Aantekeningen: |
tot 1788 kaashandelaar in de zaak van zijn vader te Purmerend, daarna "wollen fabrikant" in het bedrijf van zijn schoonvader te Sneek, later "looyer en zeemtouwer" en koopman (1816) aldaar, lid van de Provisionele Municipaliteit (feb.-juni 1796) te Sneek, medeoprichter van het Departement Sneek van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen, diaken (1815-1818) van de Doopsgezinde Gemeente te Sneek, te Haarlem lid van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen volgens de lijst van 1796 en idem te Monnickendam. (435) Het echtpaar Veen-ten Cate was aanvankelijk lid der Vlaamse-, later van de Waterlandse Doopsgezinde Gemeente. Op 23-4-1838 vierde het paar zijn gouden bruiloft (436). |