Herman Christiaan Jurriaan Roelvink

Geslacht: Man
Vader: Adam Roelvink
Moeder: Christiena Margaretha Willink
Geboren: 4 Sept 1883 Amsterdam
Overleden: 5 Juli 1957 Amsterdam
Beroep: letterkundige
Aantekeningen: Nederlands toneelschrijver en -leider (Amsterdam 4.9.1883-ald. 5.7.1957). Na ingenieursopleiding werkzaam in het bankwezen. Van 1913 tot 1917 artistiek leider van de Koninklijke Vereeniging Het Nederlandsch Tooneel in de Stadsschouwburg te Amsterdam. Daarna gastregisseur. Wijdde zich overigens geheel aan de toneelschrijfkunst.
Van zijn 26 stukken (waarvan enkele met succes ook in het buitenland werden gespeeld) zijn de bekendste: de regionaal-historische komedie Freuleken (1911), waarin een vertederend beeld wordt opgeroepen van het 18de-eeuwse familieleven op een buitengoed in de Gelderse Achterhoek, en het eigentijdse blijspel Lentewolken (1913), waarin jeugdproblemen op vriendelijk-charmante wijze worden opgelost door een wijze grootmoeder.
Als toneelleider was Roelvink een der pioniers van de toneelvernieuwing in het begin der 20ste eeuw. Daarvan getuigde reeds zijn onder het ps. Donaert van Elten verschenen vertaling van Edward Gordon Craigs The Art of the Theatre (1906). In de Amsterdamse Stadsschouwburg bracht hij met veel tact een verjonging van het ensemble tot stand en gaf jongeren zoals Albert van Dalsum hun eerste grote kansen. Door zijn optreden aldaar effende hij de weg voor zijn opvolger Eduard Verkade.
Werken:
De gordel van Hippolyta (1911); `Tooneelhervorming', in Dramatisch Jaarb. 1911 (1912), essay; Mrs. O. (1916); Allah Karim (1921); De egoïsten (1930); Uitverkoop (1933); De verzoening (1952).
Literatuur:
Tj.W.R. de Haan, `Het moederland van H.R.', in Nederlands Volksleven, 15, 2 (1965).
[H.H.J. de Leeuwe]
G.J. van Bork en P.J. Verkruijsse, De Nederlandse en Vlaamse auteurs (1985)