Hendrik Jan Frederik Wesseldijk
Geslacht: | Man | |
Vader: | Leendert Johannes Wesseldijk | |
Moeder: | Adriana Wilhelmina Keers | |
Geboren: | 10 Apr 1908 | Rijnsaterwoude |
Overleden: | 29 Apr 1977 | Den Haag |
Religie: | Ned. Hervormd | |
Beroep: | predikant | |
Aantekeningen: | Hendrik Jan Frederik Wesseldijk werd op 10 april 1908 geboren te Rijnsaterwoude (Zuid-Holland), als zoon van Leendert Johannes Wesseldijk (1870-1953) die ter plaatse predikant was van de hervormde gemeente en Adriana Wilhelmina Keers (1872-1953). Hij huwde op 29 augustus 1933 met Margje ten Kate (1910-1964). Uit het huwelijk werden drie dochters en vier zoons geboren. Na het overlijden van zijn eerste vrouw op 14 juli 1964, huwde hij op 2 juli 1966 met Johanna Catharina Pater (1928). Hendrik Jan Frederik Wesseldijk overleed op 29 april 1977 te 's-Gravenhage. Het was niet zo vreemd dat Hendrik Jan Frederik Wesseldijk predikant werd. Hij trad hiermee in de voetsporen van zijn grootvader Willem Wesseldijk (1832-1914) en zijn vader Leendert Johannes Wesseldijk. Vooral voor zijn grootvader had hij grote bewondering. Deze had niet eens een diploma godsdienstonderwijzer, maar werkte desalniettemin 41 jaar als evangelist binnen de Nederlandse Hervormde Kerk. Zijn vader Leendert Johannes Wesseldijk was in 1896 als predikant begonnen in Schraard (Friesland). In 1906 verwisselde hij zijn standplaats voor Rijnsaterwoude. Op 5 december 1908 werd hij benoemd tot predikant in Nederlands Oost-Indië. Het gezin met kinderen ging mee, maar in 1921 keerde zoon Hendrik terug naar Nederland terug om in Hilversum het gymnasium te doorlopen. Na zijn studie theologie aan de Rijksuniversiteit Groningen werd hij beroepen door de kerkenraad van de hervormde gemeente te Schoonebeek, waar hij op 10 september 1933 door zijn vader werd bevestigd. In de zomer van 1939 werd op hem een beroep uitgebracht door de hervormde gemeente te Eindhoven, waar hij op 5 november, opnieuw door zijn vader, werd bevestigd. In de hervormde gemeente in Eindhoven heersten grote spanningen. Zelf schreef hij: 'Ik was door een in meerderheid vrijzinnige kerkeraad beroepen in een gemeente, die in meerderheid rechtzinnig was, dat gaf enorme spanning, strijd en verkettering, wederzijds zoals ik nog nooit had meegemaakt en niet voor denkbaar had gehouden'. Ds. Wesseldijk stak in het begin van zijn Eindhovense periode veel tijd en energie in deze zaak en na ruim een jaar wist hij de gemoederen te bedaren. De hervormde gemeente van Eindhoven bloeide op: het aantal predikantenplaatsen steeg van twee in 1942 tot acht in 1946. Ondertussen bleven de organisatorische kwaliteiten van Wesseldijk niet onopgemerkt. In 1942 was hij betrokken bij de opzet van een centraal administratiekantoor voor de kerkelijke gemeente en was hij lid geworden van het provinciaal kerkbestuur van Noord-Brabant en Limburg en afgevaardigde naar de landelijke Algemene Synode. Eind 1944 trad er voor de provinciale kerkbesturen van Noord-Brabant/Limburg en Zeeland een opmerkelijke situatie op. Beiden vertegenwoordigden toen de kerk in het bevrijde gebied. De besturen besloten de handen ineen te slaan en een aantal zaken centraal te gaan regelen totdat geheel Nederland bevrijd zou zijn. Wesseldijk werd voorzitter van het orgaan (de 'Urgentie-Commissie') dat deze taken zou gaan uitvoeren. Verder werd hij met ingang van 15 januari 1945 benoemd tot reserve-veldprediker om legerpredikanten te werven in het toen bevrijde gebied. Niet alleen op kerkelijk gebied, maar ook op maatschappelijk terrein werd een beroep op hem gedaan. Hij maakte onder meer deel uit van de commissie die de voorbereidingen trof voor de oprichting van een Technische Hogeschool in Eindhoven en hij bekleedde functies bij de hervormde woningstichting te Eindhoven en de Interkerkelijke protestantse stichting voor voorbereidend hoger en middelbaar onderwijs, alsmede kweekschoolonderwijs. Bij dat alles mag niet vergeten worden dat hij in de eerste plaats gemeentepredikant in Eindhoven was. In de naoorlogse tijd groeide de hervormde gemeente voorspoedig. In 1948 was hij geklommen tot de hoogste landelijke post binnen de Nederlandse Hervormde Kerk: voorzitter van de Generale Synode. In de periode 1951-1952 was Ds. Wesseldijk weer gewoon synodelid. Tussen 1953 en 1955 was hij voor de tweede maal voorzitter van het hoogste bestuursorgaan van de Kerk. Toen volgde de periode (1956-1973) dat Ds. Wesseldijk in volledige dienst van de kerk kwam. Eind mei 1956 nam hij na ruim 16 jaar predikantschap afscheid van de Eindhovense hervormde gemeente. Hij was benoemd tot secretaris van de Generale Financiële Raad van de kerk. Hij stroomlijnde het financiële apparaat en pakte het probleem van de kerkenbouw aan. De uitbreiding van de stedelijke agglomeraties vereiste de bouw van vele nieuwe kerken, pastorieën, alsmede van andere accommodaties voor het kerkelijk werk. Maar er was onvoldoende geld. Al in 1957 ontwikkelde ds. Wesseldijk plannen om een kerkbouwactie te organiseren. In 1959 werd, na veel tegenstand vanuit de hogere bestuursorganen, een actie gehouden die ruim tien miljoen gulden opbracht. Met bijeengebrachte gelden kon een bijdrage worden geleverd aan de bouw van 160 kerken. Toen de gelden waren uitgeput werd besloten tot een nieuwe kerkbouwactie in samenwerking met een achttal andere protestantse kerken. Ds. Wesseldijk leidde de totale organisatie van de actie die de naam 'Antwoord 64' kreeg. De opbrengst van ruim 23 miljoen gulden, waarvan 14 miljoen gulden voor de Nederlandse Hervormde Kerk. Bij het activeren, stimuleren en coördineren van financiële zaken voelde ds. Wesseldijk zich als een vis in het water. Ook in het automatiseringsproces van de ledenadministratie van de Nederlandse Hervormde Kerk heeft hij een voortrekkersrol vervuld. In zijn Eindhovense periode bouwde hij een systeem op, dat later zou dienen voor een centrale landelijke kerkelijke bevolkingsadministratie. Ds. Wesseldijk ging op 1 mei 1973 met emeritaat. In zijn loopbaan heeft hij een onuitwisbaar stempel gedrukt op de organisatie van de Nederlandse Hervormde Kerk. Na zijn overlijden op 29 april 1977 werd hij door zijn collega, ds. L.H. Ruitenberg in Hervormd Nederland, (Wesseldijk had mede aan de wieg gestaan van dit tijdschrift) als volgt gekarakteriseerd: 'Hij had niet de sfeer van wijde vriendschap over zich, eerder die van een man apart, vriendelijk, gesloten, toegewijd, verlangend naar orde, geen harten-en-nieren-proever, maar ruimte scheppend om anderen zichzelf te doen zijn, vertrouwend op de werking van de Geest. Gepokt en gemazeld tussen predikanten, van gewone signatuur. Zelf het best te kenmerken als gewoon hervormd, maar dat dan ook met taaie volharding'. Bronnen Persoonlijk archief ds. H.J.F. Wesseldijk Archief familie Wesseldijk Rijksarchief Drenthe, Archief Kerkenraad en Kerkvoogdij Hervormde Gemeente te Schoonebeek Rijksarchief Noord-Brabant, Archief Hervormde Kerk Noord-Brabant en Limburg 1816-1978, Streekarchief Regio Eindhoven-Kempenland: Archief Kerkenraad en Kerkvoogdij Hervormde Gemeente te Eindhoven D. Kalmijn, Richtingenstrijd in de Hervormde Gemeente te Eindhoven in de 20e eeuw, Eindhoven 1982 T.L. Korporaal, 'Een bouwer der kerk. Notities van en over ds. Hendrik Jan Frederik Wesseldijk 1908-1977', Helmond 1998 (manuscript) M. Mulder e.a., Een stuk geschiedenis van de Herv. Kerk te Schoonebeek, Schoonebeek 1977 C.J. Naerebout, Schetsen uit het leven van W. Wesseldijk, Evangelist der N.E.P.V., Utrecht 1914 J.M.P. van Oorschot, Eindhoven een samenleving in verandering, deel 2, Eindhoven 1982 J.M.P. van Oorschot, 'Nooduniversiteit onder kanongebulder', in: Eindhovens Dagblad, 25 februari 1995 C.E. van Voorthuysen, Veertig jaren Kantoor der Kerkelijke Goederen, Eindhoven 1988 A.L. Yska, Ten dienste van. Veertig jaar S.M.R.A. in kort bestek 1951-1991, Delft 1991 W.J. Baggel, 25 jaar Eindhovens Protestants Lyceum, Eindhoven 1980 Verslag uitgebracht ter gelegenheid van de officiële sluiting van de Tijdelijke Academie op 20 december 1945 '"Voor beter begrip van Nederland's bedoelingen". Ds. Wesseldijk over zijn missie naar Amerika', in: Eindhovens Dagblad, 11 februari 1949 Dit artikel verscheen eerder in: J. Brouwers e.a. (red.), Brabantse biografieën. Levensbeschrijvingen van bekende en onbekende Noord-Brabanders. Deel 6 (Stichting Brabantse Regionale Geschiedbeoefening, 's-Hertogenbosch 2003). |
Gezin 1
Huwelijkspartner: | Margje ten Kate | geb. 22 Jan 1910 overl. 14 Juli 1964 |
Huwelijk: | 29 Aug 1933 | Steenwijk |
Gezin 2
Huwelijkspartner: | Johanna Catharina Pater | geb. 14 Dec 1928 |
Huwelijk: | 2 Juli 1966 | onbekend |