François Haverschmidt
Geslacht: | Man | |
Vader: | Nicolaas Theodorus Haverschmidt | |
Moeder: | Geeske Bekius | |
Geboren: | 14 Feb 1835 | Leeuwarden |
Overleden: | 19 Jan 1894 | Schiedam |
Beroep: | predikant | |
Aantekeningen: | H A V E R S C H M I D T (HAVER SCHMIDT), FRANgOIS, * Leeuwarden 14 febr. 1835, t Schiedam 19 jan. 1894. Zn. van Nicolaas The-odorus Haver Schmidt, apotheker en wijnhan-delaar, en Geeske Bekius. Stud. theol. Leiden 1852. Herv. pred. Foudgum en Raard 1859, Nieuwediep-Helder 1862, Schiedam 1864-1894. Hij huwde op 6 aug. 1863 te Utrecht met Jacoba Johanna Maria Osti (1841-1891). De achternaam moet eigenlijk HaverSchmidt worden gespeld; een van H.s voorva-deren, genaamd Haver, nam nl. de naam van zijn pleegvader Schmidt aan. Zijn moeder was een achterkleind. van Francois Bekius (1726- 1803, z.a.). Aan deze vaak aan depressies lij-dende vrouw bleef H . zijn leven lang gebon-den. Door haar vader Francois Bekius, herv. pred. van Dantumawoude, leefde in H . reeds vroeg het ideaal om dominee te worden. H . vertoonde echter ook al jong het ziektebeeld van de manisch-depressieve melancholici. Hij had een scherp verstand, was innemend en kreeg als gymnasiast en straks ook als student leidende functies, maar doodsgedachten uitten zich vaak en dikwijls ontbraken de levensmoed en -kracht totaal. Men kan drie perioden in H.s leven onderscheiden: een gelukkige en onbezorgde jeugd, een vrij gelukkige studententijd en een ongelukkig domineesbestaan vol zorg. De jeugdperiode werd later geïdealiseerd. De droom van het paradijs, dat verloren ging en waartoe ook de veiligheid van het oude geloof van zijn grootouders en ouders behoorde, werd, al hield H . er tot het laatst toe aan vast, steeds zwakker. De moderne theologie van zijn Leid-se leermeesters Scholten en Kuenen gaf de melancholicus te weinig vluchtkansen en niet de vrede, die hij zocht, hoewel hij de resultaten van het modern theol. onderzoek verstandelijk aanvaardde. De oude woning werd afgebroken zonder dat er reeds een nieuwe was. Hij zou het voortaan moeten doen zonder ,,de ondiepe kust eener overgeleverde vroomheid", zonder het oude gezag, dat overigens de angst voor de straf had versterkt. Tegenover het verlies stond echter te weinig winst. De bewaard gebleven preken (480 in totaal) spreken van een permanente worsteling, maar ook van een erkenning van een objectief vaststaande zekerheid, van genade en vrede. Zij verraden echter tegelijk, dat wat waar was en geloofd werd, nog niet werkelijkheid werd voor deze zieke mens. Volgens een vast pa- xxxxxx 1981. - Steek af naar de diepte. Een voordracht en een preek, ingeleid door Piet van Tilburg, gekozen door Rob Nieuwenhuys, 's-Grav. 1982. - Met gedempte stem. Samenstelling Rob Nieuwenhuis, 's-Grav. 1983. Bijdragen in verschillende almanakken, prekenseries en periodieken als Almanak ,,De liefde sticht", Erica. Jaarboekje van de Maatschappij van Weldadigheid, Stemmen uit de Vrije Gemeente. Zie voorts de bibliografie P.B. Leeuwarden. H s s . : Brieven, tekeningen, preken enz. ( M . N . L . , U . B . Leiden). - Brieven ( N . L . M . D . ) . L i t . : J . Dyserinck, F.H. (Piet Paalt jens), Schiedam 1908. - J . C . Philipsen, De liefde van Piet Paaltjens. Sentimenteel-humoristische schets in 2 afd. naar aanleiding van zijn ,,Snikken en grimlachjes", Breda 1871; 2e dr., Amst. 1882. - S . E . E . van Gilse, De figuur van F.H., Arnhem 1955. - E d . A . Serrarens, De dichter-predikant F.H. (Piet Paaltjens), Amst. 1955 (Verhandelingen der K.N.A.W., afd. letterkunde, 2e reeks, LXII/2). - G . P . M . Knuvelder, Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde, III, 5e dr.,'s-Hert. 1973, 437-439. - F.H. Piet Paaltjens. 1835-1894. In: BZZLLETIN, IX (1980-1981), nr. 84 ( bijdragen van Jan ten Brink e.a.). - NNBW, III. - BWPGN. J . J . Kalma Biografisch lexicon voor de geschiedenis van het Nederlands protestantisme |
Gezin 1
Huwelijkspartner: | Jacoba Johanna Maria Osti | geb. 2 Apr 1841 |
Huwelijk: | 6 Aug 1863 | Utrecht |
Kinderen: | ||
Margaretha Christiana Haverschmidt | geb. 13 Aug 1864 overl. 6 Dec 1944 |