Marinus Johannes Antonie de Vrijer
Geslacht: | Man | |
Vader: | Henri de Vrijer | |
Moeder: | Hendrina Sophia van der Staal | |
Geboren: | 4 Aug 1881 | Rotterdam |
Overleden: | 14 MEI 1969 | Heemstede |
Beroep: | predikant | |
Aantekeningen: | Lid van Excelsior geworden in 1901. Hervormd predikant te Odijk (1906), Bloemendaal 1920) en Amsterdam (Oude Kerk, 1932). Eerste voorzitter van de Bond van Nederlandsche Predikanten. Onder andere over zijn vele (ook sociaal-diaconale) arbeid in de Amsterdamse Oude Binnenstad schreef zijn vrouw, mevrouw M.J. de Vrijer-Struijs het indertijd veel gelezen en nog steeds lezenswaardige "Dertig jaren Domineesche". In 1935 werd hij in Utrecht tot kerkelijk hoogleraar benoemd (vaderlandse kerkgeschiedenis, bijbelse godgeleerdheid, zending). Van 1949 tot 1951 werkte hij nog als hulpprediker te Hemmen en van 1951 tot 1953 als geestelijk verzorgen van Sanatorium "Zonnegloren" te Soest. De Vrijer, bij de studenten een geliefd hoogleraar en regelmatig aanwezig als feestpraeses op de EDJ-dies en -lustra, is onder andere bekend geworden door zijn werken over Smijtegelt en Schortinghuis. Zijn opvolger Van Ruler roemde De Vrijers aandacht voor de bevindelijkheid, in de hoogtijdagen van het barthianisme. "Finis sit Excelsior Deo nos Iuvante" Een beknopte historie van het Theologisch-Litterarisch Studentengezelschap "Excelsior Deo Iuvante" Door: C. Baggerman, o.t. archivaris |
Gezin 1
Huwelijkspartner: | Marie Jeanne Struijs | geb. 12 Juli 1877 overl. 7 Apr 1944 |
Huwelijk: | 13 Sept 1906 | Amsterdam |