Ericus Gerhardus Verkade

Geslacht: Man
Vader: Ericus Gerhardus Verkade
Moeder: Eduarda Thalia Koning
Geboren: 18 Sept 1868 Zaandam
Overleden: 29 Aug 1927 Den Haag
Religie: geen
Beroep: directeur van Verkade's Fabrieken te Zaandam, directeur van de Nederlandsche Gist- & Spiritusfabriek NV te Delft
Aantekeningen: Verkade - oudste zoon uit een groot gezin - doorliep de lagere school te Zaandam, waar zijn vader van 1853 tot 1876 een patentoliefabriek bezat. Toen deze in laatstgenoemd jaar door brand verloren ging, begon vader Verkade in 1877 met zijn zwager E. Smit een vennootschap als commissionair in granen, zaden en olie. In 1883 werd deze vennootschap in vrede en vriendschap beëindigd. Na nog een tijdlang zaken voor eigen rekening te hebben gedaan, begon vader Verkade op 2-5-1886 een brood- en beschuitfabriek onder de naam Verkade& Comp. te Zaandam. Het gezin Verkade was inmiddels verhuisd van Zaandam, via 'Klein Boom en Bosch' te Breukelen (1881-1883), naar Amsterdam. In de periode 1882/1883 bezocht Ericus Gerhardus Verkade een kostschool te Oisterwijk. In Amsterdam doorliepen hij en zijn broers, onder wie de latere kunstschilder en Benedictijner monnik Willibrord en de acteur Eduard, de 3-jarige Handelsschool. Van 1886/1887 kreeg Verkade een opleiding in het Chemical Laboratory van de School of Science & Art te Brighton (Engeland), waar hij bij de directeur Jago in huis was. In 1887 begon Verkade op negentienjarige leeftijd zijn werkzaamheden als medewerker in het inmiddels groeiende Zaanse bedrijf van zijn vader. Van 1889 af werd door het bedrijf als eerste in Nederland beschuit in bussen verkocht. Inmiddels was er ook emplooi in het bedrijf gekomen voor de derde van de vijf zoons uit het gezin, Arnold Hendrik. In 1896 werd de fabricatie van waxine thee- en nachtlichten, een voor Nederland nieuw produkt, ter hand genomen. De vierde zoon, Anton, werd na zijn fabrieksopleiding in Engeland bij de firma waar de patenten waren gekocht, met de leiding van deze uitbreiding belast. In 1902 verhuisde deze fabriek van Amsterdam naar Zaandam, waar zij spoedig één geheel vormde met de brood-, koek- en beschuitfabriek. E.G. Verkade, in 1895 als compagnon van zijn vader in de zaak opgenomen, was inmiddels in 1890 in relatie gekomen met de Nederlandsche Gist- & Spiritusfabriek NV te Delft en bevriend geraakt met F.G. Waller, de jongste directeur. Toen de Gistfabriek in 1895 aan de jaarlijkse bakkerijtentoonstelling in Londen met een 'Hollandsche bakkerij' deelnam, belastte Verkade zich op uitnodiging van de Delftse directie met de leiding.
In 1900 trok vader E.G. Verkade zich uit zaken terug en viel de directie nu niet alleen toe aan E.G. Verkade jr., maar werd ook zijn broer A.H. Verkade directeur. Toch was het vooral aan E.G. Verkade te danken, zeker aan zijn inspirerend doorzetten, dat van 1904 af met de zo bekend geworden Verkade's albums reclame gemaakt zou worden. De idee om bij de produkten van Verkade plakplaatjes voor een speciaal album te voegen en door een ruilsysteem een op zich zelf populair-wetenschappelijke tekst over Nederlands natuur voor gebruikers van Verkade-artikelen door eigen activiteit te doen illustreren sloeg sterk in. De reeks albums werd in de tijd van E.G. Verkades directeurschap geopend met de bekende reeks albums over De vier jaargetijden: Lente. Zomer, Herfst en Winter. Het waren E.G.'s artistieke gaven - een kunstzinnige aanleg die ook bij andere leden van de familie Verkade aan de dag trad - die hem inzicht deden hebben in de commerciële betekenis van verantwoorde verpakkingen en publiciteit.
Na de dood van J.C. van Marken, de directeur -oprichter van de Nederlandsche Gist- & Spiritusfabriek NV, in januari 1906 werd Verkade uitgenodigd om als directeur tot de leiding van de fabriek te Delft toe te treden. Aan zijn besluit om aan de uitnodiging gevolg te geven lagen verschillende overwegingen ten grondslag. Allereerst de wetenschap dat hij zijn werk met een gerust hart aan zijn broers A.H. en J.A.E. Verkade kon overdragen, van wie de laatste zijn krachten speciaal aan de bakkerij gaf, vervolgens de uitdaging om deel te nemen aan het bestuur van een veel grotere onderneming, voorts zijn belangstelling voor de sociale arbeid van Van Marken, die over de hele wereld bekend was geworden, en ten slotte het vooruitzicht met zijn hooggewaardeerde vriend Waller dagelijks te kunnen samenwerken.
In de aandeelhoudersvergadering van de Gistfabriek van 30 april 1906 werd Verkade op 37-jarige leeftijd als directeur benoemd en belast met de commerciële, administratieve en sociale aangelegenheden van de fabriek. Hij bleef als president-commissaris en adviseur aan de Verkade's Fabrieken verbonden.
Verkades opgewekte natuur, zijn dienende, objectief gerichte instelling ten opzichte van de medemens, zijn grote werklust en bekwaamheden maakten dat hij al spoedig het vertrouwen won van allen die met hem samenwerkten. Ook mevrouw Verkade-van Gelder had een aandeel in het sociale werk o.m. door haar aandacht te geven aan de kleuter- en aan de naai- en breischool die de Gistfabriek voor de kinderen van haar personeel had ingericht. Toen het echtpaar in 1918 - een jaar na dato, vermoedelijk ten gevolge van de Eerste Wereldoorlog - hun zilveren huwelijk herdacht en E.G. Verkade kort daarop zijn 12½-jarig dienstjubileum bij de Gistfabriek, bleek uit de grote belangstelling en de hartelijke toespraken welk een centrale plaats zij in het leven van de fabriek hadden verkregen. Het gezamenlijk personeel onderstreepte deze gevoelens door Verkade een door J. Toorop van hem gemaakt konterfeitsel aan te bieden. Groot was dan ook de verslagenheid toen Verkade in 1921 ten gevolge van zijn verslechterende gezondheid besloot zijn functie als directeur neer te leggen. Dank zij een speciale regeling van werkzaamheden bleef hij leiding geven aan een aantal sociale projecten, zoals de inrichting van de sociale instellingen van de dochteronderneming te Brugge. Toen dat belangrijke werkstuk klaar kwam, meende hij dat zijn gezondheidstoestand hem in 1924 veroorloofde als commissaris -een post die hem herhaaldelijk was aangeboden - de onderneming nog te kunnen dienen. In dat jaar maakte hij een reis naar zijn dochter in Amerika, mede om zich daar te laten opereren. Hoewel hij nog tot april 1927 aan de vergaderingen van het college van commissarissen actief deelnam, trad er in de verraderlijke ziekte waaraan hij leed, in dat jaar een ernstige verandering op, zodat zijn overlijden op 29-8-1927 op bijna 59-jarige leeftijd toch nog onverwacht plaatsvond. Zijn beeltenis werd in een bronzen plaquette, vervaardigd door de kunstenaar J.C. Wienecke, vereeuwigd en in 1928 geplaatst in de voorhal van het hoofdkantoor te Delft.
Zijn verdiensten ten opzichte van het bedrijfs- en openbare leven - Verkade was in zijn Zaanse periode een tijdlang lid van de gemeenteraad (van 30-7-1903 tot 23-5-1906) en wethouder (van 5-9-1905 tot 17-5-1906) - vonden erkenning in een koninklijke onderscheiding.
A: Koninklijke Verkadefabrieken BV Zaandam; Gist-Brocades NV Delft.
P: [E.G. Verkade], 'E.G. Verkade sr.', in De Fabrieksbode 26 (1907) 8 (23 februari) 1-2.
L: Gegevens over de Nederlandsche Gist- & Spiritusfabriek en Verkades activiteiten in De Fabrieksbode van 1906-1950; in memoriam-artikelen ibidem, 46 (1927) 37 (3 september) 1; ibidem, 46 (1927) 39 (14 september) 1-8; ibidem, 46 (1927) 40 (17 september) 1; Fr. van Eeden, Dagboek 1878-1923. Voor het Frederik van Eeden-Genootschap uitg. en toegel. door H.W. van Tricht (Culemborg, [1971]) II, 745, 845, 903; E. Verkade-Cartier van Dissel, Eduard Verkade en zijn strijd voor een nieuw toneel (Zutphen, 1978).
W. de Vries Wzn.
Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 2 (Den Haag 1985)
Laatst gewijzigd op 12-11-2013

Gezin 1

Huwelijkspartner: Henriëtte Johanna Catharina van Gelder geb. 4 OKT 1870 overl. 2 Juni 1950
Huwelijk: 4 Feb 1892 Amsterdam
Kinderen:
  Ericus Gerhardus Verkade Male geb. 18 MRT 1896
  Eduarda Thalia Verkade Male geb. 16 Dec 1892 overl. 3 Apr 1971
  Titia Verkade Male geb. 23 Jan 1899
  Jan Willibrord Verkade Male geb. 20 Apr 1902