| Aantekeningen: |
Henk Prins ging in 1937 als communist naar Spanje en vocht in de Burgeroorlog mee in de Internationale Brigade. Als gevolg hiervan werd hem bij terugkeer het Nederlanderschap ontnomen en werd hij stateloos verklaard. Eind 1940 begon Prins in Amsterdam het illegale blad De Waarheid te verspreiden. Medio 1941 werd hij op verzoek van Max Meyer (eveneens een oud-Spanjestrijder) commandant van een Mil-sabotagegroep, in welk verband hij samenwerkte met onder andere K.M. Breur. Prins en zijn ploeg pleegden in Amsterdam op diverse plaatsen sabotage: zo werden Duitse opslagplaatsen bij de Centrale Markthallen in brand gestoken. Vanaf juli 1942 werden binnen enkele maanden tienduizenden joden uit hun woning gehaald en via Westerbork naar het oosten gedeporteerd. In opdracht van de bezetter werden de huizen door de firma Puls leeggehaald en gingen de inboedels van de gepulste woningen voor het grootste deel naar Duitsland. Teneinde dit proces te saboteren, maakte Prins brandbommetjes die bij of in de verhuiswagens van de firma Puls werden neergelegd. Op 25 november 1942 werd Prins in zijn woning door de Sipo gearresteerd. Tijdens de huiszoeking werden exemplaren van De Waarheid en een pistool met munitie gevonden. Na een proces in Utrecht werd hij ter dood veroordeeld en op 22 september 1943 gefusilleerd.
Eerebegraafplaats Bloemendaal te Overveen |