Mirjam Waterman

Geslacht: Vrouw
Vader: Barend Waterman
Moeder: Henriette Lopes Cardozo
Geboren: 5 Dec 1916 Hilversum
Overleden: 16 Feb 2011 Haifa, Israël
Aantekeningen: 13.12.2011
Held van de maand december: Mirjam Pinkhof-Waterman
Hinke Piersma, december 2011
Iedere dag als ik de deur uitga, draag ik haar bij me. Mijn schoudertas van blauw leer in A4 formaat, met een vakje voor mijn mobiele telefoon, eentje voor pennen en visitekaartjes en een rits. Gemaakt door Mirjam Pinkhof-Waterman (1916-2011) toen ze al in de negentig was. ‘Ik maak tegenwoordig tassen’, had ze gezegd tijdens ons tweejaarlijkse telefoongesprek Nederland-Israël, en, ‘natuurlijk wil ik er eentje voor jou maken, zeg maar wat voor kleur en wat voor maat’. Drie maanden later ontving ik mijn schoudertas over de post; er zaten ook twee snoepjes in.
Mirjam stierf dit jaar op 16 februari in Haifa. Ze was geboren in Loosdrecht in een geassimileerd Joods diamantairsgezin. Door haar werk als onderwijzeres (eerst op de privéschool van Kees en Betty Boeke in Bilthoven, en met het uitbreken van de oorlog als leidster van een eigen schooltje in Loosdrecht) ontmoette ze de vrome Menachem Pinkhof (1920-1969). Actief in de zionistische jeugdbeweging, was hij begin 1940 gevraagd om jeugdleider te worden in het Paviljoen Loosdrechtse Rade, een vakantiehuis vlakbij Mirjams ouderlijk huis. In dit Paviljoen hadden negenenveertig jonge Duitse Palestina-pioniers een onderkomen gevonden, nadat ze in november 1938 uit nazi-Duitsland waren gevlucht. De bedoeling was dat ze via de buurtstaten naar Palestina zouden emigreren. Dit werd verijdeld door de Duitse bezetting van Nederland.
Mirjam en Menachem, inmiddels verliefd, koesterden geen illusies over het lot van de Joden. Ze stelden alles in het werk om ‘hun’ kinderen te redden. Daartoe was het contact met de niet-Joodse onderwijzer Joop Westerweel, die Mirjam op de school van Boeke had leren kennen, van cruciaal belang. Met hem werden de mogelijkheden besproken om de groep Palestina-pioniers in één keer te laten verdwijnen. Er werd een duik- en een noodplan opgesteld. Toen via een medewerkster van de Joodsche Raad bekend werd dat de ontruiming van het Paviljoen op handen was, werd tussen 14 en 18 augustus 1942 het noodplan uitgevoerd. Resultaat: een leeg Paviljoen toen de Duitsers met hun arrestatiewagens voorreden. ‘Het was een moment’, aldus Mirjam, ‘om nooit te vergeten’. De Westerweel-groep was geboren. In totaal wist deze verzetsgroep zo’n 200 Joden uit de klauwen van de Duitsers te redden.
Van de negenenveertig Palestina-pioniers overleefden er vijftien de oorlog niet. Vanwege de vaak maar tijdelijke onderduikadressen was de Westerweel-groep gedwongen om ontsnappingsroutes naar het buitenland te zoeken. Acht pioniers liepen net over de Belgische grens rechtstreeks in de armen van Gestapo als gevolg van een onbetrouwbaar contact; de andere zeven werden op hun onderduikadres gepakt. In het voorjaar van 1944 ging het ook met Mirjam en Menachem mis. Ze werden gearresteerd na een mislukte bevrijdingspoging van de gevangen genomen Joop Westerweel uit kamp Vught. Westerweel werd op 11 augustus 1944 gefusilleerd. Mirjam en Menachem werden via Westerbork naar Bergen-Belsen gedeporteerd en in april 1945 door de Russen bij Tröbitz bevrijd.
Mirjam was rechtlijnig en eigenzinnig. Ze schroomde bijvoorbeeld niet om in 1943 haar familieleden uit Westerbork vrij te kopen met de zwarte diamanten die haar vader in de tuin had begraven. Haar besluit om in 1946 naar Israël te emigreren werd ingegeven door haar ervaringen in de oorlog. Niet langer, zo schreef ze aan haar moeder, wilde ze haar lot af laten hangen van mensen die wel of niet vriendelijk waren, die je wel of niet wilden gedogen. Bovenal koesterde ze haar liefde voor Menachem. Aan hem wijdde ze een boek, en van hem keerde ze in 1945 zwanger in Nederland terug. Dat haar oudste zoon op weg van Bergen-Belsen naar Nederland werd verwekt, was het ultieme bewijs van haar overlevingsdrang.
Ondanks alles wat ze had meegemaakt is Mirjam blijven geloven in het goede van het individu. Volgens haar kwam ook in de meest miserabele mens een vonkje goedheid naar boven als het de kans kreeg. Voor haar werd dat verwoord door een gedicht van Henriëtte Roland Holst, waarmee de rubriek ‘Held van de maand’ het nieuwe jaar in gaat:
De zachte krachten zullen zeker winnen
in ’t eind -- dit hoor ik als een innig fluistren
in mij: zoo ’t zweeg zou alle licht verduistren
alle warmte zou verstarren van binnen.
De machten die de liefde nog omkluistren
zal zij, allengs voortschrijdend, overwinnen,
dan kan de groote zaligheid beginnen
die w’als onze harten aandachtig luistren
in alle teederheden ruischen hooren
als in kleine schelpen de groote zee.
Liefde is de zin van ’t leven der planeten
en mensche’ en diere’. Er is niets wat kan storen
’t stijgen tot haar. Dit is het zeekre weten:
naar volmaakte Liefde stijgt alles mee.
Meer lezen?
Mirjam Pinkhof (samenst.), De jeugdalija van het Paviljoen Loosdrechtsche Rade 1939-1945 (Hilversum, 1998)
Mirjam Pinkhof, Menachem (Haifa, 1979)
J.W. Regenhardt, Om nooit te vergeten: passages uit het verzet van Palestina pioniers en hun kameraden ( Spaarndam, 1984)
Philip Rümke, ‘In memoriam Mirjam Pinkhof 1916-2011’, Auschwitz Bulletin 2011-2
NIOD

Gezin 1

Huwelijkspartner: Menachem Pinkhof geb. 13 MRT 1920 overl. 15 Juli 1969
Huwelijk: XXXX onbekend