Christine Abigael van der Willigen
| Geslacht: | Vrouw | |
| Vader: | Adriaan van der Willigen | |
| Moeder: | Geertruyda Aletta van Voorthuysen | |
| Geboren: | 7 MEI 1850 | Haarlem |
| Overleden: | 1 Aug 1931 | Laren, N.-H. |
| Aantekeningen: | Christine werd op 7 mei 1850 geboren te Haarlem als dochter van de bekende kunstkenner Dr. Adriaan van der Willigen. Als leerlinge van Pieter Frederik van Os (1808-1892) werkte zij op het Kunstnijverheidsmuseum. Zij schilderde bij Graber en Jacob Smits (later te Moll) en boetseerde bij E.H. von Saher. In 1894 studeerde zij bij F. Oldewelt, destijds verbonden aan de Haarlemse Kunstnijverheidschool en bekend om zijn portretten, bloemen en stadsgezichten. De invloed van haar leraar is te zien in de bloemstukken welke Christine schilderde. In 1905 werkte de schilderes te Brussel in het atelier Blanc-Garin en studeerde vervolgens aan de Antwerpse Academie waar zij alle klassen doorliep. Zij schilderde daar naakten zoals zij dat ook deed bij H.M. Krabbe in 1910. Krabbe kende zij mogelijk nog uit de tijd dat hij doceerde aan de Haarlemsche school. Zij woonde en werkte voorts in Nunspeet en Volendam maar maakte in haar leven vele reizen naar onder meer Frankrijk, Duitsland en Italië. Naast haar bekendheid als schilderes, voornamelijk van bloemstukken, vervaardigde zij aquarellen, zij etste en tekende landschappen. Bekend zijn z.g. dorps-schetsjes maar ook de haven van Volendam en stadjes in Frankrijk. Zij was lid van de vereniging van beeldende kunstenaars Laren-Blaricum. Christine overleed te Laren op 1 augustus 1931. In " de korte Geschiedenis der Hollandsche Schilderkunst" (1923 Alb. Plasschaert) wordt Christine omschreven als: Een schilderes van bloemen, etc. met een zekere persoonlijkheid". |
|