Aantekeningen: |
Hij nam al op zijn vijftiende jaar dienst in het leger als volontair kanonnier en werd na een reeks van bevorderingen uiteindelijk generaal-majoor der artillerie. Hij trouwde met Louisa Elisabeth Ebeling. Drie van hun vier kinderen overleden op relatief jonge leeftijd. Na Louisa's dood gaf Hendrik een boekje uit met dagboekfragmenten en gedichten van Louisa naar aanleiding van de dood van hun kinderen.
In 1876 werd Hendrik tussentijds benoemd tot minister van Oorlog in het kabinet-Heemskerk. Hij bleef dat tot eind 1877, toen er een ander kabinet kwam. Vanaf 1880 was Hendrik lid van de Raad van State; hij was tevens adjudant in buitengewone dienst van koning Willem III. |