Marius Hendrikus Flothuis
Geslacht: | Man | |
Vader: | Marius Hendrikus Flothuis | |
Moeder: | Anna Bernardina Nicoline Hamel | |
Geboren: | 20 OKT 1914 | Amsterdam |
Overleden: | 13 Nov 2001 | Amsterdam |
Beroep: | componist | |
Aantekeningen: | Last Name: Flothuis First Name: Marius Rescuer's fate: imprisoned survived camp inmate Nationality: THE NETHERLANDS Gender: Male Profession: ASSISTANT DIRECTOR Place during the war: Amsterdam, Noordholland, The Netherlands ; Amsterdam, Detention Site ; Vught, Camp ; Oranienburg, Camp, Germany ; Schwerin Camp, Camp, Germany Rescue Place: Amsterdam, Noordholland, The Netherlands Rescue mode: Hiding Other File number: File from the Collection of the Righteous Among the Nations Department (M.31.2/9503) Marius Flothuis was the assistant director of the Concertgebouw-orchestra in Amsterdam when the war broke out. When, in 1942, the members of the orchestra were forced to sign allegiance to the Kulturkammer, Flothuis refused to do so. All artists, Jews excluded, had to subscribe to this Chamber of Culture, in order to keep their jobs. From that moment on, he concentrated his activities resisting the occupying Nazi power. Flothuis and his wife, Leni Sternheim, who had a Jewish father, had two young daughters. He thus had a number of Jewish friends and relatives. In order to solicit money to assist Jews, Flothuis started to organize house concerts. Simultanously, the Flothuises hid the Jewish couple J. and C. Reichenfeld in their home, as well as Jo Juda, the father of a well-known Jewish violinist. Also Peter Diamand and his mother found shelter in the Flothuis home. During one such concert in September 1943, the police forced themselves into his home and all were arrested. The Jews who were present, both guests to the concert, among whom a Jewish nephew and niece of Marius, as well as those in hiding, were taken to the Hollandsche Schouwburg, the assembly point for Jews in Amsterdam. Marius was also arrested and taken to the Amstelveenseweg prison in Amsterdam. At the end of November 1943, he was moved to the Vught (Herzogenbusch) concentration camp in the North Brabant province. From there he was deported on September 5, 1944 to the Oranienburg-Sachsenhausen concentration camp in Germany. After surviving a grueling death march, Flothuis was liberated in Schwerin in May 1945. He then returned to Amsterdam in need of long-term medical attention. Only years later did he re-join the Orchestra. He also became a professor of musicology at the University of Amsterdam and was a well-known violinist until his death in 2001. On November 25, 2001, Yad Vashem recognized Marius Flothuis as Righteous Among the Nations. De componist en musicoloog Marius Flothuis is in Amsterdam geboren als zoon van een leraar Duits en een onderwijzeres. Hij bezocht in zijn geboortstad het Vossius Gymnasium; een van zijn leraren, de historicus Jacques Presser, is met zijn eruditie, politiek engagement en uitgesproken anti-nazistische oriëntatie van grote betekenis geweest voor Flothuis intellectuele ontwikkeling. Muziekonderwijs genoot hij bij onder anderen Hans Brandts Buys. In 1932 begon hij de studies klassieke letteren en muziekwetenschap in Amsterdam en Utrecht. In 1937 werd hij assistent artistieke zaken van Rudolf Mengelberg, algemeen directeur van het Amsterdamse Concertgebouw. Als componist kwam hij onder de aandacht door de uitvoering van zijn Vier liederen op. 3 op teksten van Christian Morgenstern, uitgevoerd door de sopraan Hans Gruys en het Concertgebouworkest o.l.v. Eduard van Beinum in 1939. Zijn weigering om tijdens de Duitse bezetting het lidmaatschap van de Kultuurkamer aan te vragen leidde tot zijn ontslag bij het Concertgebouw in 1942. In september 1943 werd hij gearresteerd wegens hulp aan onderduikers, en hij verkeerde tot mei 1945 in gevangenschap in de kampen Vught en Sachsenhausen. Voor bevriende medegevangenen componeerde Flothuis in deze tijd o.m. een fluitconcert (op. 19), een hoornconcert (op. 24), en een solosonate voor viool (op. 23 nr.3). Na de bevrijding werd zijn dienstverband bij het Concertgebouw officiëel weer hersteld, maar na een periode van ziekte nam Flothuis ontslag en ging tewerk als muziekredacteur voor o.m. Het Vrije Volk (1945-1953) en als biliothecaris voor de Stichting Nederlandse Muziekbelangen (het latere Donemus, 1946-1950). In 1953 keerde hij terug bij het Concertgebouworkest, eerst als assistent van de artistieke leiding, van 1955 tot 1974 als artistiek leider. In deze periode werkte hij met de vaste dirigenten Eduard van Beinum en Bernard Haitink; voor hedendaags repertoire nodigde hij dirigenten uit als Ernest Bour, Hans Rosbaud, Bruno Maderna en Pierre Boulez. In de jaren 60 zette Flothuis zijn studie muziekwetenschap voort, en hij promoveerde in 1969 aan de Rijksuniversiteit Utrecht op een proefschrift over Mozart als bewerker. Hij vervolgde hij zijn loopbaan als hoogleraar muziekwetenschap in Utrecht (1974-1982) en als voorzitter van het Zentral-Institut für Mozart-Forschung in Salzburg (1980-1994). De voorliefde voor Mozart was een van de constanten in zijn leven; hij leverde bijdragen aan de Neue Mozart Ausgabe, publiceerde over deze componist artikelen en enkele Werkführer. Opstellen over verschillende muzikale onderwerpen zijn verzameld in Notes on notes (1974), Denken over muziek (1993) en het postume Mijlpalen en keerpunten (2003). Het oeuvre van Flothuis omvat ruim honderd opusnummers voor een breed scala van bezettingen, waarin alleen de dramatische genres niet zijn vertegenwoordigd. Karakteristiek is een hang naar evenwicht, ingetogenheid en lyriek, in een overwegend behoudend tonaal idioom, dat evenals het werk van wat oudere generatiegenoten als Hans Henkemans en Rudolf Escher vooral Frans georienteerd was. Als hoogtepunten in zijn oeuvre gelden de Symfonische muziek op. 59 (1957) en Hymnus op. 67 (voor sopraan en orkest, 1965, op een gedicht van Ingeborg Bachmann). nederlandsmuziekinstituut.nl |
Gezin 1
Huwelijkspartner: | Helena Sternheim | geb. 4 Feb 1917 overl. 6 MEI 1880 |
Huwelijk: | 14 Juli 1937 | Amsterdam |
Scheiding: | - 1946 |
Gezin 2
Huwelijkspartner: | Rosa Voorzanger | geb. 23 Feb 1910 overl. 20 MRT 1978 |
Huwelijk: | 13 Jan 1953 | Amsterdam |