Hendrik Lodewijk Drucker
Geslacht: | Man | |
Vader: | Louis Drucker | |
Moeder: | Johanna Caroline Christine Margaretha Temme | |
Geboren: | 11 Aug 1857 | Amsterdam |
Overleden: | 6 Sept 1917 | Den Haag |
Beroep: | kamerlid voor de Liberale Unie en de Vrijzinnig Democratische Bond | |
Aantekeningen: | Acht jaren na zijn geboorte werd Drucker door zijn ouders erkend, die vervolgens in 1869 huwden. Zijn vader, afkomstig uit Duitsland, had voordat hij in Nederland met de eveneens in Duitsland geboren Therese Temme kennis maakte, een verhouding gehad met Constantine Christine Lensing, waaruit twee dochters werden geboren. Eén van hen was Wilhelmina Elisabeth Lensing, die zich Wilhelmina Drucker Druckers wetenschappelijke activiteit was van meet af aan niet uitsluitend academisch gericht. In zijn Groningse inaugurele rede Rechtswetenschap en wetgeving (Haarlem 1882) bepleitte de jonge hoogleraar in 1882 verdergaand overheidsingrijpen in de verhouding tussen kapitaal en arbeid, want 'wil de Staat niet de zwakken zien ondergaan, dan moet hij nu en dan met beredeneerde maatregelen tusschen beide komen'. Van deze opvatting getuigden eveneens zijn bijdragen in vooruitstrevend-liberale bladen als het mede door hem geredigeerde Sociaal Weekblad en Vragen des Tijds en in het samen met W.L.P.A. Molengraaff en S. Katz Midden jaren tachtig trad Drucker naar voren in de landelijke politiek. Namens de Groningse kiesvereniging Burgerplicht - waarvan hij later enige tijd voorzitter was - nam hij op 4 maart 1885 deel aan de oprichting van de Liberale Unie. Hierin zou hij een prominente positie innemen. Van 1885 tot 1891 maakte Drucker deel uit van het hoofdbestuur. In de jaren 1893 - 1894 was hij voorzitter van de Unie. Hij was de geestelijke vader van de circulaire van december 1887 - in feite het eerste politieke program van de Unie - waarin werd aangedrongen op uitbreiding van het kiesrecht en de invoering van sociale maatregelen als een wekelijkse rustdag voor iedere arbeider, een ongevallenverzekering, leerplicht en uitbreiding van het verbod op kinderarbeid. Aan zijn sociale bewogenheid gaf hij praktisch gestalte tijdens de jaren waarin hij zitting had in de gemeenteraad van Groningen (1886 - 1889) en van Leiden (1891 - 1903). Zo brak hij een lans voor de invoering van de progressie bij gemeentelijke belastingen en kwam hij op voor verbeteringen in de arbeidsvoorwaarden en de rechtstoestand van arbeiders die in dienst waren van aannemers van door de gemeente uitbestede werken. Daarnaast hield hij zich bezig met de gebrekkige huisvesting van de 'werkende stand', waarbij zijn materiële welstand hem in staat stelde daadwerkelijke steun te verlenen. Zo fourneerde hij in Groningen samen met anderen gelden voor de woningbouwvereniging Werkmanslust en droeg hij financieel bij aan de totstandkoming van de coöperatieve bakkerij De Toekomst. In Leiden ondersteunde de filantroop Drucker eveneens vele projecten die de 'verheffing van de arbeidersstand' beoogden. Zo was hij onder meer betrokken bij de stichting van het Leidsche Volkshuis, dat zich de 'verhooging van ontwikkeling, beschaving en levensgeluk onder de arbeidende en daarmee gelijkstaande klassen te Leiden' ten doel stelde. Enige tijd later nam hij het voortouw om hieraan een Bureau van Rechtskundig Advies aan On- en Minvermogenden te verbinden. In 1905 behoorde Drucker tot de eerste aandeelhouders van de Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur, die als Wereldbibliotheek wilde bijdragen aan de ontwikkeling van de werkende bevolking. Dat men in Groningen Drucker na zijn verhuizing naar Leiden niet vergeten was, bleek bij de Tweede Kamerverkiezingen in 1894. Bij deze verkiezingen, die geheel in het teken stonden van de door minister Tak van Poortvliet voorgestelde uitbreiding van het kiesrecht, koos dit kiesdistrict als zijn afgevaardigde Drucker - die instemde met Taks voorstellen - in plaats van de anti-Takkiaan S. van Houten Archief: Archief H.L. Drucker in Nationaal Rijksarchief (Den Haag). Publicaties: Behalve de genoemde: W. Modderman, Handboek voor het Romeinsch recht (Groningen 1877 - 1889, vanaf 1884 voortgezet door H.L. Drucker); Begrip en dogma in de rechtswetenschap (Haarlem 1889); (met D. Bos, E. Fokker, Th.M. Ketelaar e.a.), Voorstel van wet tot het in overweging nemen van veranderingen in het Derde en het Vierde Hoofdstuk der Grondwet (Haarlem 1903); (met H. Goeman Borgesius, M. Tydeman) 'De ernst van het oogenblik' in: Propagandaboek van de Vrijzinnige Concentratie 1913 (z.pl. 1913) 3-10. Literatuur: C.K. Elout, 'De vader van het arbeidscontract' in: De Heeren in Den Haag (Amsterdam 1909, 2e reeks) 80-86; W.L.P.A. Molengraaff, 'In memoriam H.L. Drucker' in: Rechtsgeleerd Magazijn, 1917, 375-392; B. Sijmons, 'Mr. H.L. Drucker' in: Groningsche Volksalmanak voor het jaar 1918 (Groningen 1917) 170-179; C. van Vollenhoven, 'Mr. H.L. Drucker' in: Vragen des Tijds, 1918, I, 1-4, eveneens verschenen in: Mr. C. van Vollenhoven 's verspreide geschriften. Deel 3 (Haarlem 1935) 680-682; F. de Jong Edz., 'Hendrik Lodewijk Drucker 1857-1917' in: Sociaal Maandblad Arbeid, 31.1.1959, 18-23; J.P. Duyverman, 'Het raadslid Prof. Mr. H.L. Drucker (1891-1903)' in: Tijdschrift voor Geschiedenis, 1962, 57-67; E. van Raalte, Dr. D. Bos. Leven en werken van een Nederlands staatsman (Assen 1962); G. Taal, Liberalen en Radicalen in Nederland, 1872-1901 (Den Haag 1980); H. Kramers, J. Slangen, M. Vroegindeweij, Het Leidse Volkshuis 1890-1980. Geschiedenis van een stichting sociaal-kultureel werk (Leiden 1982)110-116; W.R.H. Koops, 'Temme, Hendrik Lodewijk' in: BWN II, 558-559; E.H. Hondius, 'Hendrik Lodewijk Drucker (1857-1917)' in: T.J. Veen, P.C. Krop (red.), Zestig juristen (Zwolle 1987) 362-366; M. Braun, De prijs van liefde. De eerste feministische golf, het huwelijksrecht en de vaderlandse geschiedenis (Amsterdam 1992). Auteur: Gerrit Voerman Oorspronkelijk gepubliceerd in: BWSA 5 (1992), p. 287-290 Laatst gewijzigd: 25-09-2002 |
Gezin 1
Huwelijkspartner: | Wilhelmina Catharina Sabina de Koning | geb. 28 Dec 1858 |
Huwelijk: | 14 Juli 1881 | Voorschoten |