Derk de Vries
Geslacht: | Man | |
Vader: | Frederik de Vries | |
Moeder: | Gerrigje ten Brink | |
Geboren: | 23 Sept 1900 | Purmerend |
Overleden: | 30 MEI 1982 | Assen |
Religie: | Ned. Hervormd | |
Aantekeningen: | Purmerend. Boekhouder gemeente gasfabriek. Dienstweigeraar. In november 1900 veroordeeld tot 10 maanden en 5 jaar ontzegging. Lijst links-extremistische personen (1939). Op 12 jarige leeftijd begon Derk als timmermansleerling bij een oom van hem, (fa Bas Dobber).Hij werd toen leerling op de stadstekenschool te Purmerend, tegelijk met Mart Stam een later bekend geworden architect van het z.g. Nieuwe Bouwen. Na enige maanden raakte hij gewond aan zijn hand door een uitschietende beitel. Nog tijdens het herstel deed zich een mogelijkheid voor om als jongste bediende op het kantoor van de toenmalige Gasfabriek te Purmerend te komen werken. Omdat ook de houtbewerking hem niet trok, werd hij op 13?jarige leeftijd op 26 januari 1914 aangenomen en stopte hij met de opleiding op de stadstekenschool. In 1915 begon hij een avondopleiding Boekhouden in Amsterdam. Op 17 december 1917 werd hem het diploma uitgereikt in lokaal "Odeon" Singel 460 te Amsterdam. Op 1 januari 1918 werd hij door het gemeentebestuur benoemd tot Boekhouder aan de gemeentegasfabriek.(Jaarwedde 800 gulden). In zijn vrije tijd ontwikkelde hij zich tot een religieus socialist en was actief in de J.G.O.B.(Jongeren Geheel Onthouders Bond). In 1920 moest hij in militaire dienst. Op grond van zijn socialistische principes weigerde hij. Zijn beweegredenen werden niet erkend zodat hij veroordeeld werd tot een gevangenisstraf van 10 maanden. Hij zit zijn straf uit in fort Spijkerboor en in Scheveningen. In de Spijkerboorperiode laat hij een weekblad "Rats" verschijnen, een geschreven blad waarin het gevangenisleven wordt behandeld, voor zijn medegevangenen. In Augustus 1921 wordt hij in Scheveningen ontslagen. Hij treedt weer in dienst van de gemeentelijke gasfabriek te Purmerend Toen zij trouwden betrokken zij een bovenwoning aan de Bultstraat. Beneden was een drogisterij gevestigd beheerd door ene de Vries (geen familiebanden). In 1925,vrij spoedig na de geboorte van hun tweede kind Trijnie, zijn ze verhuisd naar de Esdoornstraat 3 op het z.g. Rooie Dorp. Een buurtje dat in de nabijheid van het eerste station van de spoorwegen is gebouwd in 1921, door de woningbouwvereniging De Volkswoning. Het gezin is daar uitgebreid tot vier kinderen. In 1936 (op 23 Januari) zijn ze verhuisd naar de Purmerweg 32. Het huis was daar groter en bovendien woonde op nr 28 een broer van Derk, Simon de Vries met Aletta Beetz waar een goede verstandhouding mee bestond. Voor haar huwelik was zij naaister in dienst van de firma Deitmers Purmerend. Derk wordt in de twintiger jaren lid van de Communistische Partij en volgt de stroming die Henriette Roland Holst voorstaat. Zij wordt in 1926 uit die partij gezet vanwege haar ideeën, die niet stroken met de partijlijn. Vermoedelijk in 1927 bedankt ook Dirk voor het partijlidmaatschap. Via discussiebijeenkomsten komt hij in contact met dominee E.H. Wieringa, Een links georiënteerde, Nederduits Hervormde predikant. In 1929 wordt hij aangenomen als lidmaat van de hervormde gemeente te Purmerend. In zijn vrije tijd schrijft hij soms gedichten en verhalen. Hiervan verschijnen enkelen in het Christelijk letterkundige tijdschrift "Opwaartse Wegen", in 1936 in het boek "Werk en in 1938 in het boek "Mensen van de straat". Ook in het boek "Trou?Ringh" uitgegeven door Bosch & Keuning NV te Baarn (1937), is een verhaal van zijn hand opgenomen. Voorts een gedicht in "De dichters van het jaar" uitg. Bigot en van Rossum NV Amsterdam 1938 en in het boek "Het Kind in de Poezie"van Dirk Coster uitgeverij .A.J.G. Strengholt?Amsterdam 1934. In de bezettingstijd (1940?1945) raakt hij betrokken bij de verspreiding van het verzetsblad "Vrij Nederland" in de regio van Purmerend. Ook houdt hij zich bezig met de verspreiding van bonkaarten aan onderduikers. Hij is in 1945 nog enkele dagen bewaker bij gevangen genomen stadgenoten die met de bezetter hadden geheuld, toen deze tijdelijk in het HBS?gebouw werden verzameld. In de eerste naoorlogse jaren heeft hij zitting in een comité dat zich beijverd om in Purmerend een verzetsmonument te laten verrijzen. Hij verzorgt de tekst voor het boekje Laarzen in Marktstad. De verkoop hiervan zou het benodigde geld op moeten brengen. Dit mislukt zodat nog slechts een naamplaat met de namen van de gevallen burgers rest. Deze plaat is bevestigd aan de muur van het vroegere raadhuis op de Kaasmarkt. Na de bevrijding wordt hij lid van de Partij van de Arbeid. Als in 1947 door de Nederlandse regering wordt besloten om in het toenmalige Nederlands?Indié een z.g. politionele actie te beginnen om de vrijheidsstrijd van de Indonesiërs de kop in te drukken bedankt hij en wordt later na oprichting van de PSP lid van deze partij. Toen hij in 1968 op vakantie naar een vroegere kennis (Bert Klees) uit de dienstweigeringperiode ging die in Canada woonde, vroeg deze hem ook een visum aan te vragen voor de USA omdat ze nabij de grens woonden. Dat visum werd geweigerd op grond van zijn communistische verleden! Hij kreeg alleen toestemming voor een bezoek van zonsopgang tot zonsondergang. In het kerkelijke leven heeft hij diverse functies bekleed: Hij werd collectant tijdens de diensten, trad toe tot het kerkkoor, en is een aantal jaren kerkvoogd geweest. In de twintiger jaren kwam het cremeren van gestorven mensen in opkomst. Zo ontstond in Nederland onder andere een Arbeiders Vereniging voor Lijkverbranding (AVVL). Door vestiging van plaatselijke afdelingen kon men door de verkoop van zegels de lager betaalde mensen een verzekering aanbieden voor een crematie. In Purmerend heeft Derk van ca.1930 tot ongeveer 1948 in het bestuur als penningmeester gefungeerd. Ook heeft hij in het bestuur van de openbare leeszaal en Bibliotheek te Purmerend gezeten. Daar behoorde tegelijk het bedienen bij van mensen die een boek kwamen lenen. Daarbij werden ook zijn dochters Ger en Trijnie ingeschakeld. In de naoorlogse jaren heeft hij deelgenomen aan een discussiegroep, waarin mensen met verschillende religieuze? en politieke achtergrond zitting namen. Hierin werden onderwerpen ingeleid door een van de leden op het terrein van religie, filosofie of politiek, waarop dan discussie volgde. Tot aan zijn vervroegde pensionering is hij in dienst gebleven van de gemeente Purmerend. Hij eindigde als hoofd van de Centrale Boekhouding van de gemeentebedrijven.(Gemeentewerken, gasbedrijf, Ziekenhuis, en marktwezen). Na zijn verhuizing naar Borger in Drente trok hij zich terug uit het verenigingsleven en leidde een teruggetrokken leven. Hij heeft daar nog vaak van de natuur genoten tijdens veel wandelingen die hij samen met zijn tweede vrouw heeft gemaakt in binnen? en buitenland. Hij is gestorven een dag na terugkomst van een vakantie in Zwitserland, waar ze met een groepsreis in Hotel?restaurant Schönegg te Lohner enige dagen verbleven. Naast alles wat hem bezighield was hij vanaf Juli 1923 ook nog vader. Een vader die ons heeft geleerd wat betrouwbaarheid en integriteit is. Die met ons door Noord-Holland fietste langs jeugdherbergen. Die 's morgens vroeg met mij meeging toen ik zwemmen leerde in het zwembad in het Noord-Hollands kanaal. Die met ons wandelde: toen we klein waren "het eerste laantje om" in de Zuidoost?Beemster, later "De vurige staart om" of naar de Purmerdijk tot Kwadijk en terug. De herinnering aan hem wordt overheerst door zijn anti?autoritaire wijze van optreden, waarbij hij de regels thuis in hoofdzaak door zijn vrouw liet vaststellen die daar tegelijk consequent aan vasthield. |
Gezin 1
Huwelijkspartner: | Antje Lijsbeth Moerbeek | geb. 18 MRT 1900 overl. 16 Sept 1951 |
Huwelijk: | 12 OKT 1922 | Purmerend |