Gillis de Meijer
Geslacht: | Man | |
Vader: | Jacob de Meijer | |
Moeder: | Anna Lammertse | |
Geboren: | 6 Jan 1790 | Rotterdam |
Overleden: | 23 Jan 1867 | Den Haag |
Beroep: | kunstschilder | |
Aantekeningen: | MEIJER (Gilles de), werd den 6 Jan. 1790 te Rotterdam geboren. Hij ontving zijne eerste opleiding in de teekenkunst onder Cornelis Bakker en bij het teekengenootschap Hierdoor tot hooger, ook in de bouw-, doorzigt- en ontleedkunde. Voorts vormde hij zich zoo in zijne geboorteplaats als later te Parijs en elders door eigen oefening. Hij legde zich in het algemeen op het historieƫle vak toe, doch hield zich ook met miniatuur-schilderen op ivoor bezig. In 1817, 1821 en 1823 bezocht hij een groot deel van Frankrijk en Duitschland, en hield zich vooral te Parijs onledig met het schilderen in miniatuur en in olieverw. Van 1817 tot 1830 was hij corrector bij het levend model- en pleisterteekenen in het bovengemeld genootschap; in 1831 een der eerste oprigters en voorzitter van Arti Sacrum, dat naderhand met Hierdoor tot hooger, is vereenigd. De Meijer deed zich ook gunstig kennen in het vak der letterkunde door verschillende redevoeringen, zoo als over de kunstverdiensten van wijlen den miniatuur-schilder G.J. van den Berg; over de Waarde van den beeldenden kunstenaar en over het Belangrijke der oprigting van Schilder en Teeken-akademien. Men heeft nog van zijne pen Lijkrede en Lijkzangen uitgespr. in de Maatsch. Verscheidenheid en overeenstemming, te Rotterdam ter nagedachtenis nan Pieter Wittigs, gevolgd door eenige zijner nagelatenen gedichten. Rott. 1823. 8o. Redevoering der Maatschappij Verscheidenheid en Overeenstemming, ter gelegenheid van haar 75-jarig bestaan, 1835 (Algemeen verslag door G. de Meijer, redevoering door R.H. van Someren, en Feestzang door A. van der Hoop Jr. (Rott.) 8o. Hij was lid van verdienste der beide gemelde vereenigde genootschappen, der maatschappijen Diligentia te 's Hage, en Verscheidenheid en Overeenstemming te Rotterdam. Hij huwde Maria van der Helm, die hem drie zonen schonk, van welke de beide jongsten, Gilles van Overbeek en Arend de kunst beoetenden. Tot zijne leerlingen behooren de kunstschilders W.H. Schmidt, E. van Eysden, W. Rikkers en H. van der Helm. Ook zijn broeder Jacob, leerling van den Dortschen beestenschilder van Strij, beoefende te Rotterdam de schilderkunst. Zie Immerzeel, t.a.p. bl. 223, 224. Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 12 |
Gezin 1
Huwelijkspartner: | Maria van den Helm | geb. 12 MEI 1799 overl. 5 MRT 1851 |
Huwelijk: | 29 OKT 1828 | Rotterdam |
Kinderen: | ||
Gillis van Overbeek de Meijer | geb. 2 MRT 1831 overl. 13 Juli 1918 |