Hendrik Christiaan van den Brink

Geslacht: Man
Vader: Hendrik van den Brink
Moeder: Christina Sophia Keers
Geboren: 13 Nov 1866 Hilversum
Overleden: 19 Apr 1947 Hilversum
Beroep: predikant
Aantekeningen: BRINK, HENDRIK CHRISTIAAN V A N DEN, * Hilversum 13 nov. 1866, t Hilversum 19 apr. 1947. Zn. van Hendrik van den Brink, rijtuigverhuurder, en Christina Sophia Keers. Stud. theol. V . U . 1887. Geref. pred. Rinsumageest 1893, Heeg 1896, Rotterdam 1900, Dieren 1912, Zandvoort 1919-1926 (afgezet). Geref. pred. (in Hersteld Verband) Zandvoort 1926, Leiden 1928, Amersfoort 1931-1932 (emer.). Hij huwde op 29 aug. 1893 met Martha Houtman (1865-1948).
In het geref. kerkelijk leven trad Van den B. spoedig op de voorgrond. Hij ijverde voor zending onder de joden en voor het in kerkelijke banen leiden van de evangelisatie. Hij was voorstander van het n.t.isch kerklied en stond als zodanig achter de (geref.) Kring van belangstellenden in de verrijking van ons kerkgezang.
Ook kwam hij op voor de volwaardige plaats en de rechten van de vrouw in de gemeente. Als eerste pred. van de pas geïnstitueerde kerk van Zandvoort voerde hij daar het actieve vrouwenkiesrecht i n .
Op maatschappelijk terrein zette Van den B. zich in voor chr. mulo, kweekschool- en gymnasiaal onderwijs. Hij gaf mede de stoot tot de oprichting van het dagblad De Rotterdammer. Ook was Van den B. actief in de Vereniging tot chr. verzorging van krankzinnigen in Nederland. Van het bestuur van de van deze vereniging uitgaande Stichting Wolfheze was hij jarenlang voorzitter. Toen het algemeen bestuur van de vereniging oordeelde, dat instemming met de uitspraken van de synode van Assen in de zaak-Geelkerken (1926) noodzakelijk was, verklaarden Van den B. met enige medestanders zich daar tegen en legden zij hun functie in het bestuur van de Stichting Wolfheze neer.
In 1925 trad Van den B. toe tot de redactie van het door J.G. Geelkerken opgerichte weekblad Woord en Geest. Van den B. was een man met een sterk ontwikkeld rechtsbesef en dat deed hem in 1926 onmiddellijk de zijde van Geelkerken kiezen aan wie volgens Van den B. groot onrecht was aangedaan. Van zijn positie-kiezen legde hij rekenschap af in zijn brochure Aan zijn zijde. De cl. Haarlem trad tegen Van den B. op en schorste hem op 13 juli
1926. Toen de meerderheid van de kerkeraad de schorsing niet erkende en Van den B. zijn ambtswerk bleef voortzetten, werden zij door de classis afgezet. Onmiddellijk daarna werd overleg gepleegd door de afgezette kerkeraden van Amsterdam-Zuid en Zandvoort en werd besloten ,,het verband te herstellen". Zo ontstonden de Geref. Kerken in Nederland (in Hersteld Verband). De aanduiding Hersteld Verband" voor deze later tot 25 gemeenten
uitgegroeide kerkengroep is afkomstig van Van den B. Zeer geïnteresseerd als Van den B. was in kerkrecht, heeft hij grote invloed uitgeoefend op de in 1936 ingevoerde Kerkenordening van het Hersteld Verband. Opmerkelijk daarin is, dat tot het diakenambt ook vrouwelijke belijdende leden konden worden gekozen.
In de kerken van het Hersteld Verband genoot Van den B. gezag om zijn persoon en zijn ervaring. Toch zou hij zich tenslotte in het Hersteld Verband niet meer thuis voelen. Aan de algemene vergadering schreef hij in 1939 een open brief, waarin hij zijn bezwaren uitte tegen de gang van zaken in het Hersteld Verband, met name tegen de toenemende invloed van de theologie van Barth. Directe aanleiding tot zijn breken met het Hersteld Verband (apr. 1940) was het gebruik van individuele bekertjes bij de avondmaalsviering in Hilversum, de gemeente waartoe hij behoorde. Hij ging over naar de Ned. Herv. Kerk.
Geschr.: Met H.H. Veder, De kracht en de vrucht des Woords, Rott. 1900. - De verhouding tusschen patroon en knecht. Leiden 1903. - Van de practijk des gebeds, 's-Grav. 1910. - De God des vredes heilige u, Rott. 1912. - De Heidelbergsche Catechismus, 's-Grav. 1915. - Toelichting op het Kort Begrip, 's-Grav. 1915. - De geestelijke verzorging in onze Stichtingen, Nijverdal 1916. - Volharden tot het einde, 's-Grav. 1917. - Oude en nieuwe koers in zake de uitvoering van art. 13 der Kerkenordening, Rott. 1918. - Uit Zijne volheid, 's-Grav. 1918. - Manninne, 's-Grav. 1921. - De vrouwelijke voorkeurstem bij kerkelijke verkiezingen, 's-Grav. 1923. - Aan zijn zijde, Baarn [1926J. - Laat niet varen de werken uwer handen, Baarn [1926].
Hij publiceerde in de serie Ons Arsenaal: Het Leger des Heils (1918), De ethischen en de H. Schrift (1919), De ethischen en de Christus (1919), Het spiritisme (1920). - In de serie De komst van het Koninkrijk verscheen van hem een preek o.d.t. Die den Heere verwachten (1929). In Jaarboek voor de Geref. Kerken in Nederland (in H. V.): Kerkrecht, I (1928), 162-165; Iets over de bezwaren tegen de voorkeurstem van de zusters der gemeente, II (1929), 130-140; De ware Kerk en een ware Kerk, III (1930), 159-165; De dienst der diakenen volgens Wezel (1568), IV (1931), 129-137; Een nieuwe Kerkenordening, VII (1934), 165-177. - Voorts artikelen in GTT, WG, Het Kerkblad van de Geref. Kerken in Nederland (in H. V.).
L i t . : J.G. Geelkerken, Onze emeritus. In: Jaarboek voor de Geref. Kerken in Nederland (in H. V.)t VI (1933), 73-81 (met portret). - H. Hasper, Calvijns beginsel voor de zang in de eredienst, II, 's-Grav. 1976, 816-819. - G.F.W. Herngreen, Een handjevol verkenners. Ontstaan en geschiedenis van het H. V. " (...), Baarn (1976), 29 vlg. - (G.A. Lindeboom e.a.), Gedenkboek van de Vereniging tot christelijke verzorging van geestes- en zenuwzieken 1884-1984, Kampen (1984), 37-39. - DR, nr. 722, 724.
B.A. Venemans
Biografisch lexicon voor de geschiedenis van het Nederlands protestantisme

Gezin 1

Huwelijkspartner: Martha Houtman geb. 1866 overl. 14 Sept 1948
Huwelijk: 29 Aug 1893 Hilversum