Jan Maarten Komter

Geslacht: Man
Vader: Douwe Komter
Moeder: Aafke Jans Kuipers
Geboren: 19 OKT 1905 Amsterdam
Overleden: 5 Juni 1984
Aantekeningen: Komter studeerde fluit bij Karel Willeke en Johan Feltkamp, en harmonie en contrapunt bij Hugo Godron.
Werkzaamheden
Kort voor 1940 was hij leider van het Goois Kamermuziek-Gezelschap, dat zich specialiseerde in 17e- en 18e-eeuwse, en moderne muziek. Tijdens de Duitse bezetting trad Komter niet in het openbaar op en hield zich vooral bezig met componeren voor gitaar en fluit, o.a. onder de pseudoniemen John Martin, A.R. Rivera en S.L. Weiss. Van 1949 tot 1968 was hij werkzaam als directeur van de Chemische Fabriek Hoogerheide N.V. Vanaf 1966 werkte hij weer als musicus, met een voorliefde voor liederen met gitaarbegeleiding.
Composities
Komter componeerde overwegend muziek voor fluit en gitaar en maakte vele liedbewerkingen. Zijn zes Suites voor gitaar (1945) en vier Duetten voor gitaar zijn geschreven in een eigentijds klankidioom. Ook publiceerde hij veel pedagogisch materiaal voor gitaar.
Publikaties
Op literair gebied verscheen van zijn hand De kroniek van Sint-Jansoog (Moussault, Amsterdam) en het Chinese sprookje Heggewinde, dat door de dichter J.C. van Schagen in eigen beheer werd uitgegeven. Voorts publiceerde Komter enkele filosofische geschriften in diverse tijdschriften.