in de schaduw van Annie M.G. Schmidt. Ze hield niet van competities, publiciteit en interviews: Laat mij maar tekenen, dat is het fijnste dat er is. Als ik teken zit ik in mijn privéhemeltje. Westendorp vond het dan ook niet erg wanneer Schmidt als enige werd beloond voor hun werk: Prijzen geven maar gedonder en van zo'n prijsuitreiking word ik alleen maar doodnerveus, zei ze bij de uitreiking van de Oeuvre Prijs. Pas na de dood van Schmidt in 1995 kreeg ze meer erkenning. Fiep Westendorp is vooral bekend geworden met haar illustraties voor de Jip en Janneke-verhalen van Schmidt en voor de verhalen van Mies Bouhuys over de poezen Pim en Pom. Naslagwerken Scheen. Archivalila Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag: familieadvertenties Westendorp; dossier Westendorp. Streekarchief Bommelerwaard, Zaltbommel: Bevolkingsregister Zaltbommel 1900-1919, Wijk A, archief 150, dl. 1029, 82; dl. 405, 42 (De Bommelerwaard 28-3-1961, 3, rouwadvertentie). Werk Gioia Smid en Aukje Holtrop, Getekend: Fiep Westendorp (Amsterdam 2003). Werken geïllustreerd door Fiep Westendorp (1916-2004), Literatuurdossier Fiep Westendorp (1916-2004) (zie: www.kb.nl). Literatuur Wim Hora Adema, 'Fiep Westendorp: een kaart voor de kinderen', Margriet (1969) nr. 35, 30-35. E.J.M.A. Vermolen, Fiep Westendorp, illustratrice en tekenares (Den Haag 1971). An Rutgers van der Loeff-Basenau red., De druiven zijn zoet. Zeventien stemmen over het kinderboek. Hoe het gemaakt, gelezen en beoordeeld wordt (Groningen 1976) 142-157. Annelies Bolluijt, 'De band tussen Fiep Westendorp en Annie M.G. Schmidt', Margriet (1993) nr. 51, 100-101. 1973 Vijfentwintig jaar Gouden Penselen 1997 & het Oevre Penseel voor Fiep Westendorp, Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (Amsterdam 1997). Gerrit Lijffijt, '10 vragen aan Fiep Westendorp', Libelle (2003) nr. 20, 48. Hans Renders, 'Leven in de schaduw', Vrij Nederland 23-10-2003, 61. Joke Linders, Het schuitje van Fiep en Annie (Haarlem 2004). Herlen Wensink, 'Een eigen universum. Fiep Westendorp 1916-2004', Elsevier 60 (2004) 7. Gioia Smid, Voor de vrouw maar voor haar niet alléén Fiep Westendorp in de krant (Amsterdam 2006). Janneke van der Veer, 'Fiep in de krant. De Parooljaren van Fiep Westendorp', Boekenpost (2006) nr. 86, 14-15. Bertjan Kers, 'Laan vernoemd naar Fiep Westendorp', Brabants Dagblad 4-2-2009. Gioia Smid, Fiep in vogelvlucht: hoogtepunten uit het werk van Fiep Westendorp (Amsterdam 2010). www.fiepwestendorp.nl. Illustraties Venetië, 1939. Foto uit: Smid en Holtrop, Getekend: Fiep Westendorp. Jip en Janneke: Oe! Een Koe!, 1978. © Fiep Amsterdam bv: Fiep Westendorp Illustrations. Auteur: Vera Weterings Biografienummer in 1001 Vrouwen: 956 laatst gewijzigd: 04/04/2013 |