Siegfried Emanuel van Praag
Geslacht: | Man | |
Vader: | Henri van Praag | |
Moeder: | Grietje de Jongh | |
Geboren: | 8 Aug 1899 | Amsterdam |
Overleden: | 16 MRT 2002 | Brussel, België |
Religie: | Ned. Israelitisch | |
Aantekeningen: | Nederlands romanschrijver en essayist (Amsterdam 8.8.1899). Studeerde Franse taal en letteren aan de Universiteit van Amsterdam; was korte tijd leraar en woonde sedert 1936 te Brussel met onderbreking van de oorlogsjaren, toen hij verbonden was aan de Belgische radio in Engeland. Zijn talloze romans, vlot en levendig van stijl, getuigen van grote - o.m. historische - kennis en van liefde voor de mens. Hij legt daarbij een duidelijke voorkeur aan de dag voor kosmopolitische - vooral Frans of joods gekleurde - decors en atmosfeer, zoals die bijv. in de artiestenwereld van circus of cabaret (La Judith, 1930) of in emigrantenmilieus (Pension Wessels, 1939) te vinden zijn. De novelle Een man van aanzien (1930) werd bekroond door de Maatschappij van Nederlandse letteren (1931). De grootste bekendheid verwierf hij met zijn verhalen over vrouwenfiguren uit het 18de-eeuwse Frankrijk (Julie de Lespinasse, 1934; Mariannes lijfwacht, 1951). Daarnaast heeft de Israëlitische levens- en cultuursfeer zijn belangstelling; behalve in romans (Een vrouw van tact, 1947; Saul, 1948) getuigde hij daarvan in studies over de literaire en culturele bijdrage van Nederlandse en Westeuropese joden (De westjoden en hun letterkunde, 1926; Jeruzalem van het Westen, 1961). Werken: Sam Levita's levensdans (1927); Langs de paden der liefde (1928); In eigen en vreemden spiegel (1928); Tusschen goed en kwaad (1929); Cabaret der plaatsvervangers (1932); Madame de Pompadour (1936); Minnares in ongenade (1937); Essai d'une typologie juive (1938); Son Anglaise (1944); Jezus en Menachéém (1951); Hebreeuwse lichtekooi (1952); La Châtelaine (1956); Marceline (1959); De troostprijs (1963); Jacob Veere's dierenpark (1965); Korte karavaanweg (1965); De rattenkoning (1966); Dokter de Sola (1968); De Jacobsladder (1969); Grenzenzoekers (1970); Indrukken en gedachten (1971); De oude Darsjan. Over jodenbuurten en joodse buurten (1971); De arend en de mol (1973); Amram de clown (1974); Onder de streling van het groen (1975); Partijtje ruw, partijtje geslepen (1976); Mokum aan de Amstel; een goed huwelijk (1976); Wie was hij toch? (1977); Het huisaltaar (1978); Damesprotest (1979); Verhalen in oud rose (1980); Het heilig stramien (1981); Uitgeleide (1982); De toverheg (1983). Literatuur: N.A. Donkersloot, in Ter zake (1932); Singel 262 (1949); R. Bulthuis, S.E.v.P. een schrijver en zijn werk (1969); H. de Zwart, Literama, 13, 5 (1978-1979); C. van der Heyden, in Bzzlletin, 10 (1982), interview. [W. Gobbers] De Nederlandse en Vlaamse auteurs |
Gezin 1
Huwelijkspartner: | Hilda Sanders | geb. 19 MEI 1899 overl. 22 Feb 1974 |
Huwelijk: | 16 Apr 1924 | Amsterdam |
Kinderen: | ||
Herman Jonas van Praag | geb. 6 Feb 1929 | |
Ganna Judith van Praag | geb. 16 Jan 1935 |